Aangename verrassingen

Het bezoek aan Photo International Rotterdam is net als dat aan iedere andere fotomanifestatie een vermoeiende aangelegenheid. Om het brede aanbod dat het wezen van het festival vormt te kunnen consumeren, moet je je voortdurend van gebouw naar gebouw verplaatsen. Maar als je die moeite neemt, kun je aangenaam worden verrast.
In galerie Fotomania presenteert de jonge Duitse fotograaf Michael Wiesehöfer een reportage over Cuba onder de titel Havanna - Puzzel/Hoofdbreker. Behalve enkele ikoon-achtige grote beelden (het hoofd van Che Guevara, het zonovergoten strand, een 's nachts op straat spelend meisje) bestaat de expositie uit nadrukkelijk gecombineerde series straatbeelden, portretten en interieurs. De onderlinge relatie tussen die foto's wil echter nergens duidelijk worden. Intrigerende detailfoto's als die van rond een crucifix geschikte glaasjes water of van een verweerde plek op een muur, verliezen alle zeggingskracht naast nadrukloze stadsgezichten en willekeurig ogende portretjes.
In een tweede zaaltje presenteert Fotomania enig werk uit voorraad, en daaronder bevindt zich dan plots een trouvaille: de duistere, melancholische foto's van Paul C. Bogaers. Een figuur gebogen over fruitmand, de schaduw van een plafondpeertje op tafel, een buste achter een beslagen raam: het zijn emotionele foto's die niet met een camera maar direct uit de herinnering op het papier gezet lijken.
Ook de nieuwe behuizing van het Centrum Beeldende Kunst herbergt een dergelijke verrassing. Olga Korstanje reageerde met haar foto-objecten op de nog lege en oningerichte ruimte: een zuil papier met daarop het motief van de lambrizering staat als een rol tapijt in een hoek, tegenover de spiegel boven de schouw staat een foto in dezelfde vorm met daarop het beeld dat je krijgt als je voor de spiegel staat. Korstanje verkent de grenzen van het medium in een inventief en humoristisch spel met de werkelijkheid.
Tegenover museum Boymans-Van Beuningen, dat een weinig spectaculaire keuze uit de collectie presenteert (James Welling, Thomas Struth, Bas Jan Ader en Günter Förg) staat het Chabot museum. Er hangt een pretentieloze expositie met foto's die Aart Klein, Ed van Wijk, Cas Oorthuys, Henk Jonker en Frits Rotgans in de jaren vijftig maakten van Ossip Zadkines beeld De Verwoeste Stad. Voor de omvang hoef je het niet te doen (vijftien foto's plus wat begeleidend materiaal in vitrines), maar de tentoonstelling past precies in de warme ambiance van de in 1938 door Stokla ontworpen villa, waar behalve de foto's ook enkele vroege beelden van Zadkine te zien zijn.
In de Kunsthal toont Theo Baart in een prachtige opstelling (foto's op aluminium, gemonteerd op houten latten) zijn documentatie van Hollandse interieurs. Baart fotografeerde woonkamers, keukens, slaapkamers en kinderkamers op de meest uiteenlopende locaties. Het is ondanks de uniformiteit van de fotografie een tentoonstelling die nergens verveelt. Duco en Govert Jan heten twee jongens in Laren en ze delen de sjoelbak; op de boerderij in Vijfhuizen hangt het prijskaartje nog aan een van de o, zo rustieke rieten manden tegen het plafond; in een slaapkamer in de Jordaan hangen mannelijke pin-ups aan de muur. Foto na foto staat bol van de details die nieuwsgierig maken naar de levens die zich in de afgebeelde ruimte afspelen.
Ook de tweede dubbeltentoonstelling in het Nederlands Foto Instituut bevat een verrassing in de vorm van het werk van Elizabeth Williams. 'De Voorstelling' heet haar assemblage: elf detailfoto's van aarde, steen, wortels en modder in bedompte, bloederige kleuren. Het werk, opgehangen in de vorm van een kruis, is gebaseerd op het oorlogsgedicht Seven Miles of Mud van Wilfred Owen, en maakt zijn ellende in de loopgraven van Passchendale op een ongebruikelijke maar zeer plastische manier zichtbaar.
Het werk maakt deel uit van de tentoonstelling Warworks, waarin curator Val Williams de visie van vrouwelijke fotografen op het thema oorlog uitwerkt. Voor mannen, zo lijkt Williams te suggereren, is oorlog iets waar ze met de neus bovenop willen staan. Vrouwen daarentegen nemen een meer afstandelijke maar daarom niet minder emotioneel betrokken houding in. Naast Williams' assemblage bevat de tentoonstelling onder meer een mooie reeks portretten van bezoekers aan het Vietnam Veterans Memorial (Judith Joy Ross) en fotomontages van Marta Rossler die de oorlogsgruwelen van Vietnam in Amerikaanse huiskamerinterieurs verwerkt.
Behalve Warworks hangt in het NFI A Shifting Landscape, een vooral uit reportages bestaande en enigszins teleurstellende tentoonstelling waarin de Zuidafrikaanse fotograaf Paul Weinberg aan de hand van werk van onder meer David Goldblatt, Jenny Gordon, Santu Mofokeng en Graeme Williams een beeld geeft van de invloed die de politieke en maatschappelijke veranderingen in Zuid Afrika hebben op de werkwijze en onderwerpskeuze van de fotografen in het land. [in: NRC Handelsblad, 22okt1994]