Alles om het even

 [Over Robert Adams' Listening to the River]

De Amerikaan Robert Adams behoorde met fotografen als Joe Deal en Lewis Baltz in het midden van de jaren zeventig tot de new topographers. Zij legden zich toe op het documenteren van het moderne landschap, waarbij zij zich verzetten tegen het klassieke, op de schilderkunst geïnspireerde genre van bijvoorbeeld Ansel Adams en Edward Weston. Tegenover hun romantische fotografie van het Ongerepte en Sublieme stelden de topografen een meer bij de moderne realiteit aansluitende visie die de menselijke aanwezigheid niet ontkende en ruim baan gaf aan 'banale details' als beton, asfalt en hoogspanningsmasten.
De resulterende foto's waren zonder uitzondering vlak en onderkoeld. Het werk had een sterk conceptueel karakter dat werd benadrukt door een presentatie in de vorm van (op klein formaat gedrukte) sequenties en series. Die kenmerken zijn ook weer terug te vinden in Listening to the River, waarin Adams het landschap van zijn jeugd in Colorado fotografeerde gedurende vier seizoenen.
Het zijn foto's van niks eigenlijk: wat kale akkers, een handvol bomen, een rotspartij, hier en daar wat struiken en als het meezit verderop een huis met een brievenbus. Vaak is zelfs absoluut niet uit te maken wat het was dat Adams aandacht trok, en wekt hij de indruk vanuit één standpunt lukraak in alle windrichtingen gefotografeerd te hebben.
Maar gaandeweg weet Adams je door zijn serietje na serietje consequent volgehouden ogenschijnlijke willekeur onder te dompelen in het landschap. Dat heeft in de eerste plaats te maken met de herkenbare alledaagsheid van zijn foto's: het zonlicht door de bladeren, een hekje in het weiland, het riet langs de waterkant - het is de aantrekkelijkheid van het onaantrekkelijke. Next time what I'd do is look at the earth before saying anything, luidt de toepasselijke regel van een van de gedichten van William Stafford die Adams bij zijn foto's opnam.
Adams foto's roepen de ervaring die iedereen kent die wel eens op een mooie zomerse dag door de velden wandelt. Je gaat zitten langs de kant van het pad. De krekels tsjilpen, er cirkelt een buizerd boven de akker en de wind ritselt door het gras. Je neemt alles eens in je op en je denkt: zo is het. Alles om het even. Mooi zo. [in: NRC Handelsblad, 28apr1995]