Bescheiden vergrijpen

AMSTERDAM, 21 DEC. Het Gemeentearchief van Amsterdam heeft onlangs de beschikking gekregen over een deel van het historische fotoarchief van de Amsterdamse politie. De Politiewet bevat in navolging van de Archiefwet van 1962 weliswaar regelingen omtrent de overdracht van archieven aan openbare instellingen, in de praktijk valt fotografie daar vooralsnog buiten. Vandaar dat de Amsterdamse overdracht als bijzonder beschouwd mag worden.

De openbaarmaking van het Amsterdamse archief is vooral te danken aan het initiatief van de historicus Martin Harlaar. In het voorjaar van 1993 stapte hij naar de Amsterdamse politie met het plan voor een boek over de geschiedenis van de politiefotografie. Hij werd uitgebreid rondgeleid, maar volgens de staf daar was van een archief geen sprake. Tot een van de medewerkers zich de zolder herinnerde. Bedolven onder het stof vond Harlaar veertig fotoalbums en tientallen houten dozen met in totaal zevenduizend glasnegatieven en lantaarnplaatjes uit de eerste helft van deze eeuw.
Omdat de politie ook zelf nieuwsgierig was naar de precieze inhoud van de dozen, kreeg Harlaar toestemming de glasplaten schoon te maken en te inventariseren. Harlaar zocht daarvoor steun bij Anneke van Veen, conservator fotografie van het Gemeentearchief. Pas toen bleek dat zij al in een eerder stadium met de politie had onderhandeld over de overname van het archief. Die onderhandelingen waren stuk gelopen op de kosten voor het schoonmaken, opnieuw inpakken en inventariseren van de archieven. Politie noch archief konden het begrootte bedrag van 50.000 gulden vrijmaken.
Harlaar besloot het werk in het kader van zijn onderzoek op eigen kosten te verrichten. Hij kreeg van de politie een zolderruimte ter beschikking op het bureau Sarphatistraat en het Gemeentearchief fourneerde een bedrag van 10.000 gulden voor schoonmaken en ompakken van de kwetsbare negatieven. Zijn werk kwam in een stroomversnelling toen de zolder vanwege een reorganisatie verbouwd moest worden. Na spoedoverleg verhuisden de foto's en albums alsnog naar het Amsterdams gemeentearchief.
Anneke van Veen is blij met de aanwinst. Het blijkt een verrassend breed archief, met niet alleen foto's van voertuigen, uitrusting, gebouwen en personeel, maar ook met veel foto's van de stad. Het gaat dan om plekken waar een ongeluk is gebeurd, brand is geweest of waar is ingebroken. En vooral in de foto's uit het begin van de eeuw, gaat de aandacht uit naar de soms erbarmelijke woonomstandigheden.
Moord, doodslag en andere geweldsmisdrijven (het zogenaamde forensisch archief) komen in het Amsterdamse archief nauwelijks voor. De twee foto's van de in maart 1905 vermoorde weduwe Cerlijn-Van Iborg en enkele ondanks het verstrijken van de tijd nog altijd gruwelijke foto's van drie jonge kinderen die in juni 1912 door hun dronken vader werden doodgestoken, vormen een uitzondering. Het is ook de politie zelf onduidelijk waar de overige geweldsfoto's uit de onderhavige periode gebleven zijn, aldus Van Veen.
De fotoalbums, samengesteld door voormalig hoofdcommissaris Hordijk, bieden een gevarieerde aanblik. Sommige doen denken aan een familiealbum, met foto's van wachtlokalen, politiefunctionarissen en complete detachementen in vol ornaat. Andere hebben ongetwijfeld een representatieve functie gehad, zoals die met uitgebreide reportages van staatsbezoeken van Leopold de Derde in november 1938 of dat van de Italiaanse generaal Balbo die in juli 1933 de stad bezocht met een eskader watervliegtuigen, waarvan er een op het IJ verongelukte.
Intrigerend zijn de kennelijk voor instructiedoeleinden samengestelde albums uit de jaren twintig, waarin naast foto's van brancards, inbrekersgereedschap en het 'Bertilloneren' (het opmeten van lichaamskenmerken ter identificatie) ook menig portret voorkomt. 'Reyer van Vaalen bijgenaamd Haagsche Karel is de operateur van verschillende diefstallen met braak hier en elders', staat er onder een foto van een verfomfaaid ogende heer die onwennig de lens inkijkt. Enkele bladen verder wordt een politie-uniform getoond, met als bijschrift: 'Broek van een agent waaruit een woesteling een stuk beet.'
Over het algemeen doen de genoteerde vergrijpen naar hedendaagse maatstaven uiterst bescheiden aan: het gaat vooral om heling en diefstal, en zo nu en dan een brandkastkraak. Een serie in 1909 gemaakte vrouwenportretten behelsen daarentegen een zeer hedendaags onderwerp: het uitvoerige bijschrift maakt gewag van mensenhandel met prosti- tuées uit Warschau.
Van de in albums opgenomen foto's zijn tot nu toe slechts enkele afbeeldingen teruggevonden tussen de glasnegatieven. Hoewel Harlaar vooralsnog geen echt grote vondsten heeft gedaan, of het zou moeten zijn dat een foto van een urinoir meestal wijst op een zedenmisdrijf, is ook hij onder de indruk van de variatie van de foto's.
Het inventariseren van de negatieven wordt vergemakkelijkt door de eveneens bewaard gebleven journaals, waarin de meeste foto's worden omschreven. Maar lang niet alles is er nog, en wat er wél is, zit zelden op de goede plaats, ontdekte Harlaar. Hij is dan ook zeker nog tot het voorjaar van 1997 bezig voordat het archief met een tentoonstelling en een boek openbaar gemaakt kan worden. Tot dat moment is het niet toegankelijk voor het publiek.
Eind januari zal ook in Rotterdam een deel van het historische politiefoto-archief openbaar worden gemaakt. Dan verschijnt bij uitgeverij Duo Duo een boek onder de titel Moord in Rotterdam 1905-1967 waarvoor, zoals de titel al aangeeft, geput is uit het forensisch archief. De Rotterdamse foto's blijven in tegenstelling tot die in Amsterdam wel in het bezit van de politie. [in: NRC Handelsblad, 29dec1994]