Bikkelhard familieportret

[Over Richard Billingham, Ray's a Laugh]

Hoeveel kiekjes worden er jaarlijks gemaakt van een vader en een zoon die gezellig op de bank televisie zitten te kijken? Het moeten er miljoenen zijn, terug te vinden in even zo vele familiealbums. Niet zelden zal op die foto's ook nog iets extra's te zien zijn; olijke bekken bijvoorbeeld, of leuk bedoelde gebaren.Ook de foto die de Engelsman Richard Billingham maakte van dat overbekende huiselijke tafereel bevat zo'n leukigheidje: er wordt gegooid met een tennisbal. Maar de onmiskenbare afkeer waarmee de zoon die bal welgericht tegen het hoofd van een straalbezopen vader smijt, maakt dat hij allesbehalve thuishoort in het universele familiealbum.

Ray's a laugh heet het opmerkelijke boek waarin die foto staat, en waarin behalve de vader en de zoon ook nog een moeder optreedt; kettingrokend en met van onder tot boven getatoeëerde armen. Jarenlang volgde Billingham hun ontluisterende ménage à trois, dat voornamelijk bestaat uit mateloos drinken, vechten en het leegschrapen van vette borden junkfood.

Hij toont de moeder terwijl ze aanrommelt in een compleet vervuilde keuken, of bezig is met de talloze honden en katten die het huis (afgaande op de foto waarmee het boek opent een flatje in zo'n typisch Britse council estate) bevolken. De zoon, begin twintig, plundert steevast de ijskast. Maar de hoofdrol is weggelegd voor de vader, de Ray uit de titel van het boek: een alcoholist die weinig meer lijkt te doen dan zitten. Wanneer hij tenminste niet laveloos door de kamer strompelt of de gore plee volkotst.

De toets der technische kritiek kunnen Billinghams kleurenfoto's maar zelden doorstaan. Ze zijn onscherp, van te dichtbij geflitst, en van zoiets als compositie is slechts bij uitzondering sprake. Daarmee doen ze denken aan Living Room, het boek over twee asociale gezinnen in Nottingham waarmee Billinghams landgenoot Nick Waplington enkele jaren geleden furore maakte - maar dan nog een graadje chaotischer.

Net als die van Waplington hebben ook Billinghams foto's iets slapstick-achtigs; ze ogen als de mislukte snapshots die door professionals wel vaker, zij het ten onrechte, worden geassocieerd met het amateurkiekje. Maar dat doet niets af aan de triestheid en zompigheid die van vrijwel iedere pagina van zijn familiealbum afdruipt.

Zelden zal iemand zó'n bikkelhard portret hebben gegeven van zijn bloedverwanten als deze onbekende jonge (hij is van 1970) Engelse fotograaf. En dus ook, indirect, van zijn eigen achtergrond - al blijft dat verleden op de keper beschouwd buiten beeld. Want weliswaar zijn de foto's, afgaande op de veroudering van de gezichten en de veranderingen in het meubilair, in de loop van een aantal jaren gemaakt, echt ver terug gaan ze niet. Er is geen andere tijd geweest dan deze, lijkt Billingham te willen zeggen.

Ook het weinige dat in het boek en de catalogus van uitgever Scalo over de familie Billingham vermeld staat, levert weinig meer dan de contouren van mislukte levens.

De vader, al jaren werkloos, is vijfenzestig, zijn vrouw twintig jaar jonger. Ze trouwden in 1970, het geboortejaar van de fotograaf. De tweede zoon, zeven jaar jonger, werd op zijn elfde uit huis geplaatst toen moeder tijdelijk vertrok vanwege de drankzucht van manlief ('Hij heeft in zijn leven zo veel gedronken dat hij nu na twee glazen al bezopen is', schrijft Billingham) maar is inmiddels weer terug, om in de voetsporen van zijn vader te treden: zo nu en dan een baantje, veel drugs.

Over zichzelf, op wonderbaarlijke wijze ontsnapt aan de vicieuze cirkel van armoede en drank, schrijft de fotograaf niets. Hoe hij met zijn achtergrond Fine Art kon gaan studeren aan de universiteit van Sunderland (zoals de uitgever vermeldt) blijft een raadsel. Laat staan dat er een woord gewijd wordt aan zijn motieven voor het boek.

Wie wil zou er dan ook een kille afrekening in kunnen zien. Maar als dat al zo is, dan is het slechts een halve waarheid. Want ondanks de gruwel en vuiligheid, schemert in menige foto onmiskenbaar iets van liefde en genegenheid door. Het zit 'm in de pretogen (bloeddoorlopen, maar toch) waarmee hij zijn vader afbeeldt, in het prachtige portret dat hij maakte van zijn moeder voor een wand behangen met stenen pierrot-maskertjes, of in de (ook letterlijk) bewogen foto halverwege het boek waarop zijn ouders elkaar in de armen vallen. In dit opzicht blijft ook Richard Billingham's familiealbum een familiealbum. [NRC Handelsblad, 31mei1996]