De Benneton-filosofie

[Over Sander Veenemans No Color]

'Warning: This book may cause temporary color blindness' staat er in een kadertje op de eerste pagina van No Colors, een kloek, onberispelijk gedrukt boekwerk met ruim honderd portretfoto's van Sander Veeneman. Het lijkt op het soort overheidswaarschuwing zoals je aantreft op rookwaren. Pim Milo, voorzitter van Photography Awards of The Netherlands, een organisatie van reclamefotografen, legt die regel in de - Engelstalige - inleiding uit: Sander Veeneman fotografeert in zwart-wit. Geen kleur. Op die manier neemt hij de barrières weg die kleur veroorzaakt. Kleur veroorzaakt barrières? In de fotografie? Het lijkt me onzin. Misschien dat met kleur huidskleur bedoeld wordt. Dan is het nog steeds een beetje onzin, want ook in zwart-wit ziet een zwart mens er anders uit dan een blank mens. Maar deze lezing maakt wel een andere interpretatie van de waarschuwing mogelijk. Je kunt het begrijpen als de boodschap van de fotograaf: hij hoopt dat we door zijn boek niet langer alleen kijken naar de buitenkant.
Veeneman (1962) is portretfotograaf voor de Nieuwe Revu, Het Parool en tal van commerciële opdrachtgevers. Het verklaart de grote geografische spreiding van zijn werk: in No Colors staan foto's van kinderen in Roemenië en Soweto, van joden en Palestijnen in Hebron, indianen in Equador, mijnwerkers in Siberië en vluchtelingen in Ethiopië en Joegoslavië. Ze zijn aan te treffen naast atleten als Rob Druppers en Nelli Cooman, bokser Regilio Tuur, en voetballers Wim Kieft, Jan Wouters, Ruud Gullit en Dennis Bergkamp. En er is een enkele schone dame.
Veeneman is uitermate vormvast. Waar hij werkt maakt hem niet veel uit: in de studio of daarbuiten, op een zorgvuldig uitgedokterde locatie of zo maar ergens, improviserend. Bij die vormvastheid ligt de oorzaak van de gemengde gevoelens die No Colors bij mij oproept. De mensen zien er bij hem allemaal hetzelfde uit. Maar dat zijn ze niet. Er is verschil tussen een 24-jarige Nederlandse voetbalmiljonair in Italië en een 24-jarige vluchteling in Ethiopië. In No Colors worden universele waarden verward met universele gelijkheid. Het is de Benetton-filosofie, het politiekloze We are the world-gezang of de krachteloze blijmoedigheid van Edward Steichen's Family of Man-tentoonstelling die in de jaren vijftig de wereld afreisde.
Het is deze oppervlakkigheid die van het boek een nogal opgeklopt, om niet te zeggen pretentieus, produkt maakt. No Colors heeft de diepgang van een salontafel. [in: NRC Handelsblad, 25mrt1994]