De waan en werkelijkheid van politici

[Over vijfluik The Image of Politics, in Kunsthal, Nederlands Foto Instituut, Galerie Fotomania en MK Expositieruimte, Rotterdam]
Op het gazon is een keurig vlondertje neergelegd, zodat de hoogwaardigheidsbekleders tenminste geen vieze voeten krijgen terwijl ze zich laten vereeuwigen door de verzamelde wereldpers. Zojuist heeft de ceremoniemeester op zijn fluitje geblazen (of hoe gaat dat eigenlijk?) ten teken dat de photo-opportunity is afgelopen. Maar op het podium hebben ze dat nog niet in de gaten. Hier en daar is de glimlach al in de zak gestoken en wordt aanstalte gemaakt op te stappen, maar Helmuth Kohl staat nog driftig te zwaaien en de Japanse collega blijft onverstoorbaar in dezelfde houding poseren. Precies op dat moment drukte de Duitse fotojournaliste Angela Neuke af. Het resultaat is niet een foto van de politici op een topontmoeting maar een foto die gaat over het maken van dergelijke prenten.
Staatstheater-Mediencircus is de toepasselijke titel van Neukes ironische tentoonstelling in de Rotterdamse galerie Fotomania. Tussen 1985 en 1990 legde ze het reilen en zeilen vast rond de politieke topconferenties in Bonn, Genève, Moskou en Washington. Ze fotografeerde tijdens recepties, ontvangsten en persbijeenkomsten, en telkens wachtte ze op zo'n split second die zich onttrekt aan het protocol: de persvoorlichter die nerveus spiekt in de paperassen van de minster, Gorbatsjov die zich grommend in de rij laat zetten, Nancy Reagan die wordt bemoederd door het bedienend personeel. Neuke's foto's zijn weliswaar gedateerd (Erich Honecker is dood, Michael Gorbatsjov en Ronald Reagan zijn van het toneel verdwenen) maar aan de essentie van haar boodschap doet dat weinig af: de nieuwsbeelden van topconferenties die we bijna dagelijks krijgen voorgeschoteld zijn niet anders dan zorgvuldig geënsceneerde rituelen.
Neukes tentoonstelling maakt onderdeel uit van het vijfluik The Image of Politics, dat is gewijd aan de gespleten rol van de fotografie in de politiek. Politici maken dankbaar gebruik van de fotografie om hun imago vorm te geven, maar dezelfde fotografie is in staat die façade weer aan flarden te schieten. Een mooi, recent voorbeeld daarvan hangt op de door Paul Wombell (directeur van de Photographers' Gallery, Londen) samengestelde tentoonstelling Politicians, nu in de Kunsthal. John Major heet het slachtoffer: op verkiezingsaffiches afgebeeld met een ontwapenende glimlach, maar door de persfotografen steevast neergezet als een Jan Doedel met een verongelijkt trekje om zijn mond.
Politicians gaat evenals Staatstheater-Mediencircus meer over fotografie dan over politici. Maar terwijl Neuke zich richt op het demasqué, laat Wombell het aan de toeschouwer over om waan en werkelijkheid te scheiden. Echt gemakkelijk is dat niet altijd, maar wie beschikt over een fikse dosis humor en achterdocht komt een heel eind. Die ziet Michael Dukakis zich wanhopig vasthouden aan het katheder en begrijpt de hand die vanuit de coulissen op de schouder van Jesse Jackson wordt gelegd.
Wat Wombell vooral laat zien is hoe in de loop van deze eeuw de afstand tussen politicus en fotograaf is verkleind. Aan het ene uiterste plaatst hij de vergeten foto's van Benjamin Stone die aan het begin van deze eeuw de Engelse politici vastlegde voor de ingang van Whitehall: een prachtige parade van statige mannen met hoge hoeden, horlogekettingen, monocles en strenge knevels. Het zijn overduidelijk belangrijke mannen en zo zijn ze ook gefotografeerd: van gepaste afstand en ten voeten uit. Vandaag de dag zet Nick Sinclair zijn camera rustig op een halve meter voor de tronies van de Hogerhuisleden, en het resultaat is ontluisterend: wratten, puisten, neusharen als verlengsnoeren. Een groter contrast is nauwelijks denkbaar.
Tussen de politicus en de fotograaf staat nu een leger van voorlichters en imagobouwers. Ze blijven jammer genoeg buiten beeld, maar hun noodzaak wordt treffend verbeeld door de foto's die de Amerikaan Baron in 1953 maakte van ene Herbert Morisson. De kleine, kale man met de veel te grote hoornen bril is duidelijk verlegen met de situatie: hij wappert met zijn handen, kan zijn gezicht niet in de plooi houden, leunt onhandig op de tafel.
Of zijn foto's ooit gepubliceerd zijn wordt niet vermeld (de tentoonstelling blinkt allesbehalve uit in hulpvaardigheid), maar zeker is dat Morisson het niet zo ver geschopt heeft als Hugh Gaitskell en Richard Nixon die zich rond dezelfde tijd al springend lieten vereeuwigd door Philippe Halsman, of Lyndon Johnson die doodgemoedereerd plaatsnam in de stoel van de kapper.
In vergelijking met Staatstheater-Mediencircus en Politicians is de Nederlandse bijdrage ronduit mager. Van Taco Anema zijn in het Nederlands Foto Instituut enkele vakkundige maar voorspelbare portretten te zien die hij in 1992 maakte van gezichtsbepalende leden van de PvdA. Helena van der Kraan (Kunsthal) portretteerde de 75 leden van de Eerste Kamer: anachronistische staatsieportretten, vervaardigd in schilderachtige gomdruktechniek. Iedereen staat er met kop en schouders op, een glimlach rond de lippen: de vleesgeworden illusie die Neuke en Wombell nu juist onder vuur nemen. [NRC Handelsblad, 16sep1995]