Directeur van Foto Instituut neemt ontslag

ROTTERDAM, 28 MEI. Adriaan Monshouwer vertrekt als directeur van het Nederlands Foto Instituut (NFI) in Rotterdam. Zijn contract, dat nog liep tot het einde van dit jaar, wordt beëindigd.

Monshouwer, die het NFI vanaf de start in 1994 heeft geleid, weigert ieder commentaar op zijn vertrek. Evenmin wil hij zich uitlaten over de vraag of zijn vertrek verband houdt met het negatieve oordeel over het NFI in het vorige week verschenen rapport van de Raad voor Cultuur.

De Raad schrijft daarin onder meer dat het instituut zich in de eerste jaren van haar bestaan onvoldoende heeft geprofileerd en wat de oorzaken betreft 'de hand in eigen boezem moet steken'. Voor de komende kunstenperiode adviseert de Raad overigens wel een extra bijdrage van drieëneenhalf tot zes ton.

Eerder al liet ook de Rotterdamse Kunststichting zich in haar advies over de kunstenperiode 1997-2000 uiterst kritisch uit over het NFI. De RKS signaleert een gebrek aan elan en visie, en schrijft 'onvoldoende vertrouwen' te hebben in de toekomstplannen van het instituut.

Het ministerie van OC&W en de gemeente Rotterdam zijn met een gezamenlijke subsidie van ruim een miljoen gulden plus huisvestingskosten de grootste financierders van het NFI.

Woordvoerder H. Molenaar, vice-voorzitter van het NFI-bestuur, ontkent dat Monshouwer als zondebok is aangewezen voor de tegenvallende start: Monshouwers inzet staat buiten kijf.

De kritiek van de Raad voor Cultuur en de RKS maken volgens Molenaar echter wel duidelijk dat verandering noodzakelijk is. Voorstellen die Monshouwer hiertoe had gedaan, en die neerkwamen op een geheel nieuwe organisatorische en personele invulling van het instituut konden echter niet de goedkeuring van het bestuur wegdragen, aldus Molenaar. Monshouwers vertrek is het gevolg van dit meningsverschil, en niet van het tot nu toe gevoerde beleid. [NRC Handelsblad, 28mei1996]