Een lange hechte vriendschap

[Over de tentoonstelling De schepping van een wereld: Izis fotografeert Chagall]


In het werk van de Franse fotograaf Izis (1911-1980) komt het woord 'dromen' telkens terug. Het zit in de titel van het boek waarmee hij in 1950 internationaal zijn roem vestigde, Paris des Rêves; Parijs van de dromen. En ook het recent verschenen oeuvre-overzicht maakt in de titel die verwijzing: Captive Dreams.
Dromen is het woord dat past bij het beeld van de jonge Israeliër Bidermanas (geboren als Israel Biderman: de naamsverandering was een gevolg van de onafhankelijkheid van Litouwen in 1918) die, negentien jaar oud, de armoede in zijn geboorteland ontvlucht en op reis gaat naar het mondaine Parijs. En het is het woord dat als geen ander passend is voor het werk dat hij daar zou maken, werk waarin op een enkele uitzondering na altijd mensen voorkomen. Eén ding hebben al die mensen gemeen: ze ontvluchten de alledaagse beslommeringen - in spelletjes, in feesten en, uiteraard, in de liefde. Even zijn ze niet van deze wereld, zoals de bellenblazer die de omslag van het oeuvre-overzicht siert. Het is het romantische soort fotografie, resultaat van een scherp oog voor detail en van eindeloos veel geduld, zoals die ook bedreven werd door generatiegenoten als Brassaï, Cartier-Bresson, Doisneau en Ronis.
Het verbaast dan ook nauwelijks dat de vloeiende en poëtische beeldtaal van Marc Chagall de fotograaf Izis vooral aansprak omdat het hem deed 'wegdromen', zoals hij in een interview zei. De fotograaf en de kunstenaar ontmoetten elkaar in Parijs in 1949. Chagall, geboren in Rusland en al in 1910 naar Parijs geëmigreerd, was net terug uit New York waar hij de oorlogsjaren had doorgebracht. Izis van het pas opgerichte Paris Match de opdracht gekregen enkele foto's van Chagall te maken. Uit die eenvoudige opdracht groeide een jarenlange hechte vriendschap waarin naast hun gemeenschappelijke joods-Russische achtergrond ook de artistieke verwantschap een rol speelde. Tenslotte is de kunstenaar als geen ander een dromer, de schepper van een eigen wereld.
Hun vriendschap stelde Izis niet alleen in staat Chagall privé te fotograferen maar ook aanwezig te zijn bij de verschillende fases van zijn artistieke werkproces: van het eerste introspectieve moment van inspiratie tot de uitvoering van grootschalige en monumentale werken. Een deel van deze foto's werd in 1969 gepubliceerd in het boek Le Monde de Chagall, maar over het algemeen leidden ze een stil bestaan. In het grote Izis-retrospectief tijdens de Mois de la Photo in 1988 kwam maar een enkel beeld uit deze serie voor en ook Captive Dreams gaat er vrijwel aan voorbij.
Voor de Nederlandse fotografen Leo Divendal en Machiel Botman, die Izis persoonlijk kenden en betrokken waren bij de totstandkoming van het retrospectief in 1988, vormde deze omissie aanleiding tot een speciale tentoonstelling. De nabestaanden van de fotograaf gaven hen toegang tot het meer dan drieduizend foto's omvattende Chagall-archief, en lieten hen uit de contactdrukken een geheel eigen selectie maken. Het resultaat van dit drie jaar durende project is de ruim 130 foto's omvattende tentoonstelling die nu te zien is in het Joods Historisch Museum.
De foto's beslaan de periode tussen 1949 en 1969. Chagall, die we op een prachtig uit 1965 daterend portret leren kennen als een bedachtzame man met een wat boers uiterlijk en kinderlijke ogen, verruimde in die jaren zijn kunstenaarschap met een scala aan nieuwe technieken. In het verleden had hij zich vooral toegelegd op het vervaardigen van tekeningen, schilderijen en etsen, nu richtte hij zich op keramiek en lithografieën en het ontwerpen van wandtapijten, glas-in-lood ramen en theaterdecors en -kostuums.
Dankzij hun bijzondere relatie was Izis in staat een beeld van dit hele scala van Chagalls kunstenaarschap te schetsen. In onthullende sequenties kijk je over de schouder van de kunstenaar mee naar het ontstaan van twee zelfportretten en een tekening. De handen van Chagall lijken het papier te strelen. Het is een beeld dat in de tentoonstelling veelvuldig wordt herhaald: het onder de handen groeien van een kunstwerk.
In een reusachtig uitvergroot vel met contactdrukken zie je Chagall met een meterslang penseel werken aan het theaterdecor voor Daphnis en Chloë. En hoewel Izis door het formaat van de doeken gedwongen werd grote afstand te nemen, weet hij door het vastleggen van houding en gebaren toch dezelfde spanning van het scheppingsproces over te brengen.
Voor Izis was het fotograferen van Chagall slechts een van zijn vele werkzaamheden. Zijn foto's vormen een document, en beslist geen documentaire. Daarvoor bevatten ze te veel hiaten. Chagalls projecten besloegen soms diverse jaren, zoals de beschildering van de koepel van de Opéra Garnier in Parijs, het maken van de wandtapijten voor de Knesset en de gebrandschilderde ramen voor de kathedraal in Metz en de synagoge van het Hadassah Medisch Centrum in Jeruzalem. Izis' beeld daarvan is fragmentarisch. Die indruk wordt versterkt door de variërende formaten en het zowel hangend als liggend presenteren van de foto's. Door die presentatie in het Joods Historisch Museum wordt het beeld uiteengerukt, hetgeen afbreuk doet aan de intimiteit van de foto's en om in stijl te blijven allesbehalve droom-bevorderend werkt.
In de catalogus, een uitstekende aanvulling op het overzicht in Captive Dreams komt de samenhang van Izis' foto's beter tot zijn recht. [in: NRC Handelsblad, 2feb1994]