Fotomuseum in Sittard gaat dicht

ROTTERDAM, 18 MAART. Het anderhalf jaar oude Nederlands Fotomuseum in Sittard wordt nog dit jaar opgeheven om plaats te maken voor een nieuw 'Euregionaal museum voor hedendaagse kunst'. Het museum moet van Sittard een 'doorgeefluik' maken voor internationale cultuurcentra als Keulen, Bonn, Antwerpen en Brussel.

In Sittard is over het plan grote beroering ontstaan. Een meerderheid van de raadscommisie cultuur heeft de voorkeur het Fotomuseum te vervangen door een streekhistorisch museum. Cultuur-wethouder Ed Arets (CDA) wordt verweten 'de ene te grote broek in te ruilen voor de andere'.
B&W hebben zich inmiddels achter het voorstel geschaard, dat vervat is in een rapport geschreven door Stijn Huijts, interim-manager van kunstcentrum Het Domein waarvan ook het Fotomuseum deel uitmaakt. Coen Eggen, initiatiefnemer en conservator van het Fotomuseum, kreeg naar eigen zeggen een spreekverbod opgelegd.
Het Nederlands Fotomuseum werd in oktober 1993 geopend door de toenmalige minister van WVC, Hedy d'Ancona, als onderdeel van het kunstcentrum Het Domein. Dit centrum, gevestigd in een voor bijna vier miljoen gulden verbouwde negentiende-eeuwse school, biedt behalve het Fotomuseum onderdak aan het Centrum Beeldende Kunst, een filmhuis en een kunstuitleen.
Het Fotomuseum kent een permanente opstelling waarin aandacht wordt besteed aan de technische ontwikkeling van de fotografie. Daarnaast worden tentoonstellingen georganiseerd van met name hedendaagse fotografen. Het museum had de beschikking over een jaarlijks aankoopbudget van 100.000 gulden, en bezit inmiddels een collectie van ruim zeshonderd fotowerken van tachtig in Nederland wonende fotografen en met fotografie werkende beeldend kunstenaars.
Het specifiek verzamelen van fotografie is een uitzondering onder Nederlandse kunstinstellingen. In haar openingstoespraak noemde d'Ancona het Fotomuseum daarom 'een waardevolle aanvulling voor de fotografische infrastructuur'.
Het Fotomuseum heeft haar belofte echter niet waar kunnen maken. Bezoekersaantallen en publiciteit bleven achter bij de verwachtingen. In zijn beleidsnota noemt Huijts de ambities daarom 'niet realistisch', en stelt voor het Centrum Beeldende Kunst uit te bouwen tot een 'Euregionaal museum voor hedendaagse kunst'. Het museum moet een 'bovenlokale, nationale en internationale' uitstraling hebben, en een 'voorhoedefunctie in de kunstwereld' vervullen. Het museum moet 20.000 bezoekers per jaar trekken, het dubbele van het huidige bezoekersaantal.
Voor het Fotomuseum in zijn huidige vorm is binnen dit plan geen plaats, de kunstuitleen (een dependance van de kunstuitleen in het Bonnefantenmuseum) zal vermoedelijk elders ondergebracht worden. De verzameling fotografica (historische apparatuur en toepassingen) zal worden afgestoten. In zijn nota noemt Huijts het 'aannemelijk' dat de aangelegde fotografiecollectie wel behouden zal blijven binnen het nieuwe museum. Over de status ervan wil Huijts zich echter niet uitlaten. [in: NRC Handelsblad, 18mrt1995]