Het aura van Sebastiao Salgado

[over Sebastiao Salgado's Workers]


Het moet een jaar of tien, vijftien geleden zijn dat arbeid door de serieuze documentair fotografen in Nederland als onderwerp werd "weggesaneerd'. Onder invloed van de moderne computer-technologie begon arbeid van gezicht te veranderen: het werd steriel en passief. Het sprak niet langer tot de verbeelding, en foto's leverde het ook al niet meer op.
Een tweede, dieper liggende oorzaak lag in het feit dat het fotograferen van arbeid hier altijd een politiek tintje heeft gehad. Niet arbeid maar arbeidsomstandigheden was het eigenlijke onderwerp van de sociaal fotograaf die, klassenstrijd en vereiste solidariteit indachtig, graag met een beschuldigende vinger wees. Maar arbeids- en levensomstandigheden in het begin van de jaren tachtig rechtvaardigden die houding niet langer. En dat de foto's die voorheen werden ingezet ter documentatie van slechte arbeidsomstandigheden, nu plots werden opgenomen in een pleidooi voor behoud van diezelfde arbeidsplaatsen, vergrootte evenmin het geloof in hun waarde.
Rond dezelfde tijd dat arbeidsfotografie hier als achterhaald terzijde werd geschoven, begon de Braziliaans/Franse fotograaf Sebastiao Salgado aan een monumentaal project: een wat hij noemde "visuele archeologie' van arbeid in het industriële tijdperk. De neerslag van zijn "onderzoek' is nu gepubliceerd in Workers, een boek dat evenals het project gerust monumentaal genoemd mag worden. Fotoboek is eigenlijk een te goedkope benaming voor dit zware en lijvige werkstuk van 400 pagina's waarop vrijwel zonder onderbreking bijna evenveel foto's paginagroot, over twee pagina's of op klein formaat over uitklappagina's zijn uitgesmeerd. (Dit alles exclusief de los bijgevoegde index met uitvoerige bijschriften.)
Ik geloof niet dat er een fotograaf is die de menselijke arbeid zo uitputtend, diepgravend en letterlijk globaal heeft gedocumenteerd als Salgado. Zijn werk voerde hem over zeven continenten, van de suikerrietplantages in Cuba en Brazilië tot de theeplantages in Roeanda, van de tonijnvissers op Sicilië tot de katoenplukkers in Bangladesh, van de slachthuizen in de VS tot de scheepswerven in Polen, van de fabricage van fietsen in China tot die van auto's in de Oekraïne en India, van de titanium- en magnesiummijnen in Kazakstan tot de zwavelmijnen in Indonesië, van de gouddelvers in de Sierra Pelada tot de tunnelboorders onder het Kanaal. Het scala grenst werkelijk aan het ongelooflijke. Maar het is niet alleen de omvang van het werk, het is ook de van iedere sensatie of goedkoop effectbejag gespeende wijze van fotograferen die bewondering verdient. Al eerder, in zijn boeken over de Sahel en Zuid-Amerika, deed Salgado zich kennen als een gevoelig en integer fotograaf in de humanistische traditie van Eugene Smith, Werner Bischof en Henri Cartier-Bresson en Robert Capa (waarvan de laatste drie niet toevallig de oprichters zijn van het agentschap Magnum waarvan Salgado sinds 1979 volwaardig lid is). Zijn foto's vallen ondanks de veelal mensonterende situaties die ze tonen op door hun esthetische compositie en een bijna strelend te noemen gebruik van licht. Het verschaft de mensen in zijn foto's een bijbels soort aura, nergens zo duidelijk zichtbaar als in zijn ook als losse serie reeds her en der gepubliceerde foto's van de gouddelvers van Sierra Pelada.
Compositie en licht, het zijn de formele middelen die hij hanteert om de mensen met wier lot hij begaan is in hun waarde te laten, en hen niet te reduceren tot "verschijnselen', tot eendimensionale slaven of slachtoffers. Het is een werkwijze waarmee hij in zijn beeldverhalen (en Workers is in essentie een aaneenschakeling van dertig van dergelijke verhalen) het leven kan laten zien in haar uitersten: leed naast liefde, leven naast dood, honger naast hoop. De foto's in Workers werken dan ook afwisselend als de mokerslag van een scheepssloper in Bangladesh of het zachte druppelen van het parfum op Réunion.
Inderdaad: die Nederlandse fotografen waren een beetje te vroeg met hun welvaartsoordeel. Aan de andere kant: ik betwijfel of er toen eentje tussen zat die het uithoudingsvermogen had om het zo mooi, zo afgewogen en compleet te doen als Salgado. [in: NRC Handelsblad, 24sep1993]