ROTTERDAM, 15 AUG. Met een oplage van 45.000 exemplaren verschijnt op 24 augustus aanstaande FotoNet, het nieuwe fototijdschrift van het Nederlands Foto Instituut (NFI) in Rotterdam. De hoge oplage doet een populaire opzet met cameratesten, advertenties en veel foto's vermoeden, maar zo is het niet: Weinig foto's en geen technische verhalen maar veel informatie voor de makers en gebruikers van fotografie, vat eindredacteur Rianne Van Dijck de formule van het nieuwe maandblad samen.FotoNet zal zich in de eerste plaats richten op de professionele markt, aldus Van Dijck (1965), voorheen eindredacteur bij de VPRO-gids en medewerker van het tijdschrift Foto. Behalve nieuws en informatie wil FotoNet vooral ruimte bieden aan 'korte essays over de raakvlakken van de fotografie met disciplines als reclame, voorlichting en journalistiek'. Niet het beeld maar de achtergrond ervan wordt in FotoNet belicht. Zo willen we de inhoudelijke discussie over de maatschappelijke invloed van het medium bevorderen, aldus Van Dijck.
Een dergelijke invulling zal koren op de molen zijn van de critici van het inmiddels anderhalf jaar oude NFI, die van mening zijn dat het instituut de fotografie juist binnen de beeldende kunst zou moeten profileren, weet Van Dijck. FotoNet wil in die controverse geen positie innemen, stelt zij.
Behalve Van Dijck telt de redactie nog twee bureaumedewerkers. Per aflevering zullen steeds andere auteurs voor een bijdrage benaderd worden. Van Dijck: Dat is een kwestie van geld, maar op die manier kan ook voorkomen worden dat FotoNet het huisorgaan van het NFI wordt. Dat de eerste aflevering behalve artikelen over digitale beeldmanipulatie en Robert Frank ook bijdragen bevat over de expositie Magnum Cinema en de tentoonstellingenreeks Image of Politcs (beide in september in het NFI te zien) noemt Van Dijck 'niet maatgevend'. De rompslomp van het eerste nummer maakte het nodig om wat de bijdragen betreft op zeker te spelen.
De uitgave van een eigen fototijdschrift was een van de subsidievoorwaarden van het ministerie van (toen nog) WVC bij de oprichting van het NFI. Dat de verschijning van FotoNet anderhalf jaar op zich heeft laten wachten, heeft volgens NFI-directeur Adriaan Monshouwer praktische oorzaken.
Het ministerie stelt slechts 60.000 gulden beschikbaar en dat is voor een tijdschrift te weinig. Monshouwer vond uiteindelijk de populaire fotobladen Foto en Focus en het meer op de professionele markt gerichte P/F bereid bij te dragen in de exploitatie. Daarmee financieren drie concurrenten een nieuwe concurrent, aldus Monshouwer: FotoNet is een aanvulling op de bestaande uitgaves. [NRC Handelsblad, 15aug1995]
Een dergelijke invulling zal koren op de molen zijn van de critici van het inmiddels anderhalf jaar oude NFI, die van mening zijn dat het instituut de fotografie juist binnen de beeldende kunst zou moeten profileren, weet Van Dijck. FotoNet wil in die controverse geen positie innemen, stelt zij.
Behalve Van Dijck telt de redactie nog twee bureaumedewerkers. Per aflevering zullen steeds andere auteurs voor een bijdrage benaderd worden. Van Dijck: Dat is een kwestie van geld, maar op die manier kan ook voorkomen worden dat FotoNet het huisorgaan van het NFI wordt. Dat de eerste aflevering behalve artikelen over digitale beeldmanipulatie en Robert Frank ook bijdragen bevat over de expositie Magnum Cinema en de tentoonstellingenreeks Image of Politcs (beide in september in het NFI te zien) noemt Van Dijck 'niet maatgevend'. De rompslomp van het eerste nummer maakte het nodig om wat de bijdragen betreft op zeker te spelen.
De uitgave van een eigen fototijdschrift was een van de subsidievoorwaarden van het ministerie van (toen nog) WVC bij de oprichting van het NFI. Dat de verschijning van FotoNet anderhalf jaar op zich heeft laten wachten, heeft volgens NFI-directeur Adriaan Monshouwer praktische oorzaken.
Het ministerie stelt slechts 60.000 gulden beschikbaar en dat is voor een tijdschrift te weinig. Monshouwer vond uiteindelijk de populaire fotobladen Foto en Focus en het meer op de professionele markt gerichte P/F bereid bij te dragen in de exploitatie. Daarmee financieren drie concurrenten een nieuwe concurrent, aldus Monshouwer: FotoNet is een aanvulling op de bestaande uitgaves. [NRC Handelsblad, 15aug1995]