Ook de schaduwzijde

[Over Abbas' Allah O Akbar]

Foto: Allah O Akbar - God is groot, met die woorden worden dagelijks overal in de islamitische wereld de gelovigen opgeroepen tot gebed. Magnum-fotograaf Abbas moet ze ontelbare malen hebben gehoord terwijl hij werkte aan zijn alleen al door de omvang (300 foto's uit 29 landen verspreid over 4 continenten) indrukwekkende documentaire over de islam.
Hoewel de foto's hoofdzakelijk in de afgelopen zeven jaar gemaakt zijn, begint hij zijn boek in zijn geboorteland Iran, waar in september 1978 het leger in Teheran het vuur opende op islamitische demonstranten tegen de Sjah. Het markeerde het begin van de revolutie, schrijft Abbas en dus van de manipulatie.
Hij was in eerste instantie weliswaar actief betrokken, maar weigerde zijn objectiviteit op te geven voor 'het goede doel'. Hij fotografeerde ook de schaduwzijde van de revolutie: de onderdrukking, de mishandelingen en de politieke executies. Toen de mullahs de revolutie hadden geconfisqueerd werd hij tot 'camera non grata' verklaard en vluchtte.
In het verslag dat hij daarop besloot te maken van de schokgolven die de Iraanse revolutie elders teweegbracht, klinken die ervaringen regelmatig door. Haarfijn schrijft hij over de hypocrisie van de geestelijke leiders en hun woordvoerders, maar fotograferen kan hij het vaak niet.
Het stemgeluid van een populaire zangeres die in Egypte als toonbeeld van gelovigheid wordt beschouwd, zou in Iran nooit uitgezonden worden. Terwijl Abbas daar weer te woord wordt gestaan door een fundamentalistische journaliste die onder haar religieus correcte gewaad fijne westerse nylonkousen draagt.
Vergelijkbaar daarmee is bovenstaand straattafereel in het Chinese Kashgare. De vrouw die haar schapen voorgaat voldoet wat haar bovenkant betreft aan de islamitische eis, maar ter onderzijde rukt reeds de westerse allure op. [in: NRC Handelsblad, 10dec1994]