Snottebellen en spijkerhard

[Over: SAMPA! Fotografie uit Sao Paulo, Kunstencentrum Het Domein, Sittard.]

Rond het Sittardse kunstencentrum Het Domein ontstond in maart vorig jaar enige beroering, omdat het erin opgenomen Nederlands Fotomuseum werd opgeheven. De sluiting van het nog maar anderhalf jaar oude museum, en het vertrek korte tijd later van directeur en foto-conservator Coen Eggen, maakte onderdeel uit van een plan tot omvorming van Het Domein tot 'interregionaal museum voor hedendaagse kunst'.
Het Fotomuseum had in zijn korte bestaan behalve een collectie historische apparatuur ook een aanzienlijke verzameling aangelegd bestaande uit ruim 600 foto's van merendeels jonge Nederlandse fotografen en beeldend kunstenaars. Na de sluiting werd van de collectie en van het beoogde interregionale museum weinig meer vernomen.
In een recent interview in Hollands Licht, het tijdschrift van de fotografenvereniging GKf, uit ex-fotoconservator Eggen stevige kritiek op zijn opvolger.
De foto's en de apparatuur zijn opgeslagen in de kelder. In een heel klein hoekje is af en toe wat te bezichtigen. Er zijn zelfs plannen om grote delen te verkopen, aldus Eggen. De huidige Domein-directeur Stijn Huijts ontkent Eggens beschuldigingen met klem. Huijts: Sinds begin dit jaar worden permanent werken uit de eigen collectie geëxposeerd, en verkocht wordt er zeker niets. Er worden juist regelmatig aanvullende aankopen gedaan, zoals recentelijk nog foto's van Dolron, Dijkstra en Van de Ven. Wel bevestigt hij dat er gepoogd wordt de fotografica (historische apparatuur en dergelijke) elders onder te brengen.
Huijts wijdt Eggens kritiek aan 'begrijpelijke emoties'. Wat hier nu met fotografie gebeurt heeft niet de schaal die hem met het museum voor ogen stond. Maar zijn ambitie uit te groeien tot een nationaal fotomuseum, was onhaalbaar. Daarvoor ontbreekt hier nu eenmaal de lokatie en het budget.

De bescheidenheid die Huijts propageert wordt duidelijk gemaakt door Sampa, de tentoonstelling met werk van negen fotografen uit het Braziliaanse Sao Paulo waarvoor de expositie van de eigen collectie uit ruimtegebrek tijdelijk plaats heeft moeten maken.
Niet alleen is de omvang gezien het aantal deelnemers gering (veertig werken, variërend van reportagefotografie tot uit meerdere foto's opgebouwde installaties) ook de inhoudelijke en visuele kwaliteit van het gebodene laat te wensen over. Aquarel-achtige gomdrukken van schepen (Cassio Vasconcellos), onder de kopieer- of ontwikkelmachine uitgerekte naakten (Adi Leite), onscherpe grootformaat Polaroids die een hond op een monster doen lijken (Juan Esteves), een 'reportage' over landlozen die bol staat van kinderen met snottebellen (Adriana Zehbrauskas) - het is allemaal even vlak en triviaal.
Slechts twee fotografen weten zich te onttrekken aan de middelmatigheid: Rochelle Costi, van wie een heldere en mooi uitgevoerde assemblage wordt gepresenteerd over het thema status (ze maakte gebruik van symbolen als een kroon, rozen en een weegschaal, die ze vervolgens plaatste in een prachtig bewerkte ronde zilveren fotolijst), en Marlene Bergamo.
Van Bergamo hangen zes foto's verstopt in een apart zaaltje, achter een met zwart fluweel beklede deur, omdat ze, zoals het bordje bij de ingang waarschuwt, wel eens als schokkend ervaren kunnen worden. Het klinkt bemoeizuchtig, maar wat Bergamo laat zien liegt er niet om: close-ups van slachtoffers van moord en doodslag, gefotografeerd op de plekken des onheils.
Met ingeslagen hersens of doorgesneden keel liggen ze in haveloos niemandsland, op het terras voor een bakstenen krot, of de vloer van een smerige keuken. Om het te kunnen fotograferen moet Bergamo bijna bovenop de lichamen zijn gekropen, zoals blijkt uit de foto waarin ze zich concentreerde op een met bloed en vuil besmeurde hand die in een krampachtig en machteloos gebaar onder de plooien van een niet meer witte jurk uitsteekt.
Het resultaat is confronterend en spijkerhard maar heeft tegelijkertijd, door z'n warme kleuren en bijna thriller-achtige opbouw, als foto een onmiskenbare aantrekkingskracht.
Bergamo's foto's appelleren aan de sensatiezucht, maar ze zijn ook (in de dubbele betekenis) vreselijk mooi. En juist die doelbewuste spanning tussen gruwelijkheid en visuele schoonheid geeft haar werk een impact die dat van haar landgenoten ontbeert. [NRC Handelsblad, 28aug1996]