Soms is de plek wit

[Over Milton Rogovin's Tryptichs]

Een portret is, als iedere foto, een momentopname. Maar zet een paar met tussenpozen gemaakte portretten van een en dezelfde persoon bij elkaar, en ze laten ondanks alle stilstand het verstrijken van de tijd zien (de foto's hierboven werden gemaakt in 1973, 1985 en 1992). In 1972 begon Milton Rogovin, oogarts in de voornamelijk door zwarten en Hispanics bewoonde Lower West Side van Buffalo, New York, foto's te maken van zijn patiënten, hun familie en vrienden: eenvoudige, geposeerde portretten in de huiskamer, op de stoep of zo maar tegen een muurtje in de straat.
In het begin van de jaren tachtig en inmiddels gepensioneerd keerde Rogovin terug, en weer tien jaar later nog eens. De resultaten van zijn documentaire verschenen onlangs in een boek met de wat kunstzinnige titel Triptychs. Negenenveertig drieluiken bevat het, plus eentje waarin de fotograaf ook zelf te zien is. Het is in alle eenvoud een ontroerend boek over tijd en verandering, liefde en dood.
Er is die schier eindeloze variatie van levens: ouders met kinderen, grootouders met kleinkinderen, ouders met ouders en kinderen. Die kinderen groeien op en krijgen zelf kinderen, en verliezen ze soms weer. Echtgenoten verdwijnen, echtgenotes ook. Ouders worden begraven, en hun plaats wordt ingenomen door keurig ingelijste foto's op de kast. Soms is de plek waar de meest recente foto zou moeten staan wit, en staat er in plaats van een jaartal het woordje 'overleden'.
In een boek dat gaat over verandering is Lower West Side de enige constante. Al blijft de buurt stelselmatig buiten beeld, aan de randen kiert ie onvermijdelijk de foto's binnen: verveloze gevels, vuilnis, graffiti. Toch, voor een wijk die wordt gekenmerkt door werkloosheid, verwaarlozing, drugs, gangs, aids, prostitutie en moord (aldus inleidster JoAnn Wypijewsky) ziet het er binnen eigenlijk onberispelijk uit - Rogovins zitters proberen ondanks alles het hoofd boven water te houden. En net als de almaar inkrimpende en uitdijende familierelaties, zijn ook die interieurs, rekwisieten en kleding een teken des tijds. Wat alle verandering aanricht in al die levens laat zich slechts gissen. Een enkeling lijkt onaangedaan door het verstrijken van de tijd, maar hier en daar spreken de sporen op de gezichten boekdelen. Zo gaat dat met deze foto's: ze laten iets zien door het vooral te suggereren. [in NRC Handelsblad, 13mei1995]