Soms komen fotografen te dichtbij

[Over de vierde editie van Fotofestival Naarden]

Soms komen fotografen te dichtbij. Zoals Ken Oosterbroek, die op 18 april vorig jaar in Zuid-Afrika omkwam toen hij probeerde te vluchten voor een schietpartij. Of de Rus Andrej Solovjev, in september 1993 dodelijk getroffen tijdens het fotograferen van de strijd in Soechoemi, Georgië.
Beider werk maakt samen met dat van Hansi Kraus en Dan Eldon (in juli 1993 in Mogadishu gestenigd door een woedende menigte) deel uit van de postume tentoonstelling Images of Conflict die te zien is op het afgelopen vrijdag geopende fotofestival in Naarden. Het fotofestival in Naarden is het eerste van vier fotofestivals die dit jaar plaatsvinden. De foto's van Kraus, Eldon, Solovjev en Oosterbroek hangen niet alleen aan de wand: ze staan ook achter prikkeldraad of liggen op stapels puin. Op de muren zijn in haastige felrode letters de namen geschreven van nog eens tien andere collega's die sinds de vorige editie van het festival in 1992 het leven lieten tijdens hun werk. Het maakt het kijken tot een beklemmende ervaring.
Images of Conflict is met acht andere tentoonstellingen ondergebracht in de catacomben onder een van de vestingwallen, waar ze gezamenlijk worden gepresenteerd onder het thema tolerantie - een nogal gezochte constructie die de lading niet of nauwelijks dekt. Donna Ferrato's aangrijpende reportage over vrouwenmishandeling in de Verenigde Staten valt er nog wel onder te rangschikken, evenals de wisselvallige tentoonstelling Positive Lives, gemaakt door verschillende fotografen van het Engelse agentschap Network over de beeldvorming rond aids-patiënten. Al iets meer goede wil is er nodig voor Erwin Olafs vrolijk kitscherige glamourportretten van verstandelijke gehandicapten. Maar wat de springend in een studio gefotografeerde modellen van Carli Hermes, de dromerige pictorale portretten van Joke van Katwijk of de (weliswaar verrassende) door Paul Fleming letterlijk op straat gemaakte foto's van wandelende schoenen met tolerantie te maken hebben is een raadsel.
Op de vierde editie van het Naardense festival zijn in totaal 18 solo- en groepsexposities te zien. Met een budget van 450 duizend gulden mag het tot het commercieel succesvolste Nederlandse fotofestival gerekend worden. Het is ook zonder meer het overzichtelijkste festival: binnen de muren van de oude vesting bevindt iedere expositie zich op nog geen vijf minuten lopen van de andere.
Visies op Rusland heet de hoofdtentoonstelling van de manifestatie in de Grote Kerk, die binnen een zakelijk maar gevarieerd ontwerp van Victor Levie een overdonderende hoeveelheid van 360 foto's bijeenbrengt, gemaakt door zowel Russische als westerse fotografen. Uitmaken doet die afkomst overigens niet; westerlingen en Russen verschillen nauwelijks in het harde, bittere beeld dat ze geven van dagelijks leven in het voormalige rijk.
Visies op Rusland vraagt een sterke maag. De oorlog in Tsjetsjenië vastgelegd door Oleg Klimov en Leo Erken, Lise Sarfati's trieste reportage over het twaalfjarige Moskouse straatschoffie Dima Jokovlev, de spijkerharde kleurenfoto's van Hans-Jürgen Burkard (een snelle wip achter het station, misdadigers getransporteerd in een kooi, de detox in het politiestation) - het is een ziekmakende hoeveelheid gruwel en ellende die er wordt voorgeschoteld.
Dermate indringend en verbijsterend zijn al die foto's dat ze al het andere overstralen. Ze scheppen een atmosfeer die ook aan de wel degelijk aanwezige vrolijkere foto's (een meisje dat op het station afscheid neemt van haar vriendje, dansende dorpsnotabelen rond de accordeon, het archaïsche leven in Oezbekistan in de subtiele en verstilde foto's van Ljalja Koeznetsova) iets dreigends verleent. In een aantal gevallen zijn die uitersten in het werk van een fotograaf verenigd, zoals bijvoorbeeld bij de Amerikaan Anthony Suau. Pal naast de vormeloze hoop blubber die overbleef van een Tsetsjeense soldaat toont hij de foto van een frivool opwaaiende zomerjurk tijdens het pootjebaden in de rivier.
Een inventarisatie van de stand van zaken in de fotografie, zoals de manifestaties die voorheen door Perspektief in Rotterdam werden georganiseerd, is Naarden niet. Het is een compilatie. Vandaar dat er ook alle ruimte is voor de kinderfoto's van Theo Baart, de hilarische Amsterdamse verkeerstaferelen van Hans van der Meer en voor zelfportretten die de laatste tijd overigens opvallend vaak Ego Documents heten.
Hieraan conclusies verbinden is onmogelijk, of het zou moeten zijn dat de organisatie ditmaal uitzonderlijk goed werk gekozen heeft, zeker wat betreft de fotojournalistiek.
Die fotojournalistiek kwam op de dag na de opening nog even aan de orde in een debatje tussen een aantal fotoredacteuren van landelijke dagbladen. Over de esthetisering van de persfoto zou het moeten gaan. Want persfoto's worden namelijk steeds mooier, al doet zo'n uitspraak gezien de foto's in Visies op Rusland wat merkwaardig aan. Na enkele provocerende uitspraken van hoofdredacteur Peter van Dijk van het Algemeen Dagblad ('natuurlijk mogen er uitsnedes van foto's gemaakt worden') bloedde het gesprek allengs dood. Want persfoto's moeten in de eerste plaats informatief zijn, daarover was iedereen het eens. Wat fotografen als Ken Oosterbroek en Andrej Solovjev zouden hebben beaamd, waren zij nog in leven geweest. [i NRC Handelsblad, 15mei1995]