Wandelaar in de jeugd van de fotografie


Wat is het toch dat sommige 19de-eeuwse foto's zo aanstekelijk maakt? Misschien dit: die tot niets verplichtende en naar huidige maatstaven zo bescheiden pretentie.
Neem nu de heerlijke tentoonstelling die momenteel van de Engelsman Joseph Gale (1835-1906) te zien is in fotografisch centrum De Moor in Amsterdam. Dertig landschapjes omvat de tentoonstelling: opmerkelijk goed bewaard gebleven platinum en kool-bromide drukken, het merendeel unica afkomstig uit de nalatenschap van een bevriende schilder aan wie Gale de drukken eind 19de eeuw schonk. Stuk voor stuk zijn het ingetogen, zorgvuldig gecomponeerde foto's vol prachtige details die op hun intieme formaat een betoverende uitstraling hebben. 
Het is fotografie uit de kinderjaren van het medium met geen andere bedoeling dan fotografie te zijn.

Joseph Gale was architect. In 1859 kwam hij in aanraking met de fotografie. Het is opmerkelijk dat hij het medium niet aanwendde voor het vastleggen van architectuur: hij had er zijn praktijk voor zijn opdrachtgevers ongetwijfeld een stuk aantrekkelijker mee kunnen maken.
Fotografie bleef voor Gale een liefhebberij die hij combineerde met een andere: hij was een fervent wandelaar. Op zijn tochten nam hij camera, statief en donkere-kamertent in een rugzak mee. Dat moet een hele opgave geweest zijn, en niet alleen vanwege het gewicht: in de afgelegen streken waar hij fotografeerde had men vaak nog nooit een camera gezien. Het verhaal wil dat hij dan ook regelmatig op een woedende bevolking stuitte die zijn camera voor een duivelse machine hield waarmee kogels en explosieven konden worden afgevuurd.

Tijdens zijn wandelingen door Sussex, Berkshire en Schotland fotografeerde Gale landschap en landleven. Zijn foto's tonen met paarden bespannen wagens en ploegen, koeien in het veld, landarbeiders poserend voor een hooiwagen, een herdersjongen leunend tegen een hek, een boerderij aan het water. Het zijn bescheiden foto's vol prachtige, haarscherpe details: het leisteen op de daken, het beslag van de paarden, de kleding, de sporen op de oever.

Bewijs van Gale's vakmanschap is het feit dat hij er vaak in slaagde zowel de voorgrond als de lucht doortekenend te laten zijn. In die dagen was het meestal het een of het ander. De oplossing lag in het over elkaar afdrukken van twee negatieven. Gale was in zijn experimenteerdagen evenmin wars van deze praktijk, maar in de jaren waaruit de in De Moor geëxposeerde foto's stammen (1885-1895) kon hij met één negatief volstaan.

Een van de mooiste foto's is die van twee vrouwen bij een deur. Het licht valt schuin over de deuropening. De diagonaal van het licht wordt gekruist door de diagonaal van de gezichten van de vrouwen. Die tweede diagonaal komt uit bij een linksonder in het beeld geplaatst meisje: een perfect gecomponeerd kleinood, gemaakt rond 1890.

Gale was met Henry Peach Robinson, J. Craig Annan en Frederick H. Evans oprichter van The Brotherhood of the Linked Ring (1892). De Linked Ring was de eerste vereniging van fotografen die fotografie propageerde als een zelfstandig medium dat beoordeeld moest worden naar eigen maatstaven en niet naar die voor de schilderkunst. In al hun bescheidenheid laten deze dertig foto's een eeuw na dato nog altijd zien wat die mening waard is.


De tentoonstelling is georganiseerd door Joseph Geraci die zijn Vintage Gallery, voorheen gehuisvest in Canon Image Center, op de bovenste verdieping in de Bethaniënstraat heeft kunnen onderbrengen. [in: NRC Handelsblad, 9feb1994]