Zeekool tussen het juttersgoed

[Over Howard Sooley (fotografie); Derek Jarman's Garden]

Als Derek Jarman op een van de eerste pagina's van Derek Jarman's Garden bekent dat hij van jongsafaan een gepassioneerd tuinier is, is dat meer dan een uitlating over zijn hobby: met deze uitspraak plaatst hij zichzelf in een eerbiedwaardige Engelse traditie. Het is een onvermoede kant van de wegens zijn expliciete homoseksuele en sado-masochistische fantasieën controversiële schrijver, beeldend kunstenaar en filmer. Jarman overleed in februari 1994 op 52-jarige leeftijd aan de gevolgen van aids.
In 1986 kocht Jarman Prospect Cottage, een oude vissershut aan de kust van het graafschap Kent. Tweehonderd meter van de voordeur begon de zee; vanuit het slaapkamerraam had hij een ongestoord uitzicht op de kerncentrale van Dungeness. Deze mengeling van idyllisch en draconisch komt ook in zijn werk regelmatig voor.
Behalve met hondsroos, zeekool en andere planten begon Jarman zijn tuin te vullen met buitennissige assemblages gemaakt van juttersgoed en allerhande op rommelmarkten gekocht tuingereedschap. Aangespoeld wrakhout gebruikte hij om zijn groeisels en bloeisels te stutten en af te perken.
Op die manier groeide de tuin uit tot een kunstwerk dat symbool staat voor het kunstenaarschap zelf; het tot bloei brengen uit het niets. Het wisselen van de seizoenen gaf het geheel een extra dimensie. Het vormt de afspiegeling van leven en dood, waarbij de groei van de tuin in scherp contrast staat met de gestaag vorderende aftakeling van Jarman zelf.
Ook Derek Jarman's Garden is, zij het op een bescheidener manier, een kunstwerkje. Het houdt het midden tussen een fotoboek, een tuinboek en een dagboek. De foto's zijn gemaakt door Howard Sooley, evenals Jarman hartstochtelijk tuinier en vanaf 1991 nauw betrokken bij diens werkzaamheden. Zijn foto's onderscheiden zich van het vette, liefst zo gedetailleerd mogelijke kleurenwerk waarmee boeken over tuinen doorgaans geïllustreerd worden. Veel van zijn stillevens en close-ups zouden niet misstaan aan de wand van een kunstgalerie.
De foto's gaan vergezeld van teksten van Jarman zelf, over de aanleg en het onderhoud van de tuin, de planten en de veranderingen. Maar nergens wordt het een handleiding voor de doe-het-zelver. Filosofietjes over het gazon ('met dezelfde inspanning eet je een jaar lang stokboon en bloemkool'), de waarde van het levenslange gebruik van het hetzelfde tuingereedschap en de betekenis van het woord paradijs, worden afgewisseld met jeugdherinneringen, kleine alledaagse beslommeringen en notities over de voortgang van zijn slopende ziekte.
De tuin, die na Jarmans dood door levensgezel Keith Collins verder is ontwikkeld, is, hoe kan het ook anders, inmiddels een trekpleister voor zondagse tuintoeristen geworden.
Maar ook postuum blijft Jarman onderwerp van controverse. Want zoals The Independent on Sunday onlangs meldde heeft de plaatselijke vertegenwoordiger van de stichting English Nature, bezwaar gemaakt tegen de tuin. Dat de kiezelstranden van Kent een beschermd landschap vormen waar helemaal geen tuin in thuishoort is nog tot daar aan toe, maar dat er on-Engelse planten zoals de rode valeriaan in staan, kan niet door de beugel. Om dit bezwaar op juiste waarde te schatten, is het nodig te weten dat de gewraakte plantensoort al sinds 1400 in Engeland voorkomt. [NRC Handelsblad, 4aug1995]