Fotodorp

Hoe onbekend en onbeschreven mag iemand zijn om directeur van het Nederlands Foto Instituut (NFI) in Rotterdam te worden? Deze vraag verdeelt de fotografiewereld sinds de recente benoeming van Loek van der Molen als opvolger van Adriaan Monshouwer.

De scepsis is groot: immers, slechts twee beleidsplannen (geëffectueerd, dat wel) inzake provinciale fotografie-opdrachten heeft de 51-jarige cultureel ambtenaar uit Gelderland op zijn conto. Meer is in de fotografie-wereld niet van hem bekend. De opvolger van Monshouwer mocht vooral niet controversiëel zijn, zo lijkt het bestuur van het NFI te denken, want de positie van het instituut is immers wankel bij geldschieters als het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en gemeente Rotterdam. Het NFI-bestuur wenste ook in het verleden al bij voorkeur de kool en de geit te sparen. Maar met zo'n houding kom je meestal niet ver, en dat lijkt ook nu weer het geval.

Het is de vraag hoe serieus het bestuur de situatie van 'haar' NFI neemt. De bezoekersaantallen blijven achter bij de verwachtingen, de beoogde beleidsmatige rol wordt niet waargemaakt. Aan de budgetten wordt nu al getornd. Geen wonder dus dat het rond het NFI gonst en zoemt terwijl de nieuwe directeur zich op de vlakte houdt om pas als hij zich op 1 april full-time aan zijn taken kan wijden zijn plannen te gaan ontvouwen. Woorden als 'schandaal' en 'desastreus' vallen regelmatig - al wil vooral niemand ze op zijn of haar naam hebben.

En dat is kenmerkend voor het dorp van de Nederlandse fotografie, waarin iedereen iedereen kent en openlijke inhoudelijke discussie stelselmatig uit de weg wordt gegaan. Het zou, zoals ook in Geert Maks recente boek Hoe God vertrok uit Jorwerd beschrijft, de zaken maar nodeloos op scherp stellen; morgen is er weer een dag waarop men elkaar nodig heeft.

Onbegrijpelijk is het gebrek aan openhartigheid dus geenszins, contraproduktief is het wel. Het heeft niet alleen het NFI vanaf het begin opgebroken maar ook het bestuur alle ruimte gegeven voor halfslachtig beleid. Het lijkt haast wel of nog geen drie jaar na de opening van het NFI de afbraak van het instituut het nieuwe doel van het bestuur is geworden. De vraag is of de nieuwe directeur het instituut én de Nederlandse fotografie van die doem kan verlossen. In Jorwerd was het de voorgenomen bouw van een nieuwe wijk die de mensen er toe bracht zich werkelijk uit te spreken. Dat maakte de sfeer er niet vrolijker op, maar duidelijkheid schiep het zeker. En daar konden ze weer jaren mee vooruit. Wellicht dat ook het fotodorp eens in die richting zou kunnen denken. Overigens: die nieuwbouwwijk in Jorwerd kwam er niet. [NRC Handelsblad, 7feb1997]