Honderden meters terloopse schoonheid


Nederlands grootste fotoarchief neemt vandaag officieel zijn nieuwe behuizing in gebruik: 270 archiefkasten, 400 meter stellingkasten en één kluis. Kosten: 1,2 miljoen gulden. "Als iemand boerenkool met worst wil op een Delfts-blauw bord dan hebben we dat. In zwart wit."

HAARLEM, 17 DEC. Het Spaarnestad Fotoarchief in Haarlem is verreweg het grootste fotoarchief van Nederland. Er liggen drie miljoen persfoto's opgeslagen: de vroegste uit pakweg 1870, het leeuwendeel uit de jaren dertig tot en met zeventig van deze eeuw en afkomstig uit het archief van De Spaarnestad, voormalig grootgrutter in geïllustreerd drukwerk.

Vandaag opent het archief zijn nieuwe onderdak op de bovenste twee etages van een onopvallend pand aan het Groot Heiligland, die onlangs zijn verbouwd voor 1,2 miljoen gulden. In hetzelfde gebouw zijn ook het ABC Architectuurcentrum en het Historisch Museum Zuid-Kennemerland gevestigd, pal tegenover het Frans Hals Museum. Samen vormen ze Haarlems eigen museumkwartiertje.

Spaarnestad beschikt nu over 270 archiefkasten, 400 meter stellingkasten en één kluis vol terloopse schoonheid en absolute knulligheid. Midden jaren tachtig werd hetzelfde archief afgestoten door de laatste eigenaar VNU en overgenomen door de stichting Nederlands Foto- en Grafisch Centrum. Er werden halfslachtige pogingen ondernomen het bezit te doen uitgroeien tot een nationaal foto-instituut, maar die liepen op niets uit. Dat instituut kwam, zoals bekend, in Rotterdam.

Als iemand boerenkool met worst wil op een Delfts-blauw bord dan hebben we dat. In zwart wit. Met een soepel gebaar trekt Rob Molenkamp (1947), sinds 1973 aan Spaarnestad verbonden, een willekeurige archieflade open. Die foto zit waarschijnlijk onder Aardewerk, subrubriek Delfts blauw. Boerenkool zou ook kunnen, of Gedekte Tafels. En als de foto daar niet direct te vinden is dan zit er wel een verwijskaart in, en blijkt hij bijvoorbeeld onder Worst te horen.

Met zijn even omvangrijke als unieke bezit is het twaalf medewerkers tellende archief een culturele instelling van formaat. Maar Spaarnestad is in de eerste plaats een fototheek om foto's uit te putten voor publicatie in kranten, tijdschriften en boeken. We hebben geen kunst, maar foto's die bedoeld zijn om gebruikt te worden. Al kun je er natuurlijk best naar kijken en zeggen: goh, kunst, zegt Molenkamp.

Een ouderwetse donkere kamer is er niet, wel een digitale - ook voor de historie de toekomst. Op de eerste etage is een kleine expositieruimte ingericht; honderdtien geklimatiseerde vierkante meters, voorzien van ultraviolette filters op het glas en scharnierende expositieschotten die in een handomdraai de ramen kunnen bedekken voor die foto's die geen daglicht meer kunnen verdragen. Spaarnestad-foto's mogen dan een gebruiksgoed zijn, er wordt zuinig mee omgegaan.

Het Jordaanoproer is er, net als de beursvloer in New York tijdens de krach van '29. Een duikbootbemaning onder de hoogtezon en een motorfiets met 40 spiegels, 20 lampen en 10 claxons. Een Limburgs landschap met een wandelende vrouw en katholieke processies in Brabant en Zeeland, en Friesland in de jaren dertig of veertig, of vijftig. Ook de inwoners van Kloosterburen, in het begin van de eeuw zo liefdevol gefotografeerd door fietsenmaker annex dorpsfotograaf Jacob Molenhuis, hebben hier een plekje gevonden, evenals mijnwerkers in Duitsland en achterafstraatjes in Engeland.

Wie gewoon bij de A begint, vindt Truus van Aalten, actrice in de film Het Meisje met de Blauwe Hoed (1934), zowel aan tafel bij vader en moeder, als op de filmset. Daarna: Alver Aalto, architect. En daarvoor zit: Gert van Aalten. Gert van Aalten? Ja, de dammer, winnaar van het Jeugd Wereldkampioenschap 1975. Knullige rechttoe-rechtaan foto's weliswaar, maar: hebben is hebben.

Hoewel hij het archief inmiddels op zijn duimpje kent, komt ook Molenkamp nog geregeld voor verrassingen te staan. Onlangs vond hij in de map Schaepman, oprichter van de Roomskatholieke Staatspartij, een portret van Bismarck uit 1887 met diens sierlijke handgeschreven opdracht op de achterkant. God mag weten hoe zoiets hier terecht gekomen is.

Het is tekenend voor de rommelige geschiedenis van het archief dat in 1923 werd opgericht als bewaarplaats van de foto's uit de vele publicaties van uitgeverij De Spaarnestad - de fameuze Katholieke Illustratie, de regionale periodieken als Stad Amsterdam, Groot Rotterdam en Ons Zeeland, landelijke glossies avant la lettre als Panorama en Libelle.

De foto's kwamen van de eigen fotografen (bijna de helft van het huidige bezit) of van binnen- en buitenlandse persbureaus. Door fusies en overnames werd het archief in de loop der jaren aangevuld. In 1968 bijvoorbeeld, net voor Spaarnestad met De Geïllustreerde Pers (Nieuwe Revu, Margriet) opging in de VNU, werd voor 35.000 gulden nog het archief van Het Leven (1906-1941) toegevoegd.

Vandaar het imposante rijtje fotografennamen: Cecil Beaton, Werner Bischof, Robert Capa, Alfred Eisenstaedt, Erich Lessing, Inge Morath. Of uit Nederland: Maria Austria, Krijn Taconis, Eva Besnyö, Erwin Blumenfeld, Paul Huf, Aart Klein, Cas Oorthuys, Sem Presser, Peter Martens. Maar vandaar ook die vele bijna vergeten waterdragers: Ralph Royle, Ilse Steinhof, Pierre Verger, Frits Geveke, C.J. Hofker, J.G. van Agtmaal. En natuurlijk de meest beroemde waterdragers van allen: De Heer/Mevrouw Anoniem.

Die geschiedenis plaatst het archief regelmatig voor problemen, erkent Molenkamp. Iedere foto is rechtmatig in dit archief terechtgekomen. Wettelijk gesproken zijn die stukjes papier van ons. Maar het auteursrecht erop niet altijd, en daar zit soms een probleem. Van die foto's waarvan wij de rechten niet hebben, wordt in principe niets gepubliceerd zonder toestemming van de fotograaf. Copyrights worden aan de rechthebbenden afgedragen. Maar dat kan ingewikkeld liggen bij onder meer de foto's van die Heer en Mevrouw Anoniem, samen eentiende van het archief. Of bij de foto's met alleen de naam van een persbureau dat al lang over de kop is; goed voor nog eens eenvijfde. Je blijft met je poten van mijn foto's af, hoort Molenkamp nog regelmatig als hij weer eens een fotograaf getraceerd heeft.

Pakweg 20.000 foto's in het archief zijn niet op onderwerp of persoon maar op naam van de fotograaf apart gezet in de vintage-collectie: originele afdrukken van Ansel Adams bijvoorbeeld, Henri Cartier-Bresson, André Kertész, Emmy Andriesse - de krenten in de fotopap. Al mag zo'n bovenaanzichtje van drie ingespannen paardenruggen van Kertész er zijn, het zijn maar zelden de foto's die de makers nadien de status van Beroemd Fotograaf verleenden. Van Ansel Adams bijvoorbeeld geen Moonrise, Hernandez of Monolith, the Face of Half Dome maar enkele enkele reclame-achtige foto's van een handvol mensen in 1939, gearrangeerd rond een imposante sequoiaboom in Yosemite Valley.

Eigenlijk zijn de achterkanten van deze opnamen het leukst: 'Retouche deze juffrouw weg!' staat op een foto, 'Roklengte aanpassen' op een andere, met een juffrouw die volgens de toenmalige moraal iets te frivool gekleed was. In het Spaarnestad Fotoarchief ruiken niet alleen de voor- maar ook de achterkanten van de foto's naar de tijd. [NRCH, 17dec1997]

Naschrift. 
De openingsexpositie van het archief was getiteld 'Oponthoud in Oslo, konstrukties en verhalen'