Noorderlicht plaatst het paradijs centraal

De fotomanifestatie Noorderlicht in Groningen heeft slechts een kwart van het budget waarover concurrent Naarden beschikt, maar komt telkens goed voor de dag. Zaterdag opent de vijfde editie met exposities op vijftig locaties.

GRONINGEN, 10 SEPT. In de 13de- tot en met 18de-eeuwse Der Aa-kerk in het centrum van Groningen klinken hamerslagen en wordt gesleept met lichtbakken en kabels. Deze week zijn met twee vrachtwagens de vierhonderd houten panelen afgeleverd waartegen de komende dagen de tentoonstellingen De Hof van Eden en Unbeschreiblich Weiblich? zullen worden opgehangen. Beide groepsexposities met samen circa vijfhonderd foto's van 32 binnen- en buitenlandse fotografen vormen vanaf aanstaande zaterdag het middelpunt van de vijfde fotomanifestatie Noorderlicht.

Zonder problemen gaat dat duidelijk niet. De kerk is zoals menig godshuis een multifunctionele evenmentenhal geworden, wat vooral betekent dat iedere invulling multi-problemen met zich meebrengt. Er mag geen spijker in of lamp van de muur, laat staan dat er een bank verschoven kan worden, en her en der blijken pilaren onverwacht in de weg te staan. Voortdurend wordt het timmerwerk dan ook onderbroken voor overleg over aanpassingen aan het grondplan.

Noorderlicht, na Naarden het tweede Nederlandse fotofestival dit jaar, heeft een naam opgebouwd met kwalitatief goede en doordachte presentaties van vooral documentaire fotografie. Anders dan in Naarden is de groeiende reputatie van het Groningse festival echter nauwelijks vertaald in groei van de financiële middelen. Het budget van Noorderlicht (in 1990 ontstaan ter gelegenheid van het 12,5 jarige bestaan van de aan de universiteit gelieerde USVA-fotogalerie, die nog altijd het organisatorisch middelpunt van de manifestatie vormt) bedraagt momenteel nog geen 300.000 gulden; Naarden beschikte voor haar eveneens vijfde editie van mei over het viervoudige.

De oorzaak van het verschil ligt voornamelijk in een aantal geografische, elkaar onderling versterkende factoren: het gemis van een dichtbevolkt in fotografie geïnteresseerd achterland zoals Naarden dat vindt in Amsterdam, de afstand tot de Randstad (bezoekers, media) en een gebrek aan grote kapitaalkrachtige bedrijven die willen sponsoren.

Ondanks de geringere armslag komt Noorderlicht evenwel telkens opmerkelijk goed voor dag. Behalve de twee exposities in de Der Aa-kerk, vinden dit jaar presentaties plaats in een vijftigtal locaties in en rond het oude stadscentrum. De grootste zijn te vinden in het Centrum voor Beeldende Kunst, dat solo-exposties brengt van Leo Divendal, Lukas Kenter en Ellen Kooi en de groepsexpositie De Schoonheid van het Verval met werk van René Alberts, Wout Berger, Harry Cock en de Engelsman John Blakemore. Kunstcentrum Niggendijker biedt onderdak aan vier presentaties verzorgd door de Amsterdamse uitgeverij Basalt; een ervan handelt over De Kwetsbare Man die ook centraal staat in de eerste aflevering van het onlangs door de uitgeverij gelanceerde fototijdschrift.

Net als voorgaande jaren legt Noorderlicht veel nadruk op de hoofdexpositie, die opnieuw de vorm heeft gekregen van een thematisch beeldverhaal: De Hof van Eden, bestaande uit 375 foto's. Het thema moet los worden opgevat, zegt festivalcoördinator en tentoonstellingssamensteller Wim Melis. De foto's zijn nergens directe illustraties. De Hof van Eden is opgevat als cultureel motief dat opduikt in de meest uiteenlopende fotografie, van journalistiek tot geënsceneerd. De bijdragen worden dus eigenlijk gebruikt als bouwstenen in een verhaal dat de fotografen zelf niet bewust hebben geschreven. Behalve een tentoonstelling over het paradijs-motief is De Hof van Eden daarom tegelijkertijd een tentoonstelling over de fotografie zelf, aldus Melis: Wat er op het eerste gezicht door onderwerp of benadering anders uitziet, blijkt visueel over hetzelfde te gaan.

Onder de door hem geselecteerde deelnemers bevinden zich naast Nederlandse fotografen als Jan Bogaerts, Eric Hamelink en Laura Samson-Rous onder meer de jonge Italiaan Paolo Pellegrin met een even oogstrelend als terughoudend gefotografeerde reportage over de Amerikaanse porno-industrie, de Amerikaan Fazal Sheikh (recente portretten gemaakt in Afganhistan), en de Duitse Bastienne Schmidt die de afgelopen jaren foto's maakte van begrafenisrituelen in Zuid-Amerika. De bekendste deelnemer is ongetwijfeld de Canadese World Press-winnaar Larry Towell van wie een serie over El Salvador wordt getoond; zijn boek over het land beleeft tijdens de manifestatie haar Europese première.

Te zien is er van De Hof van Eden nog weinig, en datzelfde geldt voor de tweede presentatie in de kerk, een onder de ietwat gedateerde titel Unbeschreiblich Weiblich? door kunsthistorica Anne Karen de Boer uit werk van twaalf vrouwen en één man samengestelde tentoonstelling over 'de on(der)belichte kant van de vrouwelijke identiteit'. Eerst moet er nog gepuzzeld worden met de panelen. Of het hier een centimeter minder mag zijn, vraagt een van de vrijwilligers tot grote hilariteit van de omstanders. De uitspraak blijkt afkomstig van de drukker die kort voor het ter perse gaan van de catalogus ontdekte een calculatiefout te hebben gemaakt. Een fotomanifestatie is een kwestie van passen en meten, relativeert Melis het zoveelste obstakel-van-de-dag. [NRCH, 10sep1997]