Robert Capa is vooral een verhaal

[Over Robert Capa: Photographs]

Al tijdens zijn leven was Robert Capa, in 1913 als Endre Friedmann in Boedapest geboren, behalve oorlogsfotograaf vooral een reputatie. Alleen die naam Capa al: als gimmick bedacht aan een Parijse cafétafel, omdat fotoredacteuren nu eenmaal vallen voor exotisch. Die Capa was de grootste oorlogsfotograaf aller tijden, pochte zijn geestelijk vader. En het lukte - niets werkt tenslotte succes zo in de hand als de suggestie van succes. 'The Greatest War Photographer in the World' kopte Picture Post in 1938 boven acht pagina's Capa/Friedmann-foto's uit de Spaanse burgeroorlog. Dat stempel is Capa, die in 1954 in Vietnam door een landmijn om het leven kwam, nooit meer kwijtgeraakt.

Geen wonder dat menig beroemde 'Capa' niet alleen als beeld maar ook als verhaal bewaard is gebleven, zoals de foto's die hij op 6 juni 1944 maakte tijdens de geallieerde landing op Omaha Beach (slechts elf opnames overleefden het door de haastige doka-assistent te heet ingestelde droogapparaat) en die van de dodelijk getroffen loyalistische soldaat in de Spaanse burgeroorlog, waarover jarenlang het gerucht ging dat Capa het beeld had geënsceneerd.

Ook Capa's biograaf Richard Whelan durfde in 1985 geen eed te zweren op het realiteitsgehalte van deze foto, en in zijn inleiding op het onlangs verschenen Capa-retrospectief verwijst hij zelfs met geen woord naar de controverse. Robert Capa: Photographs (170 foto's, catalogus bij een rondreizende tentoonstelling die vooralsnog niet in Nederland te zien zal zijn) moet al gedrukt geweest zijn toen bekend werd dat een Spaanse amateur-historicus eindelijk de identiteit van de gedode soldaat had weten te achterhalen: het was Federico Borrell Garcia, een 24-jarige fabrieksarbeider uit Alcoy. Historicus Mario Brotons overleed weliswaar kort na zijn ontdekking, maar de Britse journaliste Rita Grosvenor pikte zijn ontdekking op en maakte die in september vorig jaar wereldkundig.

Het is een ongelukkige samenloop van omstandigheden, temeer omdat het retrospectief Brontons' verhaal goed had kunnen gebruiken. Want ondanks het lokkertje dat Robert Capa: Photographs talloze niet eerder gepubliceerde foto's biedt, is het, Capa's kwaliteiten ten spijt, een flets boek geworden. Met polderlaarzen loopt het door de vijf oorlogen die Capa versloeg (de Spaanse burgeroorlog, de oorlog in Mantsjoerije, de Tweede Wereldoorlog, de Israelische en de Indochinese onafhankelijkheidsstrijd), afgewisseld met faits divers als Frankrijk onder het Front Populaire, de Mexicaanse presidentsverkiezingen van 1940, het naoorlogse Parijs en portretten van beroemde en bevriende tijdgenoten (Hemingway, Matisse, Picasso, John Huston). En al laat de tijd zich er ondanks de magere selectie moeiteloos uit herleiden, de consciëntieuze werkwijze van Capa krijgt nauwelijks gestalte.

Storender is de neiging van de samenstellers nadruk te leggen op de formele en esthetische kanten van Capa's foto's. Die benadering is tekenend: de fotografen uit de canon der twintigste eeuw zijninmiddels uitentreure geboekstaafd, wat rest is een dwangmatig zoeken naar nieuwe invalshoeken.

Het wordt tijd het beeld van Capa als actiefotograaf te nuanceren, schrijft Whelan in zijn inleiding. Hij kon tenslotte even lyrisch en zachtmoedig zijn als André Kertész, en even precies als Henri Cartier-Bresson. Dat maakt van Capa een fotograaf die hij niet was. Capa was op zijn best tussen het gruis van de oorlog - de gevechten, het slepen met de doden, treurende moeders, in puin geschoten huizen, wezenloos voor zich uit starende soldaten, de inventiviteit van de overlevenden. Soms leverde dat prachtige beelden op: de vrouw die tijdens een luchtaanval op Barcelona dekking zoekt, terwijl een poedeltje vrolijk naar haar rennende benen hapt (1939). Maar de essentie van zijn foto's ligt in de tijd en de gebeurtenissen die ze weergeven, en niet in de fotografie.

Het kan nauwelijks toeval zijn dat die 'andere' Capa in het retrospectief nergens uit de verf komt. De foto's die hij maakte in het naoorlogse Parijs en, kort voor zijn dood, in Japan hebben weliswaar een elegante rust die zeldzaam is in zijn oorlogswerk, het zijn er te weinig om het bestaande beeld fundamenteel bij te stellen.

Dat de reputatie van de fotojournalist Robert Capa door de behandeling van de samenstellers eveneens nauwelijks wordt waargemaakt, mag daarbij voor zich spreken. Al mag je je tegelijkertijd afvragen welk fotoboek dat wèl kan. Robert Capa is een verhaal, en dan vooral een verhaal bigger than life. [NRC Handelsblad, 25apr1997]