'Vervalsen van foto's is niet moeilijk'

De Duitse verzamelaar Bokelberg betaalde 4 miljoen gulden voor foto's van Man Ray. Hij dacht dat het om originele, vintage-drukken ging. Gisteren werd bekend dat ze vervalst waren. Vervalsen is niet moeilijk, zeggen deskundigen. Kies je je materiaal met zorg dan ben je al een heel eind.

Het verschil tussen een valse en een echte vintage-druk is lastig te bepalen, zegt Hans de Herder, directeur van het Nederlands Foto en Restauratie-atelier in Rotterdam. Dat zelfs een ervaren verzamelaar zich op dit punt vergist, verwondert hem dan ook absoluut niet.

Gisteren werd bekend dat de Duitse fotoverzamelaar Werner Bokelberg het slachtoffer is geworden van een omvangrijke fraude met vintage-prints van de fotograaf Man Ray (1890-1976). De 61 afdrukken die Bokelberg de afgelopen jaren kocht, zouden in de jaren twintig en dertig door de fotograaf zelf gemaakt zijn, maar bleken in werkelijkheid recent vervaardigd door nog onbekende vervalsers. Vintage-prints, afdrukken uit de tijd dat het negatief
ontstond, zijn voor verzamelaars en musea de meest oorspronkelijke en daarom meest gewilde versies van een foto. Bokelberg betaalde voor zijn aankopen in totaal ruim vier miljoen gulden.

Aan het beeld zelf is het verschil niet af te zien. Kies je ook je materiaal met zorg dan ben je als vervalser al een heel eind, aldus De Herder, wiens restauratieatelier zich sinds begin jaren negentig bezighoudt met het restaureren en conserveren van 19de en 20ste-eeuwse fotografie. Verzamelaars worden gemakkelijk het slachtoffer van hun eigen voorliefde voor perfecte en onbeschadigde drukken, zegt hij. Vrijwel alle oude foto's die in het verzamelcircuit en in de musea rondgaan zijn op de een of andere manier gerestaureerd. Deukjes, vouwen en krasjes horen niet. Alle natuurlijke verouderingsverschijnselen zijn weggepoetst, zoals de zilverfloers die door inwerking van vocht en warmte na verloop van tijd op het oppervlak van een foto verschijnt. Foto's van zestig of zeventig jaar oud zien er dus uit alsof ze net uit de spoelbak komen. Dat neemt vervalsers heel wat problemen uit handen.

Over natuurlijke veroudering is wel een aantal regels op te stellen, maar het proces is in de prakijk in hoge mate afhankelijk van de omstandigheden. De Herder: Een foto die in een koele donkere kast heeft gelegen ziet er naar jaren anders uit dan die aan de muur. Ook dit geeft vervalsers veel speelruimte.

Met name van de kant van veilinghuizen als Sotheby's en Christie's werd na het bekend worden van de fraude gewezen op het gebrek aan kennis van fotomateriaal en -techniek. De Herder is het daarmee niet eens. Kennis is er volgens hem wel degelijk maar wordt door de fotomarkt juist als ongewenst ervaren. Het veilinghuis wil geen onderzoek want dat vertraagt de handel, de verkoper van een foto heeft er geen belang bij, en de potentiële koper voelt de hete adem van zijn concurrenten. Iedereen heeft er belang bij om het op vertrouwen te doen.

De Herders mening wordt bevestigd door de Utrechts galeriehouder en fotohandelaar Ton Peek. Peek handelt als een van de weinigen in Nederland in fotografie en is vaste klant bij veilinghuizen in Amerika, Engeland en Frankrijk. Lastige vragen worden niet op prijs gesteld, vragen uit onwetendheid verzwakken je positie als koper, zegt hij. En vragen aan experts worden natuurlijk altijd beantwoord omdat geen enkele expert durft te laten blijken dat hij het ook niet weet.

Een drama voor Bokelberg en een ramp voor de fotografie, noemt Peek de fraudezaak. Het zal ongetwijfeld kopers argwanend maken en de prijzen onder druk zetten. Hoewel hij zelf Bokelbergs stap om de fraude wereldkundig te maken terecht vindt, vermoedt hij dan ook dat menig handelaar er woedend op zal hebben gereageerd. Maar, voegt Peek er aan toe: Gezien de stijgende prijzen werd het natuurlijk steeds lucratiever om aan het vervalsen te slaan. Achteraf kun je je verbazen dat het nog zolang is goedgegaan.

Zowel De Herder als Peek betwijfelt of de ware omvang van de Man Ray-fraude ooit aan het licht zal komen. Daarvoor zijn de belangen te groot, of het nu gaat om reputaties of om geld. Het Amerikaanse tijdschrift ArtNet heeft becijferd dat alleen al sinds 1989 via veilingen 680 foto's van Man Ray van eigenaar zijn gewisseld. Hoewel bij lange na niet alle vintages uit de jaren twintig en dertig, komen ze in principe allemaal voor nader onderzoek in aanmerking. Tenslotte, voor wie dergelijke oude foto's overtuigend kan vervaardigen moet het fabriceren van valse moderne drukken (vintage of niet) eenvoudig zijn.

Om de ouderdom van fotopapier te bepalen bestaat overigens een simpele test: ultraviolet licht. Lichten de foto's op onder de lamp dan bevat het papier een bleekmiddel zoals dat pas sinds het midden van de jaren vijftig aan fotopapieren wordt toegevoegd.

[Oorspronkelijk verschenen in NRC Handelsblad, 28 januari 1998, ill. Man Ray, zelfportret]