Voetbalgevoel perfect verbeeld

[Over: Julian Germain, In Soccer Wonderland (Fotofestival Naarden)]

AMSTERDAM, 21 MEI. Fotograaf Julian Germain maakt er geen geheim van dat hij foto's van anderen vaak beter vindt dan die van hemzelf. Vooral amateurkiekjes: Hun onbevangenheid is iets waar ik door al mijn ervaring niet meer bij kan, aldus de 34-jarige Engelsman. Hij was enkele dagen in Nederland voor de presentatie van zijn tentoonstelling In Soccer Wonderland, zonder meer de vrolijkste en kleurrijkste bijdrage aan het vijfde fotofestival van Naarden.

Voor zijn tentoonstelling duwde hij Braziliaanse straatschoffies een wegwerpcamera in de handen en vroeg ze hun voetbalwereld te fotografen. En ondanks zijn toch al hooggespannen verwachtingen was hij amazed. Germain: Ik probeer al jaren de magie van voetbal te laten zien, en dan komt zo'n jongen van een jaar of twaalf aanzetten met een wazig fotootje van zijn vriendjes die op een zonnig veldje achter een bal aanrennen. De perfecte foto! Ik voelde mezelf door de grond gaan.

Toch is het meer dan alleen oprechte bescheidenheid en onzekerheid die Germain zo graag gebruik doen maken van andermans foto's. Een foto oogt maar al te gauw als een harde uitspraak zegt hij, en dat stoort hem. De werkelijkheid is maar wat je er van maakt. Laat iemand anders kijken en alles ziet er ineens heel anders uit. Door die verschillende invalshoeken te tonen doe je de veelzijdige werkelijkheid recht.

Germain, wiens werk twee jaar geleden al eens te zien was tijdens de fotobiënnales van Enschede en Groningen, begon In Soccer Wonderland omdat hij, na zich jaren gericht te hebben op andermans leven, wel eens iets wilde laten zien van wat belangrijk was in zijn eigen bestaan - voetbal dus. Waar het hem daarbij vooral om ging was het verbeelden van het voetbalgevoel. Zijn eigen jongensdromen spelen dus onvermijdelijk een belangrijke rol in het eindresultaat: hij beeldt zichzelf af terwijl hij in volle vlucht een bal stillegt op de borst, of juichend in een shirt met rugnummer 9 - dat van Ray Crawford, die Ipswich in Germains geboortejaar naar het kampioenschap schoot.

Die enthousiast geënsceneerde zelfportretten zijn gelardeerd met ansichtkaarten van voetbalelftallen, met oude archieffoto's van wedstrijden en met foto's die hij zelf maakte op afgeladen tribunes of van jonge voetballertjes met hun zojuist gewonnen prijs. Van sommige lijsten maakte hij complete altaarstukken, zoals die waarin hij een foto van Pele opsiert met plastic vlaggetjes en bidprentjes. En al doet het soms wat chaotisch en onaf aan, zelden heeft een fototentoonstelling er zo gevarieerd en vol plezier uitgezien.

Het idee om Braziliaanse kinderen hun eigen voetbalwereld te laten vastleggen kreeg Germain in 1993 toen zijn werk opgenomen werd in een overzichtsexpositie van Britse documentaire fotografie in Sao Paolo. Je hoort altijd over kinderen die daar in de sloppenwijken dag en nacht in de weer zijn met een bal. Hoe zouden zij dat zelf zien, vroeg ik me af. Ook al omdat de sloppenwijk zo'n geijkt reportageonderwerp is dat je op deze manier nu eens anders kon benaderen.

Samen met twee bevriende Braziliaanse kunstenaars deelde hij aan vijftig kinderen uit de favela (sloppenwijk) do Morro do Cascalho in Bela Horizonte goedkope camera's uit. We hebben uitgelegd hoe die dingen werkten en verder alleen gezegd: het moet over voetbal gaan.

En dat ging het, zoals de tentoonstelling laat zien: ballen liggen onder de keukentafel, trofees worden trots getoond, aan de keukenmuur hangen elftalfoto's opgeprikt. Het is allemaal ruw en onhandig gefotografeerd, maar het gevoel is er niet minder sprekend om.

Vorig jaar herhaalde Germain de opzet nog eens met een groep straatkinderen, eveneens in Belo Horizonte. Hij benaderde ze op dezelfde directe manier, en opnieuw was het enthousiasme groot, getuige ook het feit dat er tegen ieders verwachting in geen enkele camera werd gestolen.

Hun foto's zijn echter voorlopig nog niet in de tentoonstelling opgenomen omdat het project nog niet is afgerond. Maar Germain kan er wel enkele van laten zien: minder voetbal dit keer, en wat meer dagelijks leven - bijeen geraapte kleding, vroegoude gezichten, een lijmsnuiver hangend boven een blik. Maar ook: eendjes in de vijver, een zwanger meisje in een vertederend witte jurk. Voorzichtig pakt hij ze weer in. En het is geen toeval hoor, er zijn echt nog veel meer van deze prachtige foto's, verzekert hij.

Uiteindelijk wil hij er enkele op posterformaat afdrukken en die door heel Belo Horizonte laten aanplakken. Want al is hij geen wereldverbeteraar, misschien dat het iets kan veranderen aan de angst en haat waarmee die straatkinderen daar altijd bejegend worden. [NRC Handelsblad, 21mei1997]