De stilte tot leven

[Over: Aldolphe Braun, Galerie Ton Peek, Utrecht]

Eenenveertig zachtgevlekte tulpenkelkjes zette Adolphe Braun rond 1845 in een vaas en allemaal houden ze zich muisstil - op één na. En hoewel stuk voor stuk oogstrelend, het is vooral die ene die, zodra je 'm in het oog hebt gekregen, als een weerbarstig kind de aandacht blijft trekken.

Zou het een toevallig zuchtje wind geweest zijn? Waarschijnlijk niet. Daarvoor waren de belichtingstijden in de beginjaren van de fotografie te lang - ergens tussen een kwartier en een half uur - en is de rest van de tulpenfamilie te scherp afgebeeld. Nee, het kan haast niet anders: hier was opzet in het spel. Met dat ene even simpele als doeltreffende kelkje wilde Braun de stilte wat leven inblazen en de aandacht vestigen op het fragiele karakter van zijn onderwerp.

De foto, inmiddels gekocht door het Rijksmuseum in Amsterdam, maakt deel uit van een kleine tentoonstelling van in totaal 37 bloemen- en plantenstillevens die tussen 1840 en 1855 gemaakt werden door de Franse fotograaf Adolphe Braun (1812-1877). De foto's, afkomstig uit de eigen collectie van galeriehouder Ton Peek en die van een Parijse collega, behoren tot de vroegste die er in dit genre gemaakt zijn. Hoewel het onderwerp een introverte tentoonstelling garandeert, is de presentatie toch uitzonderlijk te noemen; niet eerder was Brauns vroege werk - nadien zou hij zich toeleggen op landschappen en architectuur en naam maken met zijn reproducties van schilderijen, tekeningen en beeldhouwwerken - in deze omvang in Nederland te zien.

Braun behoort tot de pioniers van de Franse fotografie. Al in 1839, kort na de uitvinding van de techniek, voerde hij zijn eerste experimenten uit, zij het minder uit artistieke dan uit industriële ovewegingen. Hij werkte als stofontwerper bij een textielfabriek en zag in het nieuwe medium een handig hulpmiddel bij het ontwerpen van patronen. Toen hij zijn foto's in 1855 echter exposeerde op de Parijse wereldtentoonstelling bleken ze ook zelfstandig een groot succes.

Ruim anderhalve eeuw later is die reactie nog alleszins voorstelbaar. Zijn tegen een neutrale achtergrond geplaatste arrangementen van tulpen, mimosa, rozen en veldbloemen hebben iets verbluffend eenvoudigs. In hun compositie zijn ze schilderachtig - onvermijdelijk bijna, gezien hun geboortejaar -, maar in hun uitstraling neutraal en direct. Ondanks die romantische ondertoon zie je er hier en daar al bijna de abstracte close-ups doorheen schemeren die Karl Blossfeldt met hetzelfde thema in de jaren twintig van deze eeuw zou vervaardigen.

Waarover je je zoals zo vaak blijft verbazen is het meesterschap van vroege fotografen als Braun. Zijn formaten van 50 bij 50 centimeter zijn uit hedendaags oogpunt bescheiden, maar golden in zijn dagen als een bewijs van technisch kunnen. En ook na jaren heeft het zwoele paarsbruin van zijn albuminedrukken (papier bestreken met een mengsel van eiwit, zout en zilvernitraat) nauwelijks aan kracht ingeboet. [NRCH, 1apr1999]