Fotograaf met een moderne, afstandelijke blik


De Duitse fotograaf August Sander (1876-1964) geniet vooral bekendheid door zijn boek Menschen des 20sten Jahrhunderts, de naar beroepsgroep en status gearrangeerde portrettenreeks waarin hij het profiel schetste van de Duitse samenleving van het interbellum. Behalve portrettist was Sander echter ook een verwoed landschapsfotograaf. In de Keulse Stiftung Kultur, tevens schatbewaarder van zijn omvangrijke archief, is nu voor het eerst een overzichtstentoonstelling te zien van dit minder bekende deel van Sanders oeuvre.
De tentoonstelling omvat 125 zwartwit-foto's, overwegend vintages; de vroegste uit 1912, de recentste uit
het midden van de jaren vijftig, de meeste uit de jaren dertig. Ze laten Sander zien als een verrassend modern fotograaf die zijn onderwerp beschouwde op een afstandelijke, wetenschappelijke manier. Het landschap was voor hem in de eerste plaats een cultuurlandschap waarin de sporen van de menselijke bemoeienis gelezen moesten worden. Het is een opvatting die pas in de jaren zeventig gemeengoed zou worden, uitgedragen door Amerikaanse new topographers als Lewis Baltz en Robert Adams.

Sanders afstandelijkheid uit zich in de hoge, overzichtelijke standpunten die hij bij voorkeur innam. Het levert neutrale foto's op waarop alles even scherp en daardoor gelijkwaardig is afgebeeld. Dorpen en boerderijen doen niet onder voor berghellingen, rivieren en spoorlijnen. Net als het karrenspoor tegen een helling, het rangeerterrein van Godorf en het kersverse beton van de Nürnburgring en de Reichsautobahnbrücke Neandertal zijn ze niet anders dan menselijke gebruiksgoederen.

`Exacte landschapsfotografie' noemde hij zijn benadering in 1931, haar vergelijkend met de even objectieve als abstracte aanpak van de Nieuwe Zakelijke fotografie van zijn tijd. Maar het kan niet verhullen dat de sporen van de romantische 19de-eeuwse schildertraditie in zijn werk nog duidelijk zichtbaar zijn. Zijn foto's van het dorpsweggetje naar Kalkar, van doorkijkjes omkranst door laaghangend gebladerte, smalle met sneeuw bedekte paadjes of in nevel gehulde berken hebben in alle opzichten meer een esthetisch dan een wetenschappelijk effect. En maar al te graag wachtte hij op een mooie wolkenpartij die de dieptewerking en dynamiek van zijn foto's kon versterken - bleven ze uit dan voegde hij ze later met het retouchepenseel wel toe.

Het is altijd Sanders bedoeling geweest zijn landschapsfoto's samen met architectuur- en detailopnames te rangschikken in een systeem vergelijkbaar met dat waarin hij ook zijn portretten had ondergebracht. Hij heeft er slechts een fractie van voltooid, ondergebracht in een in 1935 samengestelde map over het landschap van het Zevengebergte, zijn meest geliefkoosde onderwerp. De inhoud ervan, twaalf genummerde foto's, wordt nu voor het eerst geëxposeerd: akkers en weilanden, binnenvaartschepen op de Rijn, de restanten van een prehistorische offerplaats. Maar de architectuur, de mensen en de details die hij er oorspronkelijk in gedacht had ontbreken. Van het weidse Mensch und Landschaft im 20sten Jahrhundert dat hij er zelf als ondertitel aan toevoegde, is geen sprake.

Hoe groepeer je landschappen tot een betekenisvolle schets van een cultuur; dat was het probleem waarvoor hij geen oplossing vond. Ook de samenstellers van de huidige tentoonstelling komen er niet uit. Niet voor niets hebben ze gekozen voor de meest voor de hand liggende indeling: naar geografische regios's.

Sanders landschappen vertonen daarmee een opmerkelijke overeenkomst met zijn portretten. Want al had hij daaruit in 1929 een voorselectie gepubliceerd onder de titel Antlitz der Zeit, het grote Menschen des 20sten Jahrhundert verscheen pas in 1980, zestien jaar na zijn dood. De vraag naar het waarom van die mislukking(en) wordt door de samenstellers nergens gesteld. Maar het antwoord ligt besloten in foto's en hun tijd. De samenleving die Sander had willen karakteriseren veranderde voor zijn ogen en raakte getekend door nationaal-socialisme en massavernietiging. Maar die zijn uit de welving van een heuvel of de kromming van een weg niet te herleiden. Hoewel door mensenhand getekend en met een scherp oog gefotografeerd, blijft zijn landschap onschuldig. Van die onschuld moet Sander (zijn Antlitz werd in 1934 door de nazi's verboden, zijn zoon in 1944 omgebracht) zich scherp bewust zijn geweest.

[Over: August Sander, Landshaften. SK Stiftung Kultur, Keulen. In]NRC Handelsblad, 16 feb 1999