In details verborgen

[Over: Henk Linnewiel, Het Oldambt 1964-1997]

Henk Linnewiel is allesbehalve een doorsnee fotograaf. Zevenenzestig is hij, geboren in Arnhem en van professie eigenlijk dierenarts. Vijfentwintig jaar lang voerde hij praktijk in het Oostgroningse Midwolda, en al die tijd nam hij als verwoed amateurfotograaf behalve zijn medicijnen en instrumenten steevast ook zijn fototoestel mee. Was de visite afgehandeld dan maakte hij nog snel even 'een kiek'; van de boer of de boerin, of van de spelende kinderen op het erf. Zoals hij ook onderweg nog wel eens wilde stoppen als zijn oog getroffen werd door een mooi uitzicht of een mens.

Pas nadat hij in 1988 zijn praktijk van de hand had gedaan, vond hij de tijd om zijn hobby iets serieuzer te nemen. Al bleef hij werken met ouderwets zwart-wit, wat iets weerbarstigs heeft, net als het beduimelde land dat de achtergrond vormt van zijn werk.

'Want zo ligt het erbij, met zijn akkers van vette klei, zijn rechte greppels en wegen, scherp afgesneden dijken tegen de horizon, rijen bomen met de kruinen door de wind scheefgewaaid en de rode daken van de boerderijen, die niet misplaatst zijn in dat wijde land maar wel, van dichtbij gezien, te groot voor mensen.' Aldus kinderboekenschrijfster Els Pelgrom (ook zij woonde er jarenlang) in haar inleiding op de honderd foto's van Linnewiel die onlangs in boekvorm verschenen. Het werd gemaakt ter gelegenheid van het afscheid van een wethouder van de gemeente Scheemda die de gemeenteraad had laten weten wel eens iets anders te willen dan een afscheidsreceptie. Zoals een boek: daar had tenminste iedereen wat aan.

Ook al zijn Linnewiels tussen 1964 en 1997 gemaakte foto's allerminst artistieke hoogstandjes te noemen (hij betracht bij voorkeur de voorzichtige afstand van de amateur) en is de presentatie van zijn foto's tamelijk rechtlijnig (eerst het land, dan de huizen, dan de mensen), toch is Het Oldambt een hartveroverend boekje geworden. Want in de genoemde bezwaren verschuilt zich ook de kracht: de eenvoud, bescheidenheid en beschermende (want uit jarenlange persoonlijke ervaring voortkomende) intimiteit.

Een afgebladerde boerenschuur, de statige onderkomens van de hereboeren en de sjofele arbeiderswoninkjes, een kaal eenzaam peertje in de bocht van de gang, een zelfgehaakt kussentje op een bank in de Nederlands Hervormde kerk: het zijn foto's als documenten - alles erop is in de eerste plaats dat wat het is. Dat geldt ook voor Linnewiels alledaagse portretten; mensen poserend voor de stal, in hun woonkamers, aan tafel met de verjaardagsvisite of zomaar op straat. Ze zijn als de dingen: in de eerste plaats zichzelf. Zoals de oude Van der Wal die in 1974 samen met de gezusters Wezeman maar net past in de hoek van de tuin waarin ze gedrieën zijn gefotografeerd, achter een waslijn die pal voor hun neus bungelt. Een fotootje van niks eigenlijk, net als dat van slager Tolk zittend op het bankje naast zijn voordeur.

Maar de schoonheid verbergt zich in de details: het verweerde corduroy van een broek, dat onderaan die scheefgezakte deur tegen de tocht getimmerde plankje. Bijna terloops vertellen ze mensenzaken op een bescheiden mensenmanier. [NRCH, 22mei1998]