Scherp, waar is dat nou voor nodig?

Fotograferen is een kwestie van persoonlijkheid, merken studenten fotografie. Lekker kiekjes maken, heerlijk. Negende en laatste aflevering in een wekelijkse serie over kunstonderwijs in Nederland.

Vanaf zijn jeugd kende Appie Bood (33) maar één passie: ijshockey. Hij speelde als prof in Amsterdam en Rotterdam, en haalde zelfs het Nederlands team. Totdat hij weer eens met 'een akkefietje' in het ziekenhuis lag en dacht: alles moet anders. Vakantiefoto's maken, dat had hij altijd leuk gevonden. Dat moest het dus maar worden. Kunstenaars, daar had hij niks mee. Kromlopende oude mannetjes waren het. Nu, na vier jaar Rietveld Academie weet hij wel beter: Waar het om gaat is wat er in je zit.

De Amsterdamse eindexamenstudenten fotografie zeggen het allemaal, zij het steeds net even anders: fotograferen is een kwestie van persoonlijkheid.
Lan Njiokiktjien (25): De opleiding is in de eerste plaats bedoeld om jezelf te ontwikkelen.
Fahrettin Örenli (29): Hier leer je je visie op de wereld te formuleren. Hoe je met anderen leeft, hoe je communiceert.
Johannes Schwartz (27): Je leert je grenzen verkennen. En dan er overheen te stappen.
Appie Bood: Jezelf en je ideeën serieus nemen, daar gaat het om. Je leert durven om daarmee aan de slag te gaan.


Vrijwel allemaal hanteren ze naast fotografie nog andere beeldende technieken: Örenli schildert en tekent, Bood tekent en maakt video's, Njiokiktjien 'heeft iets' met grafische vormgeving. Eigenlijk is hij beeldend kunstenaar, zegt Örenli, die acht jaar geleden vanuit zijn geboorteland Turkije naar Nederland kwam en fotografie pas ontdekte tijdens het eerste, oriënterende jaar van zijn opleiding. Voor mij is fotografie niet meer dan een beeldend middel. Schwartz daarentegen vindt zichzelf beslist fotograaf: Ik werk tenslotte met camera's.

Maar uitmaken doet het eigenlijk niet, vinden ze allebei: het onderscheid is vervaagd - wat vroeger kunst heette kom je nu in de reportage en de reclame tegen, en omgekeerd. Schwartz: De ene keer is het resultaat dit, de andere keer dat. Maar het idee en het beeld, daar gaat het om. Hoe het heet is niet belangrijk.

Leuke dingen

Lan Njiokiktjien wilde in de eerste plaats iets anders dan wat er van haar op het gymnasium werd verwacht. Ze ging een jaar 'leuke dingen' doen in New York: tekenen, schilderen en ('logisch, je zit in het buitenland') fotograferen. Terug in Amsterdam meldde ze zich aan op de Rietveld. Na het basisjaar koos ze voor grafische vormgeving. Al na veertien dagen had ze spijt: Wat er in mij zit kan ik in dit vak nooit kwijt, dacht ik. Ik loop voor mezelf weg. Op het moment dat ze overstapte naar fotografie wist ze: dit ben ik.

Johannes Schwartz fotografeert al sinds zijn gymnasiumtijd in Duitsland. Het begon met een cursus op school. Daarna ben ik gewoon op eigen houtje verder gegaan. Ik probeerde van alles en nog wat, maar tevreden was ik nooit. Pas nadat hij vier jaar als kok had gewerkt, besloot hij de draad weer op te pakken. Hij kreeg een folder in handen van de Rietveld en dacht: zo moet het. Ik wilde wel begeleiding. Maar niet van iemand die me vertelde dat het zus hoort en niet zo.

Schwartz: Niemand die je hier zegt: dit zijn de regels, zo moet het en niet anders. Je bepaalt het allemaal zelf. Maar je moet je doel natuurlijk wel ieder jaar hoger stellen. Als je zegt, het maakt me niet zo uit wat ik doe, dan zit je hier volstrekt verkeerd.

Njiokiktjien: Hier wissel je ervaringen uit en word je voortdurend geconfronteerd met de visies van anderen. Daar doe je iets mee. Of niet natuurlijk.

Lachend herinnert Bood zich zijn eerste schreden op het pad van de fotografie die hij zette bij Fotogram, een particulier opleidingsinstituut in Amsterdam. Je kreeg er les in het maken van scherpe foto's. Na een uur dacht ik - Bwah, scherp. Waar is dat nou voor nodig?

Klassikaal technisch onderricht krijgen de Rietveld-studenten vooral in het tweede jaar; ze worden wegwijs gemaakt in de verschillende soorten camera's, de studio, de donkere kamer en de fotografiegeschiedenis. Maar het zijn geen vakken, benadrukt docent en coördinator Willem van Zoetendaal. De docenten zijn fotografen die vooral hun eigen werk laten zien en uitleggen waarom het er zo uit ziet als het er uit ziet. Van Zoetendaal: We zijn geen vakopleiding. Hier leer je het medium in te zetten om je persoonlijke verhaal te vertellen. Eerst jij, dan de fotografie. Dus krijgen ze ook allemaal een crisis. Dan zien ze het niet meer zitten. Het hoort er allemaal bij.

Vakkundigheid

Ook op de Academie voor Beeldende Kunsten St. Joost in Breda krijgt de persoonlijke ontwikkeling van de student alle aandacht. Maar de nadruk ligt er anders. We leiden mensen op tot fotograaf zegt onderwijscoördinator Philippe Moroux. En fotografen passen hun vakkundigheid toe, vindt hij. Maar in de manier waarop ze dat doen, moeten ze zichzelf leren zijn. Dat is een kwestie van stijl en karakter.

De ambachtelijke en beroepsmatige kant van het métier vormt in Breda nadrukkelijker dan in Amsterdam onderdeel van het fotografie-onderwijs. Er zijn 'blokken' reportage-, illustratieve-, experimentele- en studiofotografie; er zijn lessen optica, chemie, digitale beeldbewerking en fotogeschiedenis. Er moeten werkverslagen worden gemaakt en scripties geschreven.

Toch is de St. Joost 'gemoedelijk', zegt docent (en fotograaf) Jannes Linders. Zeker in vergelijking met de Rietveld. Daar moet je als student direct full speed achter jezelf aan. Hier laten we ze op dat vlak wat langer met rust.

Maaike Vergouwe merkte het direct toen ze drie jaar geleden het beukenlaantje afliep naar de hoofdingang. Ze was net zeventien, kwam van de Havo in Yerseke. Wat is het hier prettig en rustig, dacht ik. Het gaf me een goed gevoel.

Samen met enkele jaargenoten drentelt ze door de gangen van het academiegebouw, gevestigd in een voormalig seminarium aan de rand van de stad. Aan de muur hangt werk dat het afgelopen jaar gemaakt is rond opdrachtthema's als 'liefde' en 'contactadvertenties'.

Vergouwe ('op mijn dertiende wist ik dat ik de fotografie in wilde') had zich voorgenomen haar derde jaar over te doen maar kreeg vandaag te horen dat ze het eindexamenjaar in mag. Ze is er nog beduusd van: Ik vind mezelf veel te jong. Maar zonder fotografie kan ze niet, zegt ze. Het is een manier van leven geworden. Ik heb ook bijna altijd wel een camera bij me. Lekker kiekjes maken, heerlijk.

De Bredase studenten zijn aanmerkelijk jonger dan hun Amsterdamse collega's. En ze zijn onzekerder; niemand die het hier met bravoure heeft over eigen visies. Maar bovenal zijn ze praktischer. Zoals Rafael Philippen (25) die na zijn Meao nu eens 'iets leuks' wilde gaan doen. Hij overwoog timmerman te worden en meubelmaker maar koos voor fotografie, mede onder invloed van zijn vader, die een verwoed amateurfotograaf is. Philippen wil vooral geld verdienen met fotografie. Mode, reclame, architectuur; hem maakt het niet uit. Zelfs kunst wil ik doen als het even kan. Hij probeert gewoon zo goed mogelijk te zijn, zegt hij. En dat is al moeilijk genoeg.

Laura Kamelmans (23) overwoog na haar Havo-opleiding naar de Rietveld te gaan maar vond het er 'te elitair'. Er hing zo'n sfeertje van kijk-mij-nou-eens. Dat is niks voor mij. Ze is geïnteresseerd in modefotografie. Maar de mode-wereld is klein, heeft ze begrepen, en de kans dat ze zal slagen is miniem. Het duurt tien jaar voor je een beetje vaste grond onder de voeten hebt. Dus dat wordt eerst in de kroeg werken.

Ze bewondert het werk van Cindy Sherman en maakte voor het thema 'liefde' vier zelfportretten. Ik heb er liefdesverdriet van gemaakt omdat het net uit was met mijn vriendje. Maar toen ik de foto's maakte was het verdriet al over. Dat kun je ook wel zien, geloof ik. Docent (en fotograaf) Rien Zilvold verwijt haar gemakzucht: voor het thema 'contactadvertentie' leverde ze slechts twee foto's in. Maar hij brengt het voorzichtig. Wie zijn die twee. Hoe zit hun leven in elkaar. Wat kunnen ze voor elkaar betekenen. Je foto's zijn goed, maar ik had een hele serie willen zien. Je kunt niet alles aan de kijker overlaten. Ze vond het opbouwende kritiek, zegt Kamelmans als Zilvold vertrokken is.

Stekkers

Op de bovenste verdieping van de Rietveld Academie richten de vierdejaars hun eindexamenexpositie in. Er wordt gerommeld met stekkers, snoeren, beeldschermen: de tijd dat fotografie enkel van papier was, is voorbij. Appie Bood presenteert een video van een heen en weer zwabberende penis, een videoprojectie met (alweer) een onderlichaam, een foto van een rommelig zittende onderbroek boven half onthaarde benen. Hij heeft leren leven met het lichaam en zijn gebreken, zegt hij. Daar haal ik veel inspiratie uit.

Johannes Schwartz fotografeerde afbeeldingen uit een Duitse modelbouwcatalogus, om te spelen met 'de betekenis van bestaande beelden en zo een geïdealiseerd Duitsland te laten zien.' Hij is tevreden zegt hij, want geslaagd in zijn opzet nu eens een verhaal te vertellen met niet-perfecte foto's.

Haar beste ideeën krijgt ze altijd op de fiets, zegt avondopleidingstudente Marike Schuurman (33). Dan hoor en zie ik van alles dat gaat rommelen met wat er in mijn kop zit. Ze deed eerst de filmopleiding aan de Vrije Academie in Den Haag maar stopte toen ze merkte dat ze zich in de film altijd zou moeten schikken in de ideeën van anderen. Fotograferen doet ze bij voorkeur vanuit ramen: Opsluiten, afsluiten, buitensluiten, daar gaat het bij mij om.

Voor haar eindexamen fotografeerde Schuurman binnenskamers gesloten gordijnen. Ze drukte haar foto's eerst af op gewoon fotopapier, maar dat werd te plat, zegt ze. Het werden gewoon foto's van dichte gordijnen. Ik wilde die wereld achter het gordijn voelbaar houden. Fietsend door de Sarphatistraat dacht ze ineens: 'ik moet ze weer voor de ramen terughangen'. Ze drukte de foto's af op transparant papier dat ze vastklemde in zware houten lijsten. Het effect is even betoverend als ontroerend: door de foto's heen schemert inderdaad de buitenwereld.

Lan Njiokiktjien (haar examenwerkstuk bestaat uit een serie portretten van gespannen kijkende mensen in hun huiskamer) zegt na haar opleiding het vak wel te willen uitoefenen maar zichzelf niet te willen verliezen. Ik wil net als iedereen zoveel mogelijk voor mezelf werken. Maar dat is niet realistisch. Fotografie heeft ook zijn toegepaste kanten. Het zal dus wel ergens in het midden uitkomen. Maar die keuze maak je natuurlijk niet alleen zelf. Hardstikke veel hangt af van de reacties op je werk.

Ze gaat in ieder geval een startstipendium aanvragen. Bood wil naar het buitenland, Schuurman gaat naar de Rijksacademie. Örenli kreeg dit jaar de gemeentelijke Aemstelle-prijs voor veelbelovende jonge kunstenaars en heeft binnenkort enkele exposities. Hij doet al wat hij wil, zegt hij. Ik maak mijn werk en ben gelukkig.

'Superspannend', noemt Johannes Schwartz de toekomst. We hebben hier allemaal een sterke vorm ontwikkeld. Maar kunnen we die buiten ook staande houden? Een steuntje in de rug heeft hij in ieder geval wel: hij kreeg dit jaar de Kroonprijs, vernoemd naar voormalig Rietveld-studente Esther Kroon (1966-1992) die jaarlijks wordt verleend aan een veelbelovend afstuderend Rietveld-fotograaf. [NRCH-CS, 17jul1998]