'Voor somberheid is geen aanleiding.'

Theo Baart fotografeert de verstedelijking van Nederland. Zijn foto's van Hoofddorp zijn nu te zien in het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam. ,,Ik wil het niet mooier maken dan het is, maar evenmin lelijker.''

De documentaire fotografie kent een lange traditie in de Nederlandse fotografie maar heeft de afgelopen jaren behoorlijk aan belang ingeboet. Fotografie is vooral kunst geworden, waarin het uitmeten van persoonlijke preoccupaties het wint van de reflectie op maatschappelijke ontwikkelingen. Een van de weinigen die binnen het genre wel aansprekende resultaten weet te boeken, is de in Amsterdam woonachtige fotograaf Theo Baart (1957). De afgelopen jaren fotografeerde hij in opdracht van het Rijksmuseum het wonen in naoorlogse wijken, Nederlandse woonkamerinterieurs en, samen met collega Cary Markerink, het leven op en langs de Nederlandse snelwegen.

Hoofddorp neemt een prominente plaats in in zijn werk. Op zijn derde verhuisde Baart naar het dorp in de Haarlemmermeer, waar zijn vader hoofd werd van de openbare lagere school. Op zijn achttiende vertrok hij weer; Hoofddorp kende alleen een landbouwschool en hij wilde fotograaf worden. Maar in de loop der jaren keerde hij regelmatig terug om de veranderingen vast te leggen die zich in steeds hoger tempo voltrokken in het dorp van zijn jeugd. Een selectie uit zijn inmiddels tienduizenden foto's tellende archief verscheen deze week in boekvorm onder de titel Bouwlust. Gisteren ging een tentoonstelling van Baart in het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam open.

,,Minstens de helft van de bevolking woont in nieuwbouwwijken'', zegt Baart. ,,Maar fotografen kunnen er niet anders dan met dédain naar kijken. Identiteitsloze mensenpakhuizen zouden het zijn, in beton en asfalt verpakte wanhoop.''

Provinciaals en kortzichtig noemt hij die opvatting. Vandaar dat hij zijn Hoofddorp vooral windstil en zonovergoten fotografeerde, vol vrolijke, spetterende kleuren. ,,Voor somberheid is geen enkele aanleiding.'' En het zou maar afbreuk doen aan wat zich in en rond Hoofddorp afspeelt, zegt hij. Hij praat bedachtzaam, is goedlachs en relativerend; het is niet moeilijk in hem de zoon van een ouderwetse bovenmeester te herkennen.

,,De keuze voor Hoofddorp berust op persoonlijk toeval. Maar wat daar gebeurt, staat symbool voor de verstedelijking van heel Nederland. Hooguit de schaal en de omvang verschillen'', zegt Baart. ,,Schiphol, de Hoge Snelheids Lijn, twee Vinexlocaties, snelwegen, bedrijvenparken, en dat alles op het grondgebied van een provinciestadje. In Hoofddorp heerst een bijna Amerikaanse pioniersgeest. Nu bestaat er niet. Dit boek is bij zijn verschijnen al gedateerd. Het is fascinerend.''

Planologische ontwikkeling is een veelbesproken onderwerp in de Nederlandse politiek. Ook fotografen laten zich niet onbetuigd op dit terrein, zoals recentelijk bleek uit de expositie (Sub)urban Options in het Nederlands Foto Instituut in Rotterdam. Veel van de bijdragen aan die tentoonstelling maakten gebruik van een nogal nostalgisch getinte symboliek van bulldozers versus eenzame boompjes. Baart moet daar weinig van hebben. Vandaar dat er in zijn foto's nauwelijks gebouwd wordt: hij legt de nadruk op de veranderde skyline, de nieuwe invulling, het kersverse uitzicht. Baart: ,,Ik wil de veranderingen laten zien, zonder daar direct een oordeel over uit te spreken. Ik wil het niet mooier maken dan het is, maar evenmin lelijker.''

Het is ook de reden waarom hij in boek en tentoonstelling afzag van een chronologische presentatie en directe vergelijkingen tussen oude en nieuwe situaties vermeed. ,,Zoiets wijst onwillekeurig naar wat er allemaal verdwenen is. Wat jammer toch van al dat rustige platteland, is dan de voorspelbare reactie. Dat wil ik voorkomen.''

Die behoedzaamheid weerspiegelt zich ook in zijn foto's, die variëren van portretten en huiskamerinterieurs tot architectuur en landschap. Al lijken de genres in de praktijk nogal te vervloeien: alles wordt op dezelfde, bijna monumentale en verstilde wijze gefotografeerd, of het nu gaat om een kinderspeelplaats, graanschuur, winkel, huiskamer of kantoorgebouw.

Die gelijkmatigheid verleent ze samenhang en maakt tegelijkertijd dat ze zich, zoals Baart het noemt, `loszingen van het anekdotische en plaatsbepaalde'. Want eigenlijk gaat het hem minder om wat erop staat dan om wat erachter zit: ,,Het zijn banale en alledaagse dingen die op die foto's staan. Maar ze zijn tekenend voor een cultuur. Van de inrichting van een huiskamer tot de inrichting van een polder, het zegt iets over onze omgang met de wereld.''

Ruim de helft van de foto's voor zijn boek maakte Baart in 1997 en 1998 ook de zwart-wit foto's, waarvan je soms op het eerste gezicht aanneemt dat ze van een oudere datum zijn. Een neerslag van zijn eigen fotografische ontwikkeling gedurende de afgelopen twintig jaar (de oudste foto dateert van 1977) is het boek allerminst.

In de keuze om ook het hedendaagse landschap zo nu en dan in zwart-wit te fotograferen, speelde nostalgie geen rol. ,,Ik vind het gewoon beter passen bij het karakter van het polderlandschap'', aldus Baart. ,,Plat, strak en recht. Kleur zou bij zoiets te veel afleiden. Daarnaast kon ik op deze manier laten zien dat er ondanks alle veranderingen nog altijd veel van dat oude landschap aanwezig is.''

Soms duikt het oude op onverwachte plaatsen op, zoals in het raam van een nieuwbouwwoning waartegen fraaie glas-in-lood ramen zijn geplaatst. Ironie? ,,Allerminst'', zegt Baart. ,,Het laat zien hoe de bewoners hun nieuwe omgeving zelf van geschiedenis voorzien. Zoiets is toch fantastisch?'' Wat niet wil zeggen dat hij alle modernisering in en om Hoofddorp kritiekloos aanschouwt. ,,Hier is slechts van belang wat de functie van een gebouw of een landschap is. Schoonheid of historie tellen niet. Wat geen nut meer heeft, verliest zijn bestaansrecht. Je mag je afvragen of daarmee niet bepaalde menselijke behoeften worden ontkend. Maar het is een discussie die gevoerd moet worden op basis van de foto's en niet in de foto's.'' Vandaar dat hij naast zijn foto's in het boek ook geschreven bijdragen opnam van Tracy Metz, Warna Oosterbaan en de landschapsarchitect Noël van Dooren.

De rol van Schiphol, motor achter de transformatie van Hoofddorp, komt in zijn boek slechts zijdelings aan de orde. In de lucht op zijn foto's duikt zo nu en dan een vliegtuig op; gaandeweg het boek worden ze groter een van de zorgvuldig gedoseerde veelzeggende details. Maar uitwijden over Schiphol vond hij niet passend. ,,Dit boek gaat over de context, Schiphol is meer iets voor een volgend project. Artist in residence in Hoofddorp, dat lijkt hem wel wat'', lacht hij. ,,Gewoon laten zien wat er nog meer gebeurt. Onvermoeid vooruit.'' [NRCH, 30jan1999]