'Een bedenkelijk stuk werkelijkheid'

[Over de heruitgave van Ed van der Elsken's Een Liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés. In NRCH, 18feb2000]

Ed van der Elskens Een Liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés is een van de bekendste boeken uit de Nederlandse fotogeschiedenis. Verschenen in het najaar van 1956 bij de Bezige Bij, was het al snel uitverkocht [NB: zie naschrift]. Hetzelfde gold voor de Duitse en Engelse editie. Verder dan die eerste drukken heeft het boek het nooit gebracht. Tot voor kort was het dan ook alleen antiquarisch te vinden. Gelukkig is er nu een uitstekende integrale herdruk uitgekomen.

Van der Elsken (1925-1990) maakte de foto's van het vrijgevochten jongerenleven tijdens zijn verblijf in Parijs, begin jaren vijftig. Hij gaf het boek de vorm van een beeldroman, met het meisje Ann en de als verteller optredende Miguel als hoofdrolspelers. Vormgever Jurriaan Schrofer verdeelde de foto's in een tijdschriftachtige lay-out over de pagina's verdeelde; een manier van presenteren die nadien veel navolging kreeg.

In het buitenland werd het boek zonder uitzondering lovend besproken, in Nederland waren de meningen verdeeld. Weliswaar werd ook hier de vakkundigheid van Van der Elsken erkend, maar de inhoud van zijn boek leidde tot felle polemieken, waarin het tijdschrift Burgerrecht zelf schreef: `Wij zouden haast wensen dat er opnieuw een instelling was die ervoor zorgde dat er geen ontaarde kunst werd verspreid onder het opkomend geslacht.' De Liefdesgeschiedenis toonde `het morbide, anti-vitale leven van de jeugd die men existentialistisch pleegt te noemen' (Haarlems Dagblad), gezien door `een inktzwarte mist waarin de figuren bewegen als groteske marionetten' (Het Vrije Volk). Het stoorde de critici vooral dat Van der Elsken nergens een oordeel uitsprak over dit `bedenkelijk stuk werkelijkheid' (Vrij Nederland). Het was vond VN, gesteund door dominee Buskes (`zedelijke en geestelijke zelfmoord') dan ook een `ziek boek' met een `vies verhaal'. Al liet de redactie ook enkele voorstanders aan het woord. Simon Carmiggelt vond het allemaal wel meevallen en Lucebert zag `hoe mooi aan de randen der verrotting de bloemen van het boze en van de wanhoop bloeien'. Godfried Bomans op zijn beurt was vertederd door Ann, `maar die kerels eromheen zou ik willen doodslaan'.

Wie nu het boek bekijkt kan zich die opwinding nog maar nauwelijks voorstellen. De caféscènes, de `negerdansen', het sensuele geposeer - het is allemaal gemeengoed geworden.

Ook een deel van de foto's is inmiddels overbekend, zoals het dubbelportret van Ann (echte naam: Vali Meyers) voor de pokdalige spiegel dat ook de omslag siert. De ruim 200 foto's zijn nog altijd levendig en sterk, en hebben in het uitgekiende jasje van sequenties, wisselende formaten en geconcentreerde uitsneden precies hun juiste vorm gevonden. Die manier van presenteren zou nadien door menig fotograaf worden nagevolgd, maar slechts weinigen wisten het niveau van Van der Elsken te evenaren.

Naschrift:
Snel uitverkocht? Nee, fout. Het boek belandde bij De Slegte. Dat staat te lezen in Een vak vol boeken, de in 1988 verschenen autobiografie van Wim Schouten, de uitgever die samen met Geert Lubberhuizen jarenlang uitgeverij De Bezige Bij leidde. Met dank aan Frederike Huygen die me -tien jaar na de oorspronkelijke publicatie van mijn artikel - attendeerde op mijn vergissing. [22okt2010]