Foto's die doen twijfelen aan waarheid

[Over: Onuitwisbaar beeld en Onvoltooid verleden, NfI Rotterdam]

De twee tentoonstellingen die nu te zien zijn in het Nederlands Foto Instituut in Rotterdam vallen beide in het documentaire genre maar hebben weinig met elkaar te maken. De ene, Onuitwisbaar Beeld, biedt oorlogsfotografie en daarmee realisme bij uitstek. De andere, Onvoltooid Verleden, handelt over het vreedzame Geldropse dorpsleven van de jaren vijftig en zestig - althans, op het eerste gezicht. Want bij nader inzien blijkt deze tentoonstelling grotendeels te bestaan uit vakkundig in elkaar gestoken ensceneringen en computermanipulaties.

Zo'n combinatie roept onwillekeurig vragen op. Kunnen we nog wel voetstoots aannemen dat oorlogsfoto's `waar' zijn? Hoeveel twijfel hebben we inmiddels nodig bij het kijken naar foto's? Het NFI heeft die vragen evenwel links laten liggen, wat opmerkelijk is voor een instelling die de komende jaren deel gaat uitmaken van een instituut voor de beeldcultuur.

Onuitwisbaar Beeld is een drieluik bestaande uit werk van de Amerikaan Gilles Peress, de Engelsman Simon Norfolk en van kinderen uit voormalige oorlogsgebieden die in het kader van het Engselse Visual Impact-project met goedkope wegwerpcamera's hun eigen situatie hebben vastgelegd. Wat de foto's gemeen hebben is dat ze alle gemaakt zijn na afloop van de gewelddadigheden.

Van deze drie bijdragen is die van Peress het omvangrijkst en het indrukwekkendst. Vierenzestig zwartwit-foto's zijn er van hem te zien op een formaat van een bij twee meter, gemaakt tussen 1992 en 1997 van het onderzoek naar de massagraven rond Vukovar en Srebrenica. Het zijn vooral close-ups: van een horloge vastgekleefd aan een armloze hemdsmouw; van een laars waaruit enkel een restantje botten steekt; van kliederige massa's armen, lijven en schedels liggend in de opengekrabde aarde. Het effect is soms bijna abstract - zozeer zelfs dat ze de misselijkmakende werkelijkheid waaruit ze gedestilleerd zijn bijna doen vergeten. Maar telkens weer is er een detail waarmee hij je bij de les trekt: een kammetje of een gesp tussen het poederige gruis, de trekken van een gezicht die zich aftekenen in wat eerst een mooie lichtvlek op de grond lijkt te zijn. Een harde confrontatie die een indruk geeft van hoe een oorlog doorwoedt lang nadat het laatste schot gevallen is.

De andere twee bijdragen aan Onuitwisbaar Beeld stellen enigszins teleur. De 48 kleine zwartwit-foto's van Simon Norfolk, gemaakt van de decors van historische gruweldaden (Oekraïne, Auschwitz, Vietnam, Rwanda) zijn weliswaar verstild en mooi maar ook wat voorspelbaar. De gruwel is gemusealiseerd, maar soms is juist alles nog zichtbaar alsof het net gebeurd is zoals in Rwanda waar de lijken nog achteloos als grof vuil in scholen en kerken liggen. De selectie uit het Visual Impact-project is mager en kan niet echt overtuigen, ondanks het zichtbare plezier dat de makers hebben gehad.

Van oorlog of geweld is in de foto's van Hannes Wallrafen weinig te bespeuren. Zevenentwintig foto's laat hij zien, gemaakt in opdracht van de stichting Geldrop Cultureel en afgedrukt in zachte pastelkleuren of bruinig zwartwit. Geïnspireerd door de boeken van de in Geldrop geboren schrijver A.F.Th. Van der Heijden, grasduinde Wallrafen er in familiealbums. Daarnaast ensceneerde hij zijn eigen foto's in een vergelijkbare huis tuin en keuken-stijl, en combineerde op zijn computer de beide onderdelen hier en daar weer tot nieuwe beelden.

De geënsceneerde foto's - een trots gezin bij het zojuist aangeschafte Dafje, het schuttersgilde, de fanfare - laten zich gemakkelijk herkennen. Niet alleen zijn ze in kleur, ze hebben ook iets theatraals dat in `gewone' familiekieken afwezig is. Dat is anders met de computergemanipuleerde foto's. In een enkel geval verraden ze zichzelf door een anachronistisch detail als een te moderne jas, soms klopt er iets niet met de scherpte of zijn de beelden te onwaarschijnlijk, zoals op de foto waarop langs een en dezelfde waterkant de was wordt opgehangen, met de kinderen wordt gespeeld en wordt gevreeën. Maar veel vaker is absoluut niet duidelijk wat oorspronkelijk is en wat toegevoegd.

Voor het idee maakt dat niet uit. Wallrafens jaren vijftig ogen wat stereotiep, maar zijn ook zeer aanstekelijk. Al word je er wel een beetje kil van te zien hoe overtuigend de fotografie je inmiddels een rad voor ogen kan draaien. [NRCH, 14okt1999]