'Zelfs de kenner doet hier nog ontdekkingen'

De meeste belangstelling op Paris Photo, de Europese beurs voor fotografie, gaat uit naar de jaren twintig en dertig, maar ook het hedendaagse werk komt ruimschoots aan bod. ,,Dit moet niet alleen een handelsbeurs zijn, maar ook een kunstbeurs met museale allure,''vindt organisator Rik Gadella.

De belangrijkste fotografie van de 20ste eeuw werd gemaakt tussen de twee wereldoorlogen. Dat is de conclusie die iedere bezoeker trekt tijdens een bezoek aan Paris Photo, de Europese beurs voor fotografie, die dit jaar voor de derde keer wordt gehouden. Bij vele van de 74 stands sta je meteen oog in oog met de grote namen van de experimentele Bauhaus-school en hun navolgers: Laszlo Moholy-Nagy, Paul Wolff, Germaine Krull of Maurice Tabbard. Ook andere meesters uit diezelfde tijd zoals Brassaï en Kertész zijn aanwezig. En Man Ray natuurlijk, onder verzamelaars nog altijd een van de meest gewilde fotografen, al neemt het aanbod van zijn werk zichtbaar af. Kattebelletjes vergezeld van een vakantiekiek hebben de plaats ingenomen van topstukken zoals zijn fotogrammen die op vorige beurzen nog werden aangeboden. Duikt er dan toch nog een mooi naaktportret op van zijn vriendin Kiki de Montparnasse, dan is de vraagprijs meteen bijna een ton.

De groeiende belangstelling voor fotografie en het slinkend aanbod is er ongetwijfeld debet aan dat de belangstelling voor Oost-Europa nu groeit. De Amerikaanse galerie Howard Schickler brengt naast Rodchenko's portretten van de dichter Majakovski en jaren dertig-persfoto's van Yevgeni Chaldey ook anonieme opnamen van architectuur-maquettes. En voor het eerst geeft een Hongaarse galerie acte de présence, alweer met foto's uit het interbellum. Onbekende fotografen als Nandor Barany, Marta Aczel en Imre Kinszki blijken met hun poëtische straattaferelen, stilleventjes en portretten niet onder te doen voor hun gelauwerde tijdgenoten.

Opvallend afwezig op deze beurs is de vroege, 19de-eeuwse fotografie, die momenteel op de internationale kunstmarkt recordprijzen bereikt. Volgens de Duits-Nederlandse collectioneur Manfred Heiting, werkzaam als directeur van het nieuwe fotomuseum in Berlijn, is die omissie logisch. ,,De 19de eeuw raakt op. Het mooiste en beste is al in het bezit van musea en verzamelaars.'' Voor wat er nog over is moet, net als in de schilderkunst, veel betaald worden. Heiting zag bijvoorbeeld de prijzen voor de panoramafoto's van Gustave le Gray, waarvan hij ook zelf enkele bezit, in een jaar tijd vertienvoudigen. En is zo'n panorama nog wél betaalbaar (150.000 francs, bij de Parijse galerie Hypnos) dan is het incompleet. Maar, zegt Heiting, ,,de kwaliteit van deze beurs is hoog en het aanbod breed. Je kunt hier zelfs als kenner ontdekkingen doen.''

Het ontbreken van de vroege fotografie wordt ruimschoots gecompenseerd door een groeiende vertegenwoordiging van eigentijds werk. De Nederlandse initiator en organisator van Paris Photo, Rik Gadella, stimuleert dat ook. Hij nodigde voor het eerst zes galeries uit, die zich presenteren onder de gezamenlijke noemer `Statements'. ,,Dit moet niet alleen een handelsbeurs zijn maar ook een kunstbeurs met museale allure,'' zegt Gadella. Al wordt zijn ambitie niet helemaal waargemaakt door de grote, gladde glamour-foto's van vooral lijven en landschappen waarmee de Statements-galeries van deze tijd denken te zijn.

Gadella's museale ambitie wordt gedeeld door menig handelaar. Niet langer zijn hun wanden gevuld met een kaleidoscopische keuze uit de voorraad, men brengt liever een solo- of thematische tentoonstelling. De Belg Xavier Hufkens toont de stoerejongens-foto's van Bruce Weber, Yancey Richardson uit New York de kleurrijke melancholische reisimpressies die zijn landgenoot Andrew Moore in Cuba maakte, terwijl de Brit Eric Franck zich beperkte tot straatbeelden van Londen. De modeontwerper Karl Lagerfeld probeert een slag te slaan met de architectuuropnames die de Japanner Iwao Yamawaki in de jaren dertig tijdens zijn studie aan het Bauhaus maakte; een schoolse reportage verpakt in parmantig zware lijsten.

Aan de Nederlandse galeries die dit jaar deelnemen aan de beurs (Flatland Gallery, Galerie Pennings, Ton Peek Photography, Van Zoetendaal Collections, Art Affairs en Galerie Maria Chailloux) is die thematische ontwikkeling grotendeels voorbij gegaan. Vijf van de zes zetten op ouderwetse manier hun stand in het zonnetje; telkens enkele foto's van vijf tot zes kunstenaars, die stilistisch ver uiteenlopen. De Utrechtse galeriehouder Ton Peek vormt een uitzondering. Hij ontdekte op Sri Lanka het homo-erotisch getinte werk van de vergeten fotograaf Lionel Wendt (1900-1944) en combineerde dat met de in sfeer sterk gelijkende, klassieke landschapsfotografie van Aernout Overbeeke. Voor de verkoop blijkt de opzet niets uit te maken. Flatland slijt met gemak de bejaarde pinups van Erwin Olaf, terwijl Peek op de openingsavond van de beurs al elf werken van Wendt wist te verkopen. En om die verkopen draait het op Paris Photo, museaal of niet. Gelukkig voor de bezoekers houden de prijzen er geen gelijke tred met de recente veilingrecords. Al moeten de topstukken rond de ton opbrengen, nog altijd kan men er voor rond de 1500 gulden eigenaar worden van een betoverende foto van de langgerekte schaduw die een wandelaar zeventig jaar geleden achterliet op een Hongaarse landweg. [NRCH, 19nov1999, i.s.m. Marianne Vermeijden, ill: Man Ray, Kiki de Montparnasse]