Het opwekken van de koopzucht

[Over: veiling-tentoonstelling Photography Exposed, bij: Sotheby's, Amsterdam. In: NRCH, 25mei2000]

Als de belangstelling maatgevend is, kan de fotografieveiling van 7 juni bij Sotheby's alleen maar een succes worden. Want de expositie van het aanbod, ondergebracht in het pand van Sotheby's, wordt druk bezocht. Zelfs buiten de reguliere openingstijden melden zich kijkers. Ook de catalogus wordt opvallend veel aangevraagd en uit het buitenland komt regelmatig de vraag naar conditierapporten.

Maar belangstelling is nog geen kooplust. De verwachtingen bij Sotheby's zijn weliswaar hoog gespannen, maar niemand waagt zich aan een voorspelling. De fotografieveiling is de eerste is die er sinds tien jaar plaatsvindt in Nederland. Barbara Jonckheer, medewerker van de afdeling beeldende kunst en belast met de organisatie, zegt vooral `nieuwsgierig' te zijn. Ze denkt dat in navolging van landen als Duitsland, Engeland en Frankrijk nu ook in Nederland de bereidheid bestaat om geld uit te geven voor originele foto's. De veiling is een marktverkenning, zegt ze.

In dat licht moet ook de tentoonstelling Photography Exposed - 70 van de 118 aangeboden foto's - worden gezien. Gewoonlijk houden veilinghuizen het bij kijkdagen, waarbij het aanbod in plastic mappen ter inzage ligt. Het resultaat is vaak een verzameling bric-à-brac waarin allen de kenner het kaf van het koren kan scheiden. Maar eenmaal keurig ingelijst en opgehangen krijgt een foto als vanzelf cachet. Dan lijken de silhouetten op de dijk bij West-Kapelle (een foto van Eva Besnyö, 1933) zich in de wind te bewegen, de zwoele schaduwen op de foto's van Sanne Sannes tot leven te komen en de carrousel op de foto van de Fransman Izis te gaan tinkelen. En dit ideale effect kan voor het opwekken van de hebzucht geen kwaad.

Naast één 19de-eeuwse foto (een trappetje bij Le Chateau Rouge aan de Rue Galande, rond 1900 gefotografeerd door Eugène Atget), een handvol werk uit de jaren dertig (van Eva Besnyö, een portret van Paul Citroen, een mooie architectuurstudie van Werner Mantz, een stilleven van Piet Zwart) en wat buitenlands werk (Cecil Beaton, Andres Serrano, Cindy Sherman, Nat Finkelstein en Albert Renger-Patsch) ligt de nadruk op moderne, naoorlogse Nederlandse fotografie. Al klinkt dat samenhangender dan het is, want ook dat aanbod loopt sterk uiteen: van surrealistisch getoonzet werk van Emiel van Moerkerken en reportagefoto's van Kees Scherer en Cas Oorthuys tot landschaps-sequenties van Ger Dekkers, minimalistische stilleventjes van Peter Ruting en de altijd wat geaffecteerd ogende damesfoto's van Paul Huf. Ze worden losjes gepresenteerd, soms gearrangeerd naar genre of onderwerp, en dan weer associatief zoals in het rijtje waarin een uitdagend naakt van Nat Finkelstein wordt getoond naast een Madonna-personificatie van Cindy Sherman.

Ondanks die diversiteit oogt het geheel behalve ongemakkelijk, ook een beetje vlakjes. Je ziet eraan af dat Nederland tot in de jaren tachtig hoegenaamd geen traditie kent op het gebied van `fine art photography' - vormgegeven en afgedrukt naar zorgvuldige, esthetische maatstaven en gepresenteerd als unieke kunstwerken - en dat is nu net de fotografie die in het buitenland juist zoveel kooplustige aandacht trekt. Nederlandse fotografie was èn is grotendeels nog steeds gebruiksfotografie, in eerste instantie bedoeld voor publicatiedoeleinden. En juist dàt geeft dit aanbod iets willekeurigs. Bijzonder of bijzonder mooi is het allemaal niet: het is gewoon te koop, en schappelijk vergeleken met de prijzen die buitenlandse veilingen voor fotografie vragen. De gemiddelde vraagprijs schommelt tussen de 1.500 en de 2.000 gulden. Dat is het gemiddelde dat in het begin van de jaren negentig op veilingen hier al werd betaald. [Foto: Albert Renger-Patzsch, das Baumchen, 1926]

Naschrift [NRCH, 8jun2000]

De eerste fotografieveiling die Sotheby's sinds vijftien jaar in Amsterdam gisteravond heeft gehouden, heeft ruim 300.000 gulden opgebracht. De veiling die werd bezocht door ruim honderd mensen.

De hoogste prijs, 42.000 gulden inclusief veilingtoeslag, werd betaald voor een fragiel berkenboompje, in 1929 gefotografeerd door de Duitser Albert Renger-Patzsch. Een stilleven met trui en ijzerdraad, in 1932 gefotografeerd door Piet Zwart, werd afgehamerd op ruim 21.000 gulden.

Zoals de laatste jaren gebruikelijk is op buitenlandse fotografieveilingen, werd ook in Amsterdam vooral driftig geboden op fotografie uit het interbellum. Ook de foto's van de Hongaars/Nederlandse fotografe Eva Besnyö deden het goed. Een uit 1938 stammend vrouwenportret bracht ruim tweeduizend gulden op, evenals een foto van zich tegen de wind in bewegende mannen op de dijk van West-Kapelle. Haar bekende, uit het begin van de jaren vijftig daterende foto van vissende jongetjes aan een Amsterdamse gracht ging van de hand voor het hoge bedrag van ruim 10.000 gulden.

Het werk van de in 1995 overleden surrealistische fotograaf Emiel van Moerkerken bleek eveneens zeer gewild: zijn stilleven met kunstduim en een plakje brood, gemaakt in 1934 en afgedrukt in 1980, bracht 1.800 gulden op, en zijn uit 1943 daterende portret van Carel Willink, afgedrukt in 1970, meer dan het dubbele.

Buitenlandse fotografen deden het relatief iets minder goed. Zo bleef The American Dream, een vrolijke enscenering van de Amerikaan Les Krims, onverkocht en ging een soortgelijke foto vol slangen, naakten en eieren van de eveneens internationaal vermaarde Sandy Skoglund van de hand voor 13.000 gulden, ruimschoots onder de vooraf ingeschatte laagste richt-prijs.

Verreweg het grootste aandeel in de veilingopbrengst werd geleverd door de voornamelijk uit het buitenland afkomstige, telefonische bieders. Deze spendeerden 126.000 gulden voor 22 foto's. Vanuit de zaal werden 55 foto's gekocht voor een totaalbedrag van ruim 100.000 gulden. Uit deze cijfers blijkt dat Nederlandse verzamelaars nog niet bereid zijn om grote bedragen voor foto's te betalen.

Hoewel twintig van de aangeboden 118 werken onverkocht bleven en veertig voor niet meer dan de laagste richtprijs onder de hamer kwamen, toonde een woordvoerder van Sotheby's zich direct na afloop van de veiling zeer opgelucht. ,,Het resultaat bewijst dat er ook in Nederland kopers zijn voor fotografie. De veiling was een experiment. Maar het is zeker voor herhaling vatbaar.'' Een datum voor een eventuele volgende fotoveiling kon Sotheby's evenwel niet geven.