Kiekjes, maar niet heus

[Over: Instituut voor Concrete Materie, Haarlem. In: NRCH 4jan2001]



Wie een fotocollectie wil aanleggen, hoeft niet per se naar veilinghuis of kunstgalerie. Het Instituut voor Concrete Materie in Haarlem is de eerste winkel in oude foto's in Nederland. Ook voor een paar kwartjes doe je er mooie vondsten.

Een handeltje beginnen in oude foto's. Eigenlijk kan hij het iedere kunstgeschiedenisstudent met belangstelling voor fotografie aanraden, zegt Frido Troost, zelf kunsthistoricus en sinds kort handelaar in oude foto's. ,,Het is dé manier om te leren kijken. Je raakt helemaal los van wat volgens de encyclopedieën en geschiedenisboeken goed en belangrijk is. Wat je ziet is enkel en alleen nog maar de foto zelf.''

Troost begon enkele jaren geleden samen met vormgever en galeriehouder Willem van Zoetendaal de in mooi uitgegeven fotoboeken gespecialiseerde Uitgeverij Basalt. Ze maakten verschillende boekjes waarin ze werk van jonge fotografen (Rineke Dijkstra, Harold Strak) combineerden met onbekende en soms anonieme foto's. Kiekjes dus; door amateurs genomen foto's die niet in het minst dankzij het toeval een argeloze en hartveroverende schoonheid kunnen bezitten.

Basalt bestaat nog steeds, maar na verloop van tijd gaf de uitgeverij alleen hem niet voldoende bevrediging, zegt Troost. ,,Om over brood op de plank nog maar te zwijgen.'' Toen hij in de Nieuwe Kruisstraat in zijn woonplaats Haarlem dan ook een voormalige smederij te huur zag staan, vormde zich het plan om zijn hobby een wat zakelijker vorm te geven.

Instituut voor Concrete Materie (ICM) heet de fotowinkel die hij opzette samen met reclameschetser Gilles Krantz. Een grote naam voor een kouwelijke ruimte van 15 bij 4 meter met ruwe muren en een betonnen vloer, waar stof van jaren nog altijd tot in de verste hoeken en kieren zit. Maar het is een passende ambiance voor een ,,tussenstation voor foto's'', zoals Troost zijn winkel annex galerie noemt. `Photography for Collectors' meldt het visitekaartje, inspelend op de groeiende belangstelling voor fotografie onder verzamelaars. ,,Wie een fotocollectie wil aanleggen, kan hier voor weinig geld een mooi begin maken'', vat Troost zijn bedoelingen samen. Zijn prijzen variëren van minder dan een gulden tot enkele honderden guldens voor een fraai album of een Amerikaanse panoramafoto van een picknickend gezelschap.

Hoewel het ICM officieel nog niet geopend is, hebben de liefhebbers de winkel inmiddels al weten te vinden, mede dankzij de kleine tentoonstelling uit de winkelinventaris die vorige maand werd gehouden in Galerie van Zoetendaal in Amsterdam. Die inventaris werd de afgelopen anderhalf jaar door Troost en Krantz opgekocht op rommelmarkten en bij uitdragerijen, antiekhandelaren en `scharrelaars in alle soorten en maten'.

De oogst is uitgestald tegen de wanden, in vitrines en bakken. Er staan luchtfoto's van de watersnoodramp, soldatenfoto's uit de Eerste Wereldoorlog, naaktfoto's voor schildersdoeleinden, reclamefoto's voor Cybèle korsetten en reportagefoto's van een galadiner in New York met een zwoele heimelijkheid waarvoor Erich Salomon zich niet zou hoeven schamen. Er liggen foto's van de opening van de Van Nelle fabriek in Rotterdam, van zeilbootjes en stoombootjes en stoomtreinen, van jongedames op het Scheveningse strand naast angstaanjagende stereofoto's gemaakt ter illustratie van Das Arteriensystem des Menschen uit 1911. Uit keurig op onderwerp gerangschikte dozen komen groepsportretten van nonnen, koks en het plaatselijke fanfarekorps te voorschijn, foto's van boksers en gymnasten, van staande en zittende mannen, vrouwen en kinderen - alleen of met vaders, moeders, broers en zussen.

En natuurlijk zijn er familiealbums - met keurig naast elkaar geplakte foto's, met en zonder bijschriften. De inhoud doet verslag van reisjes naar het buitenland, van grootvaders gedaanteverwisseling tussen 1917 en 1933, van huis-, tuin- en keukentaferelen. Maar wie even zoekt, vindt in een van die anonieme albums ook foto's die omstreeks 1905 gemaakt werden van het opstijgen van de Ville de Paris, het eerste bestuurbare Franse luchtschip. Weer een ander album bevat afgedrukte filmstrookjes van wandelende voeten: ,,Ze zouden aan de wand van een moderne kunstgalerie niet misstaan'', beaamt Troost.

In een oude reiskoffer worden de schoenendozen uitgestort: het voormalige bezit van hen die om de een of andere reden nooit de moeite hebben kunnen nemen hun foto's in albums in te plakken. Dat, zegt Troost, is `de kwartjesdoos'. En ook daarin zijn vondsten te doen. Van een grimmige grootmoeder die haar verbouwereerde kleinkind voortsleept over een buitenlandse boulevard bijvoorbeeld, van een paard met een half hoofd of een wel heel erg diagonaal gefotografeerde Amsterdamse bouwput in de vroege jaren vijftig. ,,Iedere maand je eigen thuistentoonstelling maken, kan natuurlijk ook'', zegt Troost als we afrekenen.