Theekransjes, uitjes, een orgelman

Over: Van Adrian tot Ziegler, historische fotografen in Zwolle 1860-1960, Stedelijk Museum Zwolle. NRCH 14jun2001]

Gerrit Wispelweij, aan het eind van de 19de eeuw directeur van een Zwolse ijzergieterij, was tevens een enthousiast amateurfotograaf. Dat hij ook zijn zoon Reinhold fotografeerde, hoeft niet te verbazen. Maar het jongensportret dat nu op de tentoonstelling Van Adrian tot Ziegler, fotografen in Zwolle van 1860-1960 te zien is, verbaast wél. Niet alleen de jongen staat erop, maar ook het achtergrondje en de `studio': een kaal, ietwat verfomfaaid hokje dat afgetimmerd lijkt in een lege kamer. Reinhold zit op een scheef krukje. Een jaar of acht zal hij zijn, handen gebald tot nerveuze knuistjes, voeten over elkaar geslagen in een poging niet te wiebelen. Gespannen kijkt hij naar zijn vader en samen maken ze een ongemakkelijke foto die het midden houdt tussen een portret en een aanzet daartoe.

Wellicht was het Wispelweijs bedoeling om achteraf Reinholds kop en schouders uit de afdruk te knippen, of was de foto niet meer dan een proefopname. Hoe het ook zij, je vergeeft Wispelweij zijn vergeetachtigheid graag. Want zijn 'mislukking' is een van de terloopse juweeltjes van de tentoonstelling, waarin met zo'n 300 foto's van een vijftiental professionele en amateur-fotografen een overzicht wordt gegeven van de Zwolse fotogeschiedenis.

Hoewel geadverteerd als fototentoonstelling is Van Adrian tot Ziegler op de keper beschouwd een historische tentoonstelling. De lokale herkenbaarheid prevaleert zichtbaar boven de visuele of technische kwaliteiten van de foto's, die zonder veel onderscheid bij elkaar zijn gehangen. Vaak zitten er meerdere foto's in één lijst, de presentatie geschiedt eenvoudig per fotograaf - hun namen zijn hooguit een voetnoot in de Nederlandse fotogeschiedenis: J.A. Eelsingh (1866-1941), J.G. Lubbers (1849-1923), vader en zoon Cohen.

Het resultaat is een visuele bric à brac vol alledaagsheden, waarin de fotografie zo kan uitblinken wanneer ze even niets wil weten van nuttigheid of grote artistieke bedoelingen: foto's van theekransjes, zondagse uitjes, een orgelman, een dansende beer, koningin Wilhelmina en prins Hendrik temidden van zwaaiend voetvolk en onwennige notabelen. Het is gezien en, hoe onhandig soms ook, gefotografeerd. Je kunt er met verwondering en ontroering naar kijken.

De meest opvallende foto's zijn van F.W.H. Deutmann, die zich in 1865 in Zwolle vestigde en zich toelegde op het fotograferen van grote bouwprojecten. In een overzichtelijke stijl, die doet denken aan het werk van de fotograaf Pieter Oosterhuis, legde hij in 1872 de constructie vast van de nieuwe IJsselbrug bij Kampen en de bouw van de watertoren van Zwolle (1892). In 1871 keek hij eindeloos naar de fabricage van de draaibrug over de Willemsvaart. De foto's die hij maakte in de stoffige smederijen lijden danig onder de duistere omstandigheden, maar eenmaal bij de Willemsvaart beland, maakte hij de perfecte foto. Dan doet het werkvolk erg zijn best met pikhouwelen en schoppen onder het toeziend oog van een opzichter. Dat er aan die foto het nodige overleg vooraf is gegaan, zie je ook, want hier en daar wordt met een steelse blik in de richting van de camera afwachtend toegekeken. Moeten we nu wel of niet, lees je van hun gezichten.

Dergelijke onvolkomenheden onderscheiden de historische foto's van de landschapsfoto's van Ger Dekkers, waaraan het Stedelijk Museum tegelijkertijd een overzichtsexpositie wijdt onder de titel Horizons Unlimited. Dekkers (1929) fotografeert al jaren de leegte van het Hollandse polderlandschap. Daarbij speelt hij in uniforme reeksen met verschuivende, veelal diagonale, lijnen. Staande op een Waddendijk verschuift hij in negen foto's de aandacht van het puntje van een strekdam naar het basalt aan zijn voeten. Hij laat tulpen een stoffige akker in bezit nemen of de Grevelingendam steeds nietiger worden onder een blauwe lucht. Soms lijkt het alsof zijn op de automatische piloot overgeschakelde camera op een onbewaakt ogenblik is omgekieperd, maar niets is minder waar: zijn sequenties zijn van voor tot achter uitgekiend. Het resultaat is soms ingenieus, maar in hun herhaling en gemillimeterde nauwkeurigheid verrassen zijn foto's nergens.