Verliefd op alles

[Over: Mark van den Brink, Spy glass. Galerie Van Zoetendaal, Amsterdam. In NRCH 14dec2001]

Op het eerste gezicht mankeert er van alles aan de 39 foto's - de meeste in zwart-wit, een handvol in kleur en alle op het formaat van een ansichtkaart - die Mark van den Brink (1965) uit recent en ouder werk samenvoegde tot de tentoonstelling Spy glass. De foto van een wandelaar op een bergtop zit vol kleine luchtbelletjes, die van Hotel New York in Rotterdam vertoont een rare lichtstreep en op die van een zeppelin is de lucht vol krassen en barsten. Toch krijg je nergens het gevoel dat het niet klopt.

De doelbewuste onhandigheid die Van den Brink (1965) hanteert wordt momenteel wel meer gebezigd, veelal uit een balorig verzet tegen de grote formaten en de al dan niet door middel van de computer bereikte, haarscherpe felkleurigheid die veel hedendaagse fotografie zo onuitstaanbaar kil kan maken. Maar net als technische perfectie leidt ook onhandigheid niet per definitie tot spannende en tot de verbeelding sprekende fotografie. De systematische toepassing van mankementen kan uitermate gekunsteld zijn. Dat Van den Brink die indruk weet te vermijden komt vooral omdat in zijn werk vorm en inhoud perfect samenvallen.

Op de titelfoto van de tentoonstelling staat een verrekijker op een statiefje achter het raam van wat een hotelkamer zou kunnen zijn. De gordijnen zijn een beetje toegeschoven, achter het glas tekent zich een rivier af. Langs de oever staan vage flatgebouwen, in de verte dobbert het vermoeden van een binnenvaartschip. Het is een eenzame foto - bijna. Want de wereld aan gene zijde mag dan kil en schimmig aandoen, de kamer zelf is een veilige en warme uitkijkpost. Afstand en intimiteit: tussen die polen bewegen zich zijn foto's die in vereniging het karakter hebben van een denkbeeldige tocht langs soms herkenbare maar nergens met name genoemde plekken.

Van den Brink fotografeert met de onbevangen blik van een reiziger die verliefd is op alles: op een propvolle snelweg en de plooien in een beddensprei, op een goedkope prullenbak en een besneeuwde bergtop, op twee blote vrouwenbenen met een reepje kant en een gezadeld paard dat is vastgebonden aan een stads hekje. Hij heeft zowel iets van de voyeur die door de kier van een deur een naakte vrouw gadeslaat op het toilet, als van de spion die van afstand en uit de hoogte de verdeling van spelers op een voetbalveld analyseert. Beide hebben iets haastigs en maken `foutjes' - maar de jas aan de kapstok in een karig verlichte gang is precies zoals een jas aan een kapstok hoort te hangen. En even haarscherp als de citroenen in het fruitschaaltje dat in de kamer op tafel staat. Het zijn vlekkeloze foto's, maar zo terughoudend dat je eerst nauwelijks ziet dat er niets aan mankeert. [Foto: Mark van den Brink, Eva]