Eerste foto?

[In: NRCH, 10jan2002]

De eerste foto aller tijden werd volgens de handboeken in 1826 of 1827 gemaakt door de Franse chemicus Joseph Nicéphore Niépce vanuit het bovenraam van zijn huis in het Franse Gras. Hoewel de datering niet onomstreden is - Niépce schrijft in bewaard gebleven manuscripten al in 1824 over geslaagde fotografische experimenten - lijken de boeken toch herschreven te moeten worden.

Het gerenommeerde Franse verzamelaarsechtpaar André en Marie-Thérèse Jammes wist enkele jaren geleden de hand te leggen op een briefwisseling tussen Niépce (1765-1833) en zijn neef, De Curley. Onderdeel van de 35 brieven tellende correspondentie is een fotografische reproductie van een 17de-eeuwse prent van een onbekende maker, getiteld `Cheval et son conducteur'. Uit de brieven blijkt dat de reproductie in de zomer van 1825 werd gemaakt werd en daarmee dus de oudste foto aller tijden is.

Dit althans meent het veilinghuis Sotheby's dat de ontdekking van het echtpaar Jammes in maart in Parijs onder de hamer brengt. Nederlandse deskundigen kunnen de claim van Sotheby's ontkennen noch bevestigen, maar wijzen er op dat het veilinghuis zal waken voor het verstrekken van onjuiste en strafbare informatie, en dat de collectie-Jammes een goede reputatie heeft. Volgens Philippe Garner, fotografie-expert van Sotheby's, was De Curley financier van Niépces experimenten en was de meegestuurde foto bedoeld om te laten zien dat het geld nuttig werd besteed. De correspondentie is nooit gepubliceerd, André Jammes heeft er alleen een onopgemerkt artikel in een vaktijdschrift over geschreven.

De tweedaagse veiling is met 600 veilingnummers de grootste die ooit uit een particuliere fotocollectie werd gehouden. Het is de tweede keer dat Sotheby's werk veilt uit de collectie Jammes, die geldt als een van de mooiste ter wereld op het gebied van de vroege 19de-eeuwse fotografie. De eerste veiling, die in 1999 plaatsvond in Londen, bracht een recordbedrag op van 11.591.000 euro (25,5 miljoen gulden). Voor een `zeegezicht' van de Franse fotograaf Gustave le Gray werd bij die gelegenheid 772.700 euro (1,7 miljoen gulden) neergeteld, het hoogste bedrag dat ooit voor een foto werd betaald.

Van de Parijse veiling worden opnieuw recordopbrengsten verwacht. De correspondentie tussen Nièpce en zijn neef, inclusief de foto van de gravure, wordt ingezet voor een bedrag van 500.000 tot 750.000 euro.

Naast vroeg 20ste-eeuws werk van Germaine Krull, Eli Lotar en Robert Doisneau zal op de veiling vooral 19de-eeuwse fotografie onder de hamer komen, gemaakt door onder meer Felix Nadar, Edouard Baldus, Chales Marville en de gebroeders Bisson. Van Gustave le Gray worden behalve een zeefoto en enkele foto's van het park van Fontainebleau ook foto's aangeboden die hij maakte in het kader van de Mission Héliographique, de eerste van staatswege verstrekte fotografie-opdracht.

De tweede veilingdag zal geheel gewijd zijn aan het archief van de Franse fotograaf Charles Nègre (1820-1880). Nègre geldt samen met Jacques Louis Daguerre - die voortbordurend op de ontdekkingen van Niépce de daguerreotypie uitvond - en de Engelsman Fox Talbot als grondlegger van het medium. Behalve op het maken van portretten, genrestudies, landschappen en architectuurfoto's legde hij zich ook toe op de ontwikkeling van fotografische reproductietechnieken.

André en Marie-Thérèse Jammes begonnen omstreeks 1955 met het verzamelen van fotografie. Aan de hand van de door hen bijeengebrachte foto's schreven ze baanbrekende boeken over de geschiedenis van het medium en publiceerden ze verschillende biografieën. Een keuze van honderd foto's uit hun collectie zal voorafgaande aan de veiling te zien zijn in New York (februari) en Parijs (maart). De veiling vindt plaats op 21 en 22 maart. [Illustratie: Joseph Nicéphore Niépce, A Horse and Its Groom, juli-augustus 1825.]