Vondsten

[Over: Fotofestival Naarden. NRCH 3jun2003]

Het fotofestival van Naarden is, aldus de organisatie, een tweejaarlijkse verzameling van tentoonstellingen en andere activiteiten. Het zijn welgekozen woorden, passend bij het bonte karakter van de vorige week geopende achtste editie van het evenement. Groot en gevarieerd is het aanbod: hedendaagse fotografie uit Australië, Nederlandse tijdschriftenfotografie, een presentatie van commerciële fotografie, een kleine maar liefdevolle reeks foto's over de stoep als vijfde wand van de woning (Guus Rijven, Nederland), aanstekelijke foto's over de muziekbeleving in Mali (Dieter Telemans, België), en mooi mislukte amateurfoto's ingezonden door Margriet-, Viva- en Panorama-lezers. Het is slechts een losse greep uit het aanbod van dertig exposities op negentien locaties.

De keerzijde is onvermijdelijk een indruk van willekeur, een verschijnsel dat ieder (foto-)festival enigszins eigen is. Waar het om gaat is telkens weer de balans te vinden tussen hoeveelheid en samenhang. En die balans heeft Naarden, ondanks de onmiskenbare kwaliteit van de diverse bijdragen, niet overal even goed kunnen vinden. Zo mag de hoofdexpositie in de Grote Kerk het thema `Grenzeloos' heten te hebben, bij gebrek aan een enigszins systematische uitwerking is er eerder sprake van een kapstok waaraan bijdragen van diverse pluimage hangen. En `Photographica Australis' mag dan een overzicht willen geven van de hedendaagse Australische fotografie, met negentien foto's van vier fotografen, één kijkkast met vijf stereofoto's en een van onder tot boven met foto's behangen `tienerkamer' is er hooguit sprake van een inkijkje.

Maar toch.

Op de met recht grenzeloos te noemen hoofdexpositie - Mourad Bouchakour over arm en rijk in New York, Frans Lemmens over het grenzeloze landschap van de woestijn, de Engelse ex-modefotografe Corine Day over het grenzeloze leven van haar vriendin Tara, de Israëliër Judah Passow over het grenzeloze geweld in het Midden-Oosten, de Ierse Trish Morrissey over vrouwen met bovenmatige gezichtsbeharing (,,een taboedoorbrekend onderwerp'', aldus de samenstellers) - hangen ook de loepzuivere foto's die de Engelsman Simon Norfolk onlangs maakte in Afghanistan. Zijn twaalf kleurenfoto's, formaat ruim een meter bij een meter, vormen een typologie van het Landschap Na De Oorlog. Zo zuinig mogelijk probeerde hij niet het uiterlijk maar de essentie van zijn onderwerp te vangen. Hij toont het achtergebleven oorlogstuig in de vorm van een verloren rupsband van een tank, de hoeveelheid in de vorm van een onafzienbare berg granaathulzen, de reikwijdte in de vorm van het geruïneerde historische monument, de naoorlogse hoop in de persoon van een ballonnenverkoper.

Met die rustige, consistente uitwerking is Norfolks bijdrage een van de hoogtepunten van `Grenzeloos'. De andere wordt geleverd door de Duitser André Lützen die een wervelende reeks foto's maakte van jonge zwarte Franse rappers. Lützen combineerde die foto's met werk dat hij maakte van de griots in Dakar wier spraakzang nauwe verwantschap vertoont met de moderne rap. Afwisselend in kleur en zwart-wit maakte hij portretten, straatbeelden en stilleventjes en fotografeerde in kamers, trapportalen, zaaltjes en verloren hoeken; foto's die hij arrangeerde in suggestieve, hier en daar onderbroken reeksen. Frankrijk? Afrika? Uit te maken valt het nergens en precies dat moet zijn bedoeling geweest zijn: het schetsen van een tussenland waarin hoofd en hart, wortel en tak weer bij elkaar gebracht zijn.

Ook Style of Life, een caleidoscopisch overzicht van de Nederlandse tijdschriftenfotografie vanaf 1945, biedt dergelijke verassingen. De expositie is een feestje van ruim honderdvijftig foto's en de tijdschriften (Beatrijs, Avenue, Twen, Vrij Nederland, Carp) waarin ze ooit gepubliceerd werden. Er zijn een paar rubriekjes als mode, culinair en popcultuur, en er valt op ieder terrein veel te herkennen en te glimlachen. Maar te midden van die weinig inzichtelijke hoeveelheid bevinden zich ook enkele onbekende, even frivole als fatsoenlijke kleurenfoto's die modefotograaf Hans Dukkers in jaren zeventig maakte van schaars geklede dames op zolderkamertjes en in het struweel. Een vondst, net als het hartverwarmende portret van een vader met zijn dochter, in 1958 in Napels gemaakt door de vrijwel vergeten fotograaf Louis van Paridon.

Dergelijke ontdekkingen en kleine vondsten horen eveneens bij een festival als Naarden. Ze compenseren de algemene indruk van willekeur en onevenwichtigheid. En zolang ze dat doen, bewijzen ze de waarde van een groot en gevarieerd aanbod.
[Foto: Louis van Paridon]