Klassiek, 50 jaar na dato

[Over: Ata Kando, Kalypso en Nausikaä, Foam, Amsterdam. In NRCH 17nov2004]

In 1956 maakte fotografe Ata Kando op vakantie in Italië samen met haar zoon Thomas en haar dochters Juliëtte en Madeleine een serie foto's geïnspireerd op de Odyssee van Homerus. Het resultaat is - met een vertraging van bijna 50 jaar - nu in boekvorm verschenen.
Ja, ze was nooit, ook toen al niet, "commercieel zo handig'', verklaarde de inmiddels 91-jarige Kando tijdens de opening van de expositie ter gelegenheid van de verschijning van Kalypso en Nausikaä.

Kando bouwde (na een opleiding in Boedapest en een verblijf in Parijs waar ze haar tweede man Ed van der Elsken ontmoette) vanaf 1954 in Nederland snel een reputatie op. Als modefotografe werkte ze onder meer voor de couturier Max Heymans en haar reportages, zoals die over Hongaarse vluchtelingen na de Russische inval in 1956, vonden gretig aftrek.

Jurriaan Schrofer, in die jaren toonaangevend vormgever van fotoboeken, verzorgde de publicatie van haar eerste boek Droom in het Woud (1957), een beeldverhaal gebaseerd op het sprookje van de Schone Slaapster waarin haar kinderen eveneens figureerden. Dat boek wekte bij publicatie enige weerstand op, naar verluidt wegens de hier en daar te bloot geachte kinderbenen en -buiken. De foto's en de door Schrofer verzorgde boekontwerpen van Kando's Odysseus-project verdwenen in de kast. Midden jaren tachtig dook een van de boekmaquettes op mysterieuze wijze op bij een uitdragerij in Amsterdam. Foto's en ontwerp werden vervolgens op onooglijk postzegelformaat gepubliceerd in een in 1989 verschenen boek over de geschiedenis van het Nederlandse fotoboek. Kando was toen al naar de VS geëmigreerd. Pas enkele jaren geleden keerde ze naar Nederland terug en werd het oude plan voor het boek in vrijwel ongewijzigde vorm uitgevoerd.

Kalypso & Nausikaä (naar de vijfde en zesde zang uit de Odyssee) is zowel in boek- als in expositievorm een eenvoudig verhaal in dertig foto's. Kinderen met rugzakjes en slaapzakken wandelen een klassiek decor binnen, een combinatie van close-ups (een beeldhouwwerk, een kindergezicht) suggereert de verplaatsing naar de oudheid waarin zich een reeks taferelen afspeelt. Het slot spiegelt het begin: de kinderen wandelen verhaal en boek weer uit.

Voorkennis van de klassieke teksten helpt bij de interpretatie (ze zijn in het boek opgenomen), maar ook zonder is een verhaallijn moeiteloos te volgen. Odysseus droevig aan de oever van een beekje, het hakken van hout voor een vlot, het afscheid van Kalypso, de strijd met de golven, de hulp van Nausikaä om ook de laatste obstakels te overwinnen. Dankzij het klassieke gegeven is Kando's boek ook een halve eeuw na dato allerminst gedateerd, hooguit het bijna onhandig ogende zwart-wit van haar foto's en het aandoenlijke amateur-karakter van haar ensceneringen. Maar in die 'ouderwetsheid' schuilt juist de waarde van de uitgave en de expositie. Was Kalypso & Nausikaä in 1956 uitgebracht, dan was het nu beschouwd als een 'typisch' voorbeeld van het artistieke auteursfotoboek uit die tijd. Het bewijst vooral dat verbeelding het niet hoeft te hebben van ingewikkelde techniek: sobere, klassiek fotografische middelen (en een handvol kinderen) zijn voldoende.