Bergpad, kantlijn

[Over: Werner Bischof, The Compassionate Eye, Gemeentemuseum Helmond. In NRCH, 5mrt2011 - de laatste NRCH op broadsheet formaat]

The Compassionate Eye van Werner Bischof is zo'n fototentoonstelling waarbij alles keurig op zijn plaats valt. Een lichte, ruime zaal. Een enkel gekleurd wandje voor de afwisseling. Foto's op een formaat dat tegelijkertijd nabijheid (details) als afstand (overzicht) toestaat. Een chronologische opzet die de contouren van een fotograaf helder zichtbaar maken. Eenvoudige middelen zijn het, maar ze werken. Zeker bij een expositie die 'gewoon' een in de schaduw geraakt oeuvre onder de aandacht brengt. Minpuntje hooguit zijn de filmdocumentaires die als onderdeel van de presentatie in dezelfde zaal vertoond worden. Waar je je ook bevindt, het bijbehorende geluid blijft je achtervolgen. Ook de kniesoor komt in Helmond dus aan zijn trekken.

Bischof (1916-1954) is zo'n fotograaf van wie menigeen minstens één foto kent, hoewel niet altijd inclusief zijn naam: die van het jongetje dat spelend op een blokfluit over een bergpad door de Andes wandelt. Een klassieker is het, terugkerend in vrijwel ieder overzicht van Magnum - het agentschap waarbij hij zich in 1949 aansloot - of van de naoorlogse humanistische traditie waarvan hij een uitgesproken vertegenwoordiger is. Bischof maakte de foto enkele dagen voor hij in de Andes met zijn auto van de weg raakte en te pletter viel in een ravijn. (Het nieuws van zijn dood bereikte Magnum pas na een week; op diezelfde dag werd ook bekend dat Magnum-oprichter Robert Capa was omgekomen in Vietnam.)

Een tamelijk eenvoudig beeld is het: een jongen en profil, ten voeten uit. In een doek op zijn rug draagt hij een onduidelijke last. Een baby, een voetbal, etenswaren - alles kan; het is een deel van de charme. Tegelijkertijd is die eenvoud bedrieglijk, zoals wel vaker bij Bischof. Want waar je eerst kijkt naar de jongen, ontvouwt zich bij tweede aanblik de achtergrond: terrassen en akkers die zich onscherp maar onmiskenbaar aftekenen in een diepe vallei. De jongen wandelt tegen het decor van zijn eigen Inca cultuur en geschiedenis.

Dat Bischofs naam vooral verbonden is gebleven aan een 'kinderfoto' is nauwelijks toeval; kinderen vormen een veelvuldig terugkerend motief in zijn werk. Het hoort ook een beetje bij de humanistische fotografie, voorkomend uit de ervaringen van een wereldoorlog. Het kind staat voor onschuld en machteloosheid, voor hoop en toekomst.

Kinderen spelen al een hoofdrol in zijn eerste reportages over de oorlogsschade in Europa, waarvoor hij tussen 1945 en 1950 door onder meer Duitsland, Nederland, Frankrijk, Italië en Griekenland reisde; de foto's verschenen aanvankelijk in het Zwitserse tijdschrift Du, later ook in Life en Paris Match. In het Duitse Friedrichshafen hinkelen ze alweer zoals kinderen overal ter wereld over tegels hinkelen. In Maastricht spelen ze met een zelfgevlochten touwtje. In het Franse La Chapelle kijken ze graatmager maar onverschrokken over hun schouder naar de verwoesting die ze achter zich willen laten. En in Boedapest kijken ze door de ruit van de trein die ze zometeen naar hun toekomst in Zwitserland zal brengen - nog zo'n Bischof-foto die je regelmatig kunt tegenkomen en die nog altijd ontroert.

Bijna vanzelfsprekend duiken kinderen ook in later jaren weer op; rennend over een stoffige straat in India, in gedachten verzonken in Japan, uitdagend in de metro van New York. Bezoekt hij in 1951 in een gevangenenkamp in Korea, dan wordt zijn blik als vanzelf getrokken door de jongste gevangene, nauwelijks meer dan een peuter, in de rij bij de gaarkeuken.

Niet dat Bischof uitsluitend kinderen fotografeerde. Daarvoor is hij te veelzijdig en is zijn blik te ruim, zoals onmiskenbaar blijkt uit de 110 foto's (zwart-wit, moderne reprints, samenstelling Magnum) die in The Compassionate Eye bijeengebracht zijn. Zijn reportages bevatten steevast die ene foto waarin hij bijna terloops de setting van het verhaal neerzet: de tientallen keurige stapels steen die zo zijn klaargelegd dat ze weer de contouren markeren van de huizen die ze voor de verwoesting hebben gevormd (in een reportage over de wederopbouw van Saint Dié); de wanhopige bedelaars die zich verdringen voor het raam van zijn eigen taxi (over de hongersnood in de Indiase deelstaat Bihar); de sereniteit van de priesters die tijdens een sneeuwjacht over de binnenplaats van een tempel wandelen (over Japan); de tot op de daken volgestouwde parkeerplaatsen in New York.

Grote gebeurtenissen zijn het niet. Net als de oprichters van Magnum bevond ook Bischof zich bij voorkeur in de kantlijn van de geschiedenis die zich voor zijn ogen voltrok. Het is bij uitstek de plek waar tijd en ruimte is voor mededogen.

[Illustratie: Peru, Valle Sagrado of the Urubamba River (1954), © Werner Bischof/Magnum Photos]