Rode plavuizen

[Over: Bert Teunissen, The Domestic Landscape. Huis Marseille, Amsterdam. NRCH 18dec2006]

Op 15 juli 1996 om twee uur 's middags fotografeerde Bert Teunissen in het Zuid-Franse gehucht Castelnau een oude vrouw aan tafel in haar keuken. Er liggen witte en rode plavuizen op de vloer en boven de haard hangt de opgezette kop van een lang geleden geschoten hert.

Die foto, ietwat toevallig tijdens een vakantie tot stand gekomen, werd het begin van een project dat tien jaar in beslag zou nemen en waarvoor Teunissen reizen zou maken door Frankrijk, Portugal, België, Duitsland, Engeland, Spanje en Italië. En de Nederlandse Achterhoek; de streek waaraan Castelnau hem had herinnerd. Of beter gezegd: hem had herinnerd aan het huis van zijn eigen jeugd in Ruurlo - voor het omstreeks 1960 ten prooi viel aan de moderniseringsdrift van zijn ouders.

The Domestic Landscape, het huiselijke landschap, luidt de titel van dat project waarvoor hij zon 250 fotos maakte in oude huizen waarin niet elektrisch maar natuurlijk licht de sfeer bepaalt. Een kwart van die foto's is opgenomen in de overzichtsexpositie in het Amsterdamse Huis Marseille (en tegelijkertijd in de Photographers' Gallery in Londen).

De welgekozen titel van de reeks refereert zowel aan het formaat van het klassieke panoramische landschap als aan de beslotenheid van de ruimte waarop Teunissen dat formaat toepast. Zijn fotos zijn strak omkaderd maar tegelijkertijd weids.

Oude, veelal bejaarde mannen en vrouwen fotografeerde hij, zittend in de ruimte waarin zij de meeste tijd doorbrengen. Vaak is dat een keuken, soms een woonkamer of slaapkamer, heel soms een winkel of café. Hoe je de ruimtes ook zou willen benoemen, altijd fungeren ze tevens als dienblad voor dat wat leven met zich meebrengt: pannen, borden, manden, bestek, lampen, theepotten, kalenders, schilderijtjes, crucifixen, doorleefde eiken tafels, hier en daar een boek en eindeloos veel familiefoto's. Zoals Huis Marseille-curator Saskia Asser opmerkt in Teunissens boek dat komend voorjaar verschijnt bij de Amerikaanse uitgeverij Aperture: iedere foto is eigenlijk een klein archief.

Teunissen maakte, hoe kan het ook anders, stille foto's in gedempte kleuren. Zittende mensen en staande mensen, kijkend naar de camera, omring door hun archief. Eenvoud troef is het, al moet het soms een tour de force zijn geweest om met zo weinig licht zo veel te laten zien - zoals in het Spaanse Rao Faquis waar het raam niet meer was dan een luikje in het plafond. Een enkele streep licht valt op een kale vloer. Het is licht dat vooral duisternis lijkt te maken maar toch net voldoende zicht biedt op de gietijzeren ketting boven de haard, de rafels in een gebreide trui en een luikje in de zwartgeblakerde muur waarachter (zo blijkt uit de meegeleverde audiotour) een provisiekast zit.

Drie zalen nemen Teunissens foto's in beslag plus, voor wie wil, nog enkele visuele reisnotities in het tuinhuis. De panoramische foto's hangen in twee rijtjes boven elkaar, de iets grotere en meer vierkante naast elkaar, de weer iets kleinere in groepjes. Heel simpel en een beetje saai. Maar het is precies goed. De rust weerspiegelt hun oorsprong en inhoud.

In de presentatie is afgezien van groepering naar locatie of jaar van opname, en ook dat is een verstandige beslissing. Want Teunissens project gaat niet over specifieke plekken maar over een manier van leven wars van mobiliteit en verandering. Zoiets zou opgevat kunnen worden als persoonlijke nostalgie, maar de omvang en de consequent volgehouden registrerende afstandelijkheid tillen het project daar ver boven uit.

Een document over tijdloos leven, zo zou je The Domestic Landscape kunnen noemen. Ware het niet dat tijd juist zo overvloedig aanwezig is. Op 30 december 2005 om half elf s ochtends maakte Teunissen de laatste foto voor zijn project in Biganon, nabij Castelnau. Opnieuw een keuken, nu met een echtpaar. Ook zij zitten aan tafel. Op de vloer liggen weer witte en rode plavuizen, boven de haard hangt dit keer een jachtgeweer. Voor het overige: niets nieuws. Precies dat is wat Teunissen wil tonen, ook al lijkt het op het eerste gezicht wat haaks te staan op zijn vaststelling dat de manier van leven die hoort bij zijn interieurs in ras tempo wordt uitgewist.