De donderdag


De vrachtauto van de Coop draait vanaf de N363 de Heerestraat in, laveert tussen de geparkeerde auto’s door, stopt even voorbij de winkel en draait dan achterwaarts de parkeerplaats op. Een fietser kijkt de boel van veilige afstand aan. Een automobilist duikt voor alle zekerheid een parkeerhaventje in.

De chauffeur van de truck zwaait vriendelijk naar zijn publiek. Fluitje van een cent, je ziet ‘t hem denken. Zo doet ie het dagelijks.
Dus waarom zou het op donderdag anders gaan?

Op de stoep naast het Dorpshuis tegenover de winkel zitten twee jongens en een meisje. Een van de jongens heeft een arm om haar schouders geslagen. Dat lijkt heel wat maar hij kijkt er erg onwennig bij. Hij praat met zijn vriend. Tegen het meisje zegt hij niks. Toch zit ze in het midden. 

De zon schijnt, het is lekker weer. Hun rugzakjes hebben ze gewoon op de grond gekwakt.
Als je naar ze kijkt denk je dat er nooit iets verandert.

Bij de kerk op de terp midden in het dorp is het stil. Er staat een bankje. Als de wind even aantrekt hoor je het suizen van de banden over de N363. Zo stil is het. Er kraait een haan, dan verderop nog een. Het geluid van een cirkelzaag, ook verderop. Uit een achtertuin komt een lapjeskat aangelopen. Ze draait drie rondjes voor de bank en gaat er dan bij zitten. Nu zitten we samen in de zon.
Genoeglijk.
Tegen het bankje staat een fiets. Een oude. Vergis ik me, of staat die hier al weken? Lamp eraf, dynamo los, ketting slap, banden leeg. Toch gek, zoiets verwacht je in de stad. Niet hier.
Dat zul je trouwens wel vaker horen vandaag: dat je zoiets hier niet verwacht. De mevrouw die bij de bakker een gesneden bruin en een halfje wit koopt. De man op klompschoenen die de Fixet uitloopt met een doosje spaanplaatschroeven en een waterpas. De man van de fietsenwinkel die het tijd vindt om een hapje te gaan eten. Iedereen zegt het. Op de radio hoor je het ook al de hele dag.

Dat het meisje nog maar 15 zou zijn zal straks een mevrouw bij de speelplaats vertellen. Maar dat ze daar niks van gelooft. En dat ze ook niet van hier was. “Anders zou iedereen al lang weten wie ze is.”
Maar ja, zo gaat het nu eenmaal hè. Er is iets gebeurd en dan komen de verhalen vanzelf. Er is ook al een vriendin die heeft gezegd dat haar vriend valselijk wordt beschuldigd. Er komen mensen bij haar aan de deur. Maar het is niet waar. “Hij werkt momenteel namelijk in Sittard en is bovendien een stuk ouder dan de dader.” 

De speelplaats is bij het station, bij het station staat de kermis. De kermis die vandaag open zou gaan. Een ouderwetse zweefmolen, de Punchball, vliegtuigjes die op en neer kunnen, de eendenbak. Alles voor de kinderen. Maar de kermis gaat niet open vandaag. Uit piëteit, zegt de man van de kermis. Als hij praat speelt hij met zijn horloge, het lijkt wel van goud.
Ja, hij heeft die gast hier nog zien lopen, zegt hij. Die liep een beetje te prutsen met zijn telefoon. Heel gewoon.

De woonwagens van de kermis staan ook bij het station. Twee kermismevrouwen laten een zwart hondje uit. Ze hebben blote armen. Dat kan best. Het is mooi weer. De hond rolt lekker door het gras. Straks lopen ze langs het beeldhouwwerk dat wel een giraffe lijkt nog even de Sasmaweg in, de Sasmaweg die doodloopt.
De weerberichten zeggen dat het later vandaag bewolkt zal worden en kouder. Maar de weerberichten krijgen geen gelijk. Het blijft de hele dag een fijne lentedag. En er zijn wel meer dingen niet waar vandaag. Dat meisje was een vrouw van 29. En ze was wel ‚van hier’, alleen nog niet zo lang, vandaar dus.

Baflo.
Een man van 25 heeft een vrouw doodgemept. Zijn vriendin, zeggen de verhalen. Met een brandblusser, zeggen de verhalen.
Hij vluchtte naar het station en toen verder de Sasmaweg in, de Sasmaweg die doodloopt. Daar wachtte een politieman. Er werd gevochten, een pistool werd ontfutseld. Drie schoten, zeggen de verhalen. Van dichtbij. Dood, 48 jaar.
Er kwam nog meer politie op de been, er werd nog meer geschoten. Wild west. Een film, maar dan echt. Een buurman werd geraakt. Een agente kreeg een klap. Een jongen werd bedreigd.
Dat was gisteravond. De hele nacht is het hele dorp in rep en roer geweest. Overal politie, sirenes, helikopters in de lucht. Nu weet iedereen waar Baflo ligt, zeggen ze in het dorp.
De dader heet een uitgeprocedeerde asielzoeker. Het verhaal zingt de hele dag rond voor het wordt bevestigd. Als gerucht is het bedenkelijk, maar maakt het als feit wel enig verschil?
Een drama is een drama.

Als u dit leest is het alweer ruimschoots een week, een maand, een jaar geleden. Misschien bent u het al wel weer vergeten. Daar hoeft u zich niet voor te schamen hoor. Zo gaan die dingen. Ze gaan verder. Niet voor iedereen, niet voor iedereen hetzelfde, niet helemaal zoals vroeger. Maar toch.

Je zag het al aankomen die donderdagochtend. 
Een vrachtauto van de Coop reed vanaf de N363 de Heerestraat in, er zaten twee jongens en een meisje op de stoep, een kat lag genoeglijk op een bankje in de zon, een mevrouw kocht een gesneden bruin en een halfje wit.

-----

De donderdag verscheen op papier,in aflevering 369 [mei/juni 2011] van het tijdschrift Kijk op het Noorden