Voorwoord.
Inleiding. Verklaring en illustratie van belangrijke vaktermen. Verklaring van
de tabellen. Witte bloemen. Gele bloemen. Groene en groenachtige bloemen. Rode
en roodachtige bloemen. Blauwe bloemen. Paarse bloemen. Bruine bloemen. Bomen
en struiken. Grassen. Granen. Biezen. Varens. Register der Nederlandse namen.
Register der Latijnse namen.
Zijnde:
de inhoudsopgave van het boekje Wat bloeit daar? Ondertitel: Tabellen
voor het determineren van meer dan 600 belangrijke planten naar de bloemen.
Daarover het volgende: ‘Dit boekje is vooral voor beginners geschreven, die niet
overweg kunnen met de gebruikelijke determineerboeken, die zonder uitzondering
een zekere botanische kennis vereisen. Zonder deskundige voorlichting heeft een
beginner daar weinig aan. Hier kan “Wat bloeit daar?” hem helpen. Het is zo
duidelijk en zo overzichtelijk, dat hij spoedig de namen zal kennen van de
meest voorkomende soorten in de plantenwereld.’
Is
getekend: A. Kosch en Drs. J.R. Müller.
Spoedig
de namen te kennen van de meest voorkomende soorten in de plantenwereld. Wat een fijn vooruitzicht. Maar wij hebben het boekje niet, jammer. Wij hebben enkel de prospectus
die alles voor ons samenvat. Gevonden hebben we die in een ander boekje: Wat
vind ik daar?, eveneens geschreven
door de heren Kosch en Müller voornoemd.
Iets
daar vinden waar de vraag wordt gesteld: zoiets mag geen toeval heten, vinden
wij. Maar hoe heet het dan?
Wat vind ik daar? ‘Paddestoelen.
Plaatjeszwammen. Witte sporen. Bruine sporen. Paarse sporen. Zwarte sporen. Buisjeszwammen.
Stekelzwammen. Knots- of koraalzwammen. Kluifjeszwammen en morieljes.
Buikzwammen. Truffels. Bessen. Bessen zwart. Bessen rood. Bessen bruin. Bessen
groen. Bessen wit. Kruiden. Nederlandse plantennamen. Latijnse plantennamen.’
Voorts
nu dit, uit het voorwoord.
‘Nog
één waarschuwing: bij vele genoemde paddestoelen en bessen is vermeld dat ze
eetbaar zijn, men ete evenwel alléén die soorten welke men zeker kent. Een
kleine roekeloosheid kan grote gevolgen hebben. Veel meer voldoening schenkt ons
de studie van de grote rijkdom van vorm, kleur, geur welke de Natuur ons biedt.
Moge dit boekje U daarbij behulpzaam zijn.’
We
vinden een datering: voorjaar 1940.
Wij
wegen de woorden ‘klein’, ‘roekeloos’, ‘groot’, ‘gevolgen’, ‘voldoening’.
We
denken aan vorm, kleur, geur en de Natuur. En we denken aan de honger die, nog
onvermoed, in dat voorjaar in het
verschiet lag.
Te weten wat eetbaar
is.
Ja, het moet een behulpzaam boekje zijn geweest. En nog steeds wel. Want wat
ligt er vandaag in het verschiet?
Op
het schutblad vinden we een opdracht. Er wordt iemand bedankt voor alle goede
zorgen te Maarn, zomer 1941. Toch ziet het boekje er na 70 jaar nog ongebruikt
uit.
-----
Hoedje
van papier verschijnt
onregelmatig en wordt geschreven naar aanleiding van vondsten in de voorraad waardevol
oud papier van antiquariaat Berger & de Vries in Groningen.
Hoedje van
papier verschijnt (nog) niet op papier.
Aflevering
10 : december 2010