Elke Valentino film,
werd een goudmijn. Hij speelde de onoverwinnelijke Sheik, de woeste Kozak, de
elegante minnaar, de wilde ruiter, de Spaanse stierenvechter en ten laatste de
zoon van de Sheik. Hij maakte de Argentijnse tango beroemd en leefde als een vorst.
In
de zomer van 1926 vernam de wereld, dat Valentino stervende was. Een
verwaarloosde blindedarmontsteking was in buikvliesontsteking over gegaan.
Een
week lang klemde hij zich krampachtig aan het leven vast. Het ziekenhuis werd
belegerd door duizenden mensen. Vijfhonderd telegrammen per dag wensten hem
beterschap.
Het doodsbericht was een wereldsensatie. Over de gehele wereld,
kwamen de kranten met extra-edities uit.
10-000-000 mensen defileerden
langs zijn lijkbaar.
Drie vrouwen pleegden zelfmoord, honderden mensen werden
in het gedrang gewond.
Het
staat, handgeschreven, op de laatste bladzijde van Rudolf Valentino. De
geschiedenis van ‘s werelds meest beroemde filmacteur. Met 17 foto’s.
Vierentwintig
bladzijden, daarmee moet ‘s wereld meest beroemde acteur het doen. Maar dat
komt omdat het maar een schriftje is, een schriftje met een rood omslag en
groene bladzijden en tussen de bladzijden telkens een doorschijnend papiertje.
Uitgeknipte krantenartikelen zijn er in geplakt. Welke, wanneer - vergeten erbij
te zetten. Huisvlijt.
Nu
ligt het zomaar tussen de oude boeken op de boekenplank.
In
1951 of daaromtrent moet het gemaakt zijn. Althans, dat kun je denken. Vanwege
een artikeltje over de film Valentino, regie Lewis Allen, hoofdrol Anthony
Dexter, van 1951 zegt de Internet Movie Database. Vanwege de enige
uitzondering op de anonimiteit der bronnen: een stukje uit het weekblad Okido,
nr 47, 24 november 1951, 11 de jaargang.
De
Okido: een kappersblaadje volgens de gegevens van de Koninklijke
Bibliotheek. Korte verhaaltjes, ditjes en datjes en onvoorstelbare hoeveelheden
moppen. De inhoud was vooral keurig er waren geen badpakfoto's of andere
gevoeligheden te zien die een tere ziel zouden kunnen kwetsen. Daarmee voldeed
het ruim aan de wens van de redactie om 'een genietbaar, frisch en goed
ontspanningsblad te zijn'. Laatste jaargang: 1951.
Elders
vinden we in de Bibliotheek nog dit: Het schrijven zit er bij Jan Cremer
(1940) al jong in. Op de ULO schrijft hij al reportages en verhalen voor de
jeugdpagina van 'Het Amusante Weekblad Okido'.
Elf
jaar en op de ULO zitten. Kon dat, toen? En zou Cremer een reportage of verhaal
hebben gehad in die Okido, nr 47, 24 november 1951, 11 de jaargang?
Wat
het Valentino-plakboekstukje uit de Okido betreft: het moet op een
rechterpagina begonnen zijn om op de achterzijde ervan te eindigen. De
drukletters eindigen halverwege en dan gaat het handgeschreven verder - er was
nog geen kopieerapparaat. Keurig-op-de-lijntjes maar een onregelmatig
handschrift, hier rechtop, daar hellend naar links, dan bijna cursief. Of de
regels op die laatste bladzijde eveneens zijn overgeschreven of toch zelf zijn
verzonnen is niet helemaal duidelijk.
De
samensteller van het plakboekje is vergeten haar eigen naam te vermelden. Haar
- zoiets vermoed je.
Openen
doet het schriftje trouwens met een citaat, ook uit de krant geknipt: Een
Sheik? Och kom, in de grond ben ik toch eigenlijk een gewone landman, een
eenvoudige boerenzoon.
Dat
citaat zal niet voor niets gekozen zijn.
-----
Hoedje
van papier verschijnt
onregelmatig en wordt geschreven naar aanleiding van vondsten in de voorraad waardevol
oud papier van antiquariaat Berger & de Vries in Groningen.
Hoedje van papier verschijnt (nog) niet op papier.
Aflevering
16: juni 2011