‘Het feit, dat Joseph Kutter een Luxemburger
was, dat hij in de kleine hoofdstad van het Groothertogdom geboren en gestorven
is, dat hij er heel zijn leven heeft doorgebracht - dit feit betekent meer dan
alleen een biografisch gegeven, het omschrijft in zekere zin zijn kunst en
verklaart zijn lot.’
In de catalogus bij zijn
overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam, daarin staat
het. In 1949 moet het geweest zijn. Want dát staat handgeschreven in het licht
vergeelde catalogusje dat zomaar tussen de boeken te voorschijn glijdt. Schilder
uit Luxemburg, zo heette de tentoonstelling.
Acht afbeeldingen op evenzovele pagina’s, twee
pagina’s voor de sier, twee pagina’s voor de inleiding, vier pagina’s voor de
lijst van geëxposeerde werken - schilderijen, gouaches, pastels,
houtskooltekeningen, potloodtekeningen, pen- en papiertekeningen.
De eenvoud zelve dus, heel fijn. Op het omslag
de reproductie van een clown met een trekharmonica. Clown, 1936. Die zou
het kunnen zijn. Of Clown, 1937. Of Studie voor clown, ook uit 1937.
Eerste afbeelding: De man met de bezeerde
vinger, 1930.
‘Men zou kunnen zeggen, dat Joseph Kutter in al zijn
vele portretten de hopeloosheid van de tijd waarin hij leefde, heeft
uitgebeeld.’
In de recensie die tussen die handvol pagina’s
tevoorschijn komt, daarin staat het. Nooit kwijtgeraakt, altijd weer een klein
wonder zoiets.
Het papier is geel, de krant heeft geen naam.
De recensent wel: C. de Groot.
Wij zoeken en vinden De Groots in de de
geesteswetenschappen en de vishandel, het financieel advies en de
glazenwasserij, het baggermaterieel en de houtagentuur. Maar niemand in de
recensering rond 1949.
Wat betreft het lot en de hopeloosheid van de
tijd baseren wij ons voor het nu volgende op de lijst der
houtskooltekeningen.
Kaartspeelster. Man met opgeheven rechterarm. Het
Joodse jongetje, zittend. Meisje, zittend op een krukje. Zittende vrouw met
boek. Vrouwenbuste, naar rechts. Studie voor de jongen met hobbelpaard. Zittende
vrouw, op rug gezien. Staande man met opgestutte linker voet. Het Joodse
jongetje, kop. Muschy, kop. Kop van een meisje. Vrouw met gevouwen handen.
Huiswerk. Staand meisje, naar rechts. Stand meisje, van voren. Zittende jonge
vrouw. Twee naakten. Huis. Rechter hand van een man. Rechter hand van een man.
Vrouw, op rug gezien. Staand meisje, naar rechts. Zelfportret. Zittend meisje,
leunend op elleboog. Drie figuren rond een tafel. Kaartspelers. Meisjeskop,
naar links. De kunstenaar en zijn model. Meisjeskop, van voren. Zittend meisje.
Jongenskop. De breister. Meisjeskop, naar beneden kijkend. Naakt. Zittende
vrouw, breiend. Zittende vrouw, naar rechts.
Inderdaad welhaast een heel leven.
Daarbij kun je zeker ook denken aan een clown
met een trekharmonica.
-----
Hoedje
van papier verschijnt onregelmatig en wordt geschreven naar
aanleiding van vondsten in de voorraad waardevol oud papier van antiquariaat
Berger & de Vries in Groningen.
Hoedje
van papier verschijnt (nog) niet op papier.
Aflevering 18 : augustus 2011