Jirka Stach © 2012 |
‘Het gebeurde te Praag. Wij troffen een vriend, die zeer uit zijn humeur
was, omdat een Amerikaan met wien hij een afspraak had gemaakt, reeds langer
dan een uur op zich liet wachten. Pas later vernamen wij de reden van dit
verzuim. De Amerikaan was een restaurant binnengeloopen, kon de in het
Tsjechisch en Duitsch geschreven spijskaart niet lezen en had zich daarom alle
gerechten in de genoteerde volgorde laten brengen. Vandaar eenig tijdverlies.’
Schrijft W. Valk in aflevering 8 van Op Reis,
Maandelijks tijdschrift ter bevordering van het tourisme, een uitgave van
N.V. Lisonne en Zoon’s Reisbureau.
Het is augustus 1931.
Tweeëntachtig jaar later komt de brochure - veertig
pagina’s, rode en witte accenten in een fraai marineblauw omslag - tevoorschijn
uit een stapel boeken op de planken van de handelaar in waardevol oud papier.
De kunst der Etrusken, sprookjes uit Groningen,
Natuurgids voor bos en hei, Nostalgie is ook niet meer wat het was. Van Simone
Signoret, die laatste.
Daartussen dus dat gebeuren te
Praag. Boeks wegen zijn ondoorgrondelijk.
Ik stuur de regels van Valk naar John Müller.
Hoe lang kennen die twee elkaar al? Vijfentwintig jaar? Dertig? Langer?
‘Ach, die goeie ouwe
tijd onder de, eh, communisten.
Weet je nog, die
Duitse hotelgast, die een blik hondenvoer had meegenomen voor de hond van Pepa?
God, wat was dat
lekker!’
Schreef Müller in 2009 in
zijn door een bevriende
boekhandelaar uitgegeven boekje Praagse Notities dat verscheen
ter gelegenheid van Müllers plusminus honderdste bezoek aan de stad; in 1976
ging hij voor het eerst, toen als kersvers redacteur van NRC Handelsblad. Stach
duikt her en der op in de Praagse notities. Natuurlijk.
Hoe is het humeur in
Praag, vraag ik?
Müller schrijft terug.
‘Niet veel beter dan
op de avond, een paar weken geleden, toen de uitslag van de
presidentsverkiezingen bekend werd.
Schwarzenberg
verliest, Zeman wint.
Zdenek nodigde zijn
vrienden per sms uit om naar zijn café te komen.
We rouwen vanaf
20.00 uur aan de ronde tafel, geen wijn, geen grappa.’
‘Toen Jirka het las
zei hij meteen een eerder gemaakte afspraak af.
Al vóór achten waren
ze er alle twaalf, vrienden sinds de Praagse Lente, mannen die het communisme
overleefd hadden en nu, zoals ze graag zeiden, alweer ruim twintig jaar óók het
kapitalisme.’
‘De eerste ronde!,
riep Zdenek om klokke acht.
Waarop twaalf zwarte
halve liters werden aangedragen, pullen gevuld met het donkerste bier dat
Boheemse brouwers ooit hebben durven brouwen.
Bij het heffen van de
glazen zagen ze in het kaarslicht elkaars plechtige, vastbesloten koppen.
Niemand sprak.’
‘Wat de tweede ronde
zou zijn, hoefde nu niemand hen meer te vertellen.
Fernetstock
natuurlijk, zwart gif waarvan ze liters hadden gedronken in de tijden dat er
niets anders te krijgen was. Het werd destijds ook, dat wist iedereen,
geëxporteerd als lijkkistenbeits.
Om en om zou het zo verder
gaan, een vloeibare rouwrand om hun gedachten over het dierbare vaderland.’
Het gebeurde te Praag.
Er kwam geen menukaart
aan te pas.
-----
Hoedje van papier verschijnt onregelmatig en wordt geschreven naar
aanleiding van vondsten in de voorraad waardevol oud papier van antiquariaat
Berger & de Vries in Groningen.
Hoedje van papier verschijnt (nog) niet op papier.
Aflevering 23 : maart 2013