Het
ene kruispunt is het andere niet. Maar dit hier is een fijn kruispunt. Je ziet
het al van afstand. Een huis op een hoek, een weg met een brug, een paar
wijzende bordjes. Zomaar midden tussen de weilanden en de akkers, onder
een hemel die hoger lijkt dan waar ook in Nederland.
Misschien
is het wel het laatste kruispunt van Nederland, wie weet. Hier en daar een
huis. Een boerderij, een handvol bomen. En in de verte daar de streep die de
dijk wel moet zijn. Veel zal er tussen hier en daar niet zijn om nog aan elkaar
te knopen.
De
brug - groot woord - ligt over het Hoofdkanaal. Bij de brug staat een groen
geverfd kastje. Het kastje hoort bij het stenen rooster in de oever. Iets met
afwatering, vast
en zeker. Maar om het precies te kunnen zeggen moet je er
verstand van hebben, en helaas.
Onderweg:
zwarte vers geploegde akkers, grijze gisteren geploegde akkers. Hier en daar
een trekker, hier en daar wat restjes maïs, hier en daar een laatste hooibaal
op het land. Nijver volk, je kunt niet anders zeggen.
De
wegen (grote woorden) van het kruispunt gaan naar Nieuwe Statenzijl, naar
Delfzijl, Termunten en Woldendorp. Naar Drieborg en naar Ganzedijk. Ja,
Ganzedijk. Het bestaat nog. Natuurlijk. Wijken worden nog wel eens gesloopt in
Nederland maar halve dorpen, dat is een ander verhaal. Daar worden stokjes voor
gestoken en niet zo zuinig ook. Ja, nijver volk.
Standvastig.
Het
kruispunt is een rustig kruispunt. Hoe kan het ook anders. Toch hoef je er maar
even te staan en er gebeurt van alles. Vrachtwagens bijvoorbeeld - een met
transport en internationaal, een met voeder en vee, een met vries en diep. Een
busje van de TNT. Een Mercedes met een kar erachter, twee mannen, Pools
kenteken.
Ook
wie in Hongerige Wolf woont, wordt niet vergeten.
Verder
niks. Ja toch, een meneer en een mevrouw die aan komen fietsen vanuit de
polder. Als ze vlakbij zijn stappen ze af. Wat ik doe. Kijken. En jullie?
Fietsen. Fijn, zeggen we tegen elkaar. En dat we er goed weer bij hebben.
Zeker.
Ze
hebben de auto bij Nieuwe Statenzijl neergezet, de fietsen waren achterop. En
nu doen ze een rondje. Kan mooi. Alle tijd. En dat het hier overal zo heerlijk
rustig is, een wereldwonder toch? Dat is het. We snappen het wel van elkaar dat
we hier even zijn.
Dat
het een beetje waait, dat wel ja. Maar dat geeft niet. De fietsen hebben
elektriek. Dat helpt. Jazeker, dat helpt.
In
de tuin van het huis op de hoek staat een vrolijk geschilderd bord, het decor
van een kinderpoppenkast lijkt het wel. Een varken, een gans en een wolf staan
er op. Hoe dat zit? Een maand of twee geleden was hier midden in het bijna-niets
een heus muziekfestival. Waarom? Omdat iemand het leuk vond om dat hier te
organiseren. Daarom. Er waren kunstige dingen gebouwd en podia. Jong volk was
er van heinde en verre, en journalisten van de krant. Er was zelfs een heuse
aafturpaartie. Maar dat was niks voor die van hier. Te laat en te luid. Maar
verder hartstikke leuk hoor en iedereen bleef slapen, de tenten stonden in het
weiland. Daarom staat het bord er nog. Kan iedereen van hier er nog eens aan
terug denken. En wie niet van hier is kan er nog eens naar vragen.
Ik
laat het me vertellen en ik geloof het graag.
Verderop
in de polder langs het Hoofdkanaal is iets gaande. Op het kruispunt staat een
bord dat er alles van weet. Het is de Oude Slapersluis daar verderop. Van 1925
is ie. Nu wordt hij hersteld zegt het bord. Waarom dat bord zo groot is als de
deur van een boerenschuur weet niemand. Misschien hoort het wel zo. Of
misschien was iemand bang dat de gravers en de zwoegers de weg kwijt zouden
raken zonder bord. Wie weet.
Toch
maar even kijken. Hoge bulten aarde, twee stenen muurtjes die samen dijkcoupure
heten, de tijdelijke leegte op de plek waar de Oude Slapersluis hoort te staan.
En ja hoor, er is een gele dragline in de weer. En drie mannen doen iets met
stokken. Ze kijken, ze praten. Meter naar links, meter naar rechts. Zoals
altijd de onbegrijpelijkheid van handelingen die gestaag maar zeker wel zullen
leiden tot het gewenste doel. Straks, later.
Het
is nog even september. Grijze vegen, witte wolken, blauwe stroken. Het doet maar
druk, daarboven in die hoge hemel.
Ondertussen
kraakt Griekenland en kraakt de euro mee. Regeert rond Fuksuhima de
angst. Woedt in het Midden Oosten een veenbrand. Gaat het in Kunduz mis en in
heel Afghanistan niet beter. Ondertussen weet je dat er daar op ieder kruispunt
wordt gedacht: welke kant op?
Maar
op het kruispunt van Hongerige Wolf merk je er niks van. Helemaal niks.
Op
de een of andere manier is dat een geruststellende gedachte.
Eventjes.
---
Kruispunt verscheen op papier in
aflevering 372 [oktober 2011] van het tijdschrift Kijk op het Noorden.