Wat gaan we doen vandaag? Een blokje om? Waar gaan
we heen?
Laten we naar Meeden gaan. Daar is iets gaande, je
kunt er niet omheen. Windmolens moeten er komen, op een steenworp van het dorp.
Het moet van 'de provincie' (zegt de een) die weer iets moet van ‘het Rijk’
(zegt de ander) dat zegt iets te moeten van ‘Brussel’ (wie zegt dat?).
Stapels rapporten, lijvige notities, dikke brieven.
Hoop gedoe.
Oei.
Het dorp wordt er grimmig van. Kijk maar: aan alle
lantarenpalen langs de hoofdstraat hangen boze borden. Er is ook al een kop van
jut: de gedeputeerde ter zake. Het zal ook eens anders zijn.
De gedeputeerde moet oprotten, staat op de borden. Hij moet met
zijn poten van ons dorp afblijven. En ja hoor, je kon er op wachten: wie
wind zaait, zal storm oogsten.
O, wacht even. Dát gaat niet over de gedeputeerde. Dat
gaat over de boeren die molens op hun land laten zetten. Windboeren, heten ze. Mooi woord, kan zo in de Van
Dale.
En o, daar is díe ook al: de voorlichtingsavond
(staat al in de Van Dale). En deze: de sussende
toon, de zwaaiende vuist, de traan
van machteloze woede.
Dus deze: de auto's van de televisie en de krant en
de foto's - en nu ook die van mij.
Daar zijn we weer.
Waarop je kunt denken - vandaag maar liever een ander
blokje om.
Waarheen dan?
Even naar Loppersum, waar het zo stil is aan de
dialoogtafels? Naar Huizinge, naar het toekomstige Aardbevingenmuseum?
Ach.
Nee, weet je wat, naar Blauwestad! Het nieuwe
paviljoen bij het meer!
Hoe zou het er uit zien?
Kijk, het ziet er wel uit. Rechtstreeks uit de VT
Wonen gekocht, die aflevering over strandpaviljoens, je weet wel.
De kussentjes, het grijs gebeitste hout, de
vintage-maar-niet-heus dingetjes.
Maar kijk nu eens: zittend op het terras kun je het
meer niet zien! Daarvoor moet je in de uitkijktoren klimmen...
De blauwe uitkijktoren - goh, dáár is dan
weer wél over nagedacht.
Meeden brandt. Loppersum broeit. Het museum bestaat
niet. Het paviljoen is blind. En dan hebben we het over de rest van de wereld
nog niet eens gehad.
Nee. Doe mij vandaag maar liever een bankje. Een
bankje in een bos.
Een bos bij Norg bijvoorbeeld.
Gelukkig, daar is het bankje al, vlak achter de
parkeerplaats bij de Norgerberg. Bankje? Zeg maar gerust: bank. Een
picknicktafel van boomstam, wel 12 schoenvoeten lang. (Dan kun je het thuis
uitrekenen, wanneer je daar meet dat die schoen 31 centimeter is.) En hoog ook
trouwens: die voeten raken maar net de grond.
Maar toch - mooie bank.
Vooruit, hier maar even zitten dus. Even kijken.
Even niks. Want het is een fijne dag. De nazomer zomert volop.
Nu maar hopen dat er niets uit de coulissen komt.
Geen mannen op crossfietsen bijvoorbeeld. Mannen die wel drie keer van het
heuveltje afscheuren. Die telkens Heftúúúg roepen naar elkaar zodat het
hele bos er van schrikt.
Maar daar zijn ze al. En het zijn heus niet zulke
jonge mannen.
Toch nog even blijven zitten?
Ja, nog even. Toch maar doen. En daarna nog even.
En dan? Dan naar huis. We zie wel wat er van komt.
En wat komt ervan als je thuis bent? Nu dit weer. Berichtjes
in de krant.
Over testhuizen. In Loppersum en zo - even
uitproberen hoe je het best 65.000 huizen kunt verstevigen in de ... ehh … komende
jaren.
En deze, Zuidlaren, ook om de hoek - vuilbroed.
Een besmettelijke infectieziekte onder het bijenvolk. Vervoersverbod, extra
inspecties. Ook niet best.
Mooi woord trouwens. Vuilbroed. Je kunt je er veel
bij voorstellen. Zou het kunnen overspringen op mensen? Zelfs op een fijne
nazomerdag?
------
Vuilbroed
verscheen op papier
in het tijdschrift Noorderbreedte [4/2014]
Het was de achtste
aflevering in de rubriek Nu dit weer.
Foto: Werkmanslust