Punt


Om te beginnen: de fotograaf is een vakman. Altijd en overal een foto maken, dat kan hij. Grote gebeurtenissen, kleine gebeurtenissen, gebeurtenissen die die naam nauwelijks mogen hebben - het maakt niet uit. Zon, regen, storm - geen punt.   
En dan het liefst natuurlijk niet zo maar een foto, maar eentje waar iets mee is. ‘Iets’ - een vraagteken, een raadseltje, een ongerijmdheid. Het mag niet te goed verstopt zijn, anders werkt het niet. Het mag er evenmin duimendik bovenop liggen, dan is de lol er te snel af.
Toeval helpt, zoveel is zeker. Maar toevalstréffers, nee, die laat een vakman zich niet aanleunen.     

Amsterdam, de Van Woustraat. Een Volkswagen Kever, een Opel Rekord, de chauffeur kijkt meer naar het verkeer dan naar het tafereel waar de fotograaf naar kijkt.  
De hond moet ergens anders zijn aangereden. Een fietser zou ‘m daar langs de stoeprand toch niet zó kunnen toetakelen? Wie zou ‘m daar hebben neergelegd, die jongen?
Eind van de jaren 50, wie een beetje thuis is in de tijd en de fotografie, ziet het wel.
Een vroege ’Posthuma de Boer’ zou je kunnen zeggen, uit de tijd dat hij nog veel voor Het Parool en de Volkskrant werkte. Die lijst zal in de jaren erna danig groeien: Time-Life, KRO-Studio, Avenue (vaak samen met de schrijver Cees Nooteboom), Holland Herald, Sabena-Revue en, omdat hij nu eenmaal freelancer is, incidenteel voor menig ander (inter)nationale opdrachtgever. Plus nog een plank vol boeken, in opdracht of op eigen initiatief. En dat alles wereldwijd: in de loop van 55 jaar werkt hij in meer dan tachtig landen - hij heet de meest bereisde fotograaf van Nederland te zijn.  

Wat zou het zijn? Zeildoek, canvas, een groot vel papier? Stug is het in ieder geval wel, ondanks de kreukels. Vooruit, papier dan maar. En die jongen, tilt hij dat papier nu op of legt hij het juist neer? Gezien zijn houding denk je: neerleggen. Het zit ‘m in die rechtervoet op de stoeprand, die suggestie van een voorwaartse beweging. Maar als hij het papier neerlegt, hoe is die donkere vlek daar dan terecht gekomen? Die bloedvlek, precies boven die opengereten hondenbuik?
Trouwens, als hij het papier neerlegt, wie heeft het dan eerst opgetild? Hijzelf? Maar waarom dan? Omdat de fotograaf het heeft gevraagd?
Zou best eens kunnen. De fotograaf is tenslotte een vakman. Kijk, daar heb je zijn raadseltje al.

----

Punt  verscheen op papier in het boek Fotoverhalen (Lecturis / Fotomuseum Den Haag, 2014]

Foto: Eddy Posthuma de Boer, Jongen met dode hond, van Woustraat, Amsterdam [1959], collectie Gemeentemuseum Den Haag