Wie de naam Johan van der Keuken opzoekt, leest
steevast dat hij filmmaker en fotograaf was.
Hoe waar dat ook is, helemaal
kloppen doet het niet. Want eigenlijk doet Van der Keuken zijn leven lang maar
één ding: kijken. Als fotograaf is hij aan het filmen, als filmmaker
fotografeert hij.
Hij maakt films waarin beweging tot bijna-stilstand wordt
bevroren, en tentoonstellingen waarin hij stilstaande beelden zo bij elkaar zet
dat je de indruk krijgt beweging te zien. Nét iets verschillende foto’s op een
suggestief rijtje bijvoorbeeld, of her en der gemaakte foto’s zo aan elkaar
gemonteerd dat het lijkt alsof ze op één plek gemaakt zijn.
Waar en waarvan die
foto’s gemaakt zijn maakt eigenlijk niet zo uit. Hem gaat het altijd om de
vraag: hoe kijk je eigenlijk? Wat doe je als je kijkt? Wat zie je dan, wat denk
je dan? En waarom? Als een timmerman die zich afvraagt waarom een zaag kan
zagen en een boor kan boren.
Op zijn zeventiende maakt van der Keuken zijn
eerste fotoboek. Wij zijn 17, heet het, met foto’s van, hoe kan het ook
anders, zeventienjarigen. Ze kijken wat dromerig voor zich uit. Twijfelend, een
beetje stuurs, uitdagend. En oei, dat hoort niet in het Nederland van 1955.
Helemaal haaks staat het op de frisse, vrolijke, arbeidzame, zeg maar: optimistische
jongeren die ze in die wederopbouwjaren geacht worden te zijn. De Swinging Sixties
moeten nog beginnen, hij ziet ze al naderbij komen. Maar het is
maar een
verhaaltje natuurlijk. Suggestie.
Niet veel later vertrekt hij naar Parijs om er film
te studeren, wat in Nederland in die tijd nog niet kan. Ook daar fotografeert
hij, vooral op straat. Die foto’s verschijnen in 1963 in Paris Mortel;
net als Wij zijn 17 behoort het inmiddels tot de klassiekers van het
Nederlandse fotoboek.
Na Van der Keukens dood duikt in zijn archief een reeks
negatieven op van dansende stelletjes in de straten van Parijs, gemaakt op
‘quatorze julliet’ in 1958. Van het ene stelletje na het andere, zwierig heeft
hij ze gevolgd, een grote dansende fotofilm.
Ondertussen weten we natuurlijk nog steeds niet wat
zich precies afspeelt, hier op de Champs-Elysées, achter al die donkere ruggen.
Er is een oplichtend kind dat lijkt op een engeltje, dat is zeker. Een vrouw
(verpleegster?) houdt losjes zijn/haar rechterhandje vast. Samen lijken ze los
van de menigte te staan. Hoe mooi, en mysterieus vooral.
----
Vraag verscheen op papier in het boek Fotoverhalen (Lecturis / Fotomuseum Den
Haag, 2014]
Foto: Johan van der
Keuken, Derrière la Garde Republicaine,
Champs-Elysées [1956-1958], collectie Gemeentemuseum Den Haag