Een etalage van materiële welstand

[Over Tina Barney, Theater of Manners]

Realisme is bij uitstek het fort van de fotografie. Zou het daarom zijn dat eerste indrukken nergens zo kunnen bedriegen als in dit medium? De 200 foto's in Theater of Manners, het familiealbum van de Amerikaanse fotografe Tina Barney, laten zich moeiteloos bekijken als een portret van upper class New York: stuk voor stuk zijn het etalages van materiële welstand, sociale welgemanierdheid en een even intensief als warm familieleven. Maar in de twintig jaar die ze omspannen blijkt hun ware onderwerp zich onder dat vergulde oppervlak te bevinden. Niet rijkdom, materieel en anderszins, staat centraal, maar armoede en onmacht - niet in de laatste plaats die van de fotografe zelf.

Barney (1945, fotograferen doet ze sinds midden jaren zeventig) is een directe afstammeling van de Lehmans, grondleggers van de gelijknamige investeringsbank en een van de grootste en rijkste joodse families in New York. Haar jeugd bracht ze door op een landgoed uitkijkend over de Long Island Sound, ze werd naar school gebracht in een auto met chauffeur. Al op jeugdige leeftijd begon ze kunst te verzamelen: dat zit nu eenmaal in de familie, schrijft ze in de inleiding. Wat ze er niet bij zegt is dat de familie een eigen vleugel aan het Metropolitan Museum of Art liet bouwen om er de schilderijenverzameling in onder te brengen. Dat verleden, zelf onzichtbaar, schemert onmiskenbaar in Barney's foto's door. Het verraadt zich in de woonkamers, slaapkamers en keukens die overal en tot en met de kunst aan de muren met smaak zijn ingericht. Het verraadt zich in de kleding die, waar ze ook gedragen wordt, op omgeving en gelegenheid is afgestemd, en de zelfbewuste houding die voor iedere foto wordt aangenomen. En in de vreedzame vanzelfsprekendheid die alles en iedereen daarmee als een floers omkleedt.

Hoofdrolspelers in Theater of Manners zijn behalve de fotografe zelf, haar moeder, zuster en broer, haar twee zoons, haar vriendinnen en de aanhang die dat alles met zich mee brengt. (Haar vader overleed toen ze vijftien was, manlief vertrok rond de tijd dat zij met fotograferen begon.) Zoals in een familiealbum betaamt, staan, uitzonderingen daargelaten, hun namen onder de bijna chronologische geordende foto's.

De foto's bestaan, behalve uit in meer of mindere mate formeel geposeerde portretten, vooral uit scènes uit het gezamenlijke familie- en vriendenleven. Die laatste zijn soms in vivo gefotografeerd, soms achteraf naar de herinnering geënsceneerd. Maar het onderscheid tussen beide is zelden direct aan de foto's af te zien. Ook wat geënsceneerd is, doet levensecht aan.

Gebeuren doet er weinig in die foto's; een barbecue of een kinderpartijtje, een uitstapje naar het strand, links en rechts een huwelijk. Voor het overige wordt er gezeten, geconverseerd en rondgehangen. Emoties lijken bij dat alles taboe. Tranen vloeien er niet, een volmondige lach is een zeldzaamheid. Rumoer, toeval, verrassing; het is kennelijk allemaal ondenkbaar in de Barney-family. Je ziet het in de foto's waarop alles altijd op z'n plaats staat. En je ziet het aan de foto's, die in hoge mate gestileerd zijn. Nergens vertonen ze een spoor van de snapshot-stijl die gebruikelijk is in dit soort professionele familiekronieken.

Spetterend of meeslepend is Theater of Manners op het eerste gezicht dan ook niet; saai zou je het eerder willen noemen, zo overheersend is het voortkabbelende leven op Barney's foto's. Maar het opmerkelijke aan haar foto's is dat het juist de systematische afstandelijkheid en oppervlakkigheid zijn die gaan intrigeren. Pas dan ook vallen de details op die in eerste instantie slechts toevalligheden leken: een oogopslag, gezichtsuitdrukkingen, gebaren.

De even wanhopige als gebiedende hand van de vader in gesprek met zijn zoon (en de afwezige blik in moeders ogen op dezelfde foto); de betrapte blik van Barney's zuster Jill die starend uit het raam van de roze badkamer wordt gestoord door haar dochter; de verbeten trek rond haar eigen mond op het dubbelportret dat ze maakte met haar vriendin Sheila - het zijn dergelijke met een beklemmende precisie vastgelegde kleinigheden die de foto's hun betekenis verlenen.

Het maakt niet alleen van de foto's maar ook van het boek als geheel een zoekplaatje. Onwillekeurig ga je de mensen die in de portretten hun beste beentje voorzetten terugzoeken in de foto's waarop ze in de omgang met anderen zijn vastgelegd. En gezien de tijdsspanne van twintig jaar waarin dat fotograferen heeft plaatsgevonden, ga je zoeken naar de verschillen. Want relaties veranderen - zie de drie dubbelportretten die Barney maakte van Peter en Marina. Op de eerste uit 1987 kneuteren vader en dochter samen aan haar witte jurk en de roze lintjes op haar hoedje. Drie jaar later zijn ze in een gesprek verwikkeld waar zij niet zo veel van lijkt te willen aanhoren. Weer zeven jaar later fotografeerde Barney ze nog eens samen: zij rookt een sigaret, zijn blik is niet anders dan gelaten te noemen. Het zijn foto's die stuk voor stuk en verspreid door het boek nog iets willekeurigs hebben maar die bij elkaar gezien een wereld ontsluiten.

In Theater of Manners probeert Barney zichzelf, haar familie en vrienden zo dicht mogelijk op de huid te kruipen. Maar haar eigenlijke onderwerp is het onvermogen daartoe, dat van haarzelf incluis. Het liefst zou ze iedereen ook naakt hebben gefotografeerd maar daartoe ontbrak de durf; het boek bevat wél enkele naakten, maar dat zijn modellen - alsof ze alsnog even aan iedereen wil laten zien dat het aan haar niet gelegen heeft.

In de inleiding schrijft Barney gedreven te worden door een 'desire and will to approach the inside, to get closer, to contact, communicate, to touch the interior'. Fotografie als vorm van psychotherapie, zo lijkt het. Dat ze danig twijfelt aan haar (fotografische) vermogens op dit vlak, hoeft daarbij nauwelijks te verwonderen. Want is fotografie niet een oppervlakkig en dus bedrieglijk medium, vraagt ze zich af: 'Does getting closer to the subject make the photograph more intimate?' Het is een retorische vraag die, hoe misplaatst ze ook lijkt gezien het indringende karakter van haar foto's, veel weg heeft van een noodkreet en die maakt haar boek er niet vrolijker op. [NRCH, 16jan1998]